Brief regering : Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 21 juni 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2376 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 21 juni 2021.
Tevens informeer ik uw Kamer middels dit verslag over de mogelijkheden voor NGO’s
en nabestaanden om nominaties aan te dragen voor het Mensenrechtensanctieregime.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A.M. Kaag
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 21 JUNI 2021
Introductie
Op 21 juni kwam de Raad Buitenlandse Zaken bijeen in Luxemburg. Onder Current Affairs werd gesproken over Turkije, het Midden-Oosten Vredesproces, Rusland, Mali/Sahel,
Ethiopië, de Belgrado-Pristina dialoog, Iran/JCPOA en Libanon. Als volle agendapunten
stonden geagendeerd Belarus, Irak en Latijns-Amerika. Er vond tevens een ontbijt plaats
met Belarussische oppositieleider Svetlana Tsichanovskaya en een lunch met de Iraakse
Minister van Buitenlandse Zaken Fuad Hussein.
Current Affairs
Turkije
De Raad sprak over Turkije voorafgaand aan de bespreking op de Europese Raad van 24–25 juni
a.s. Meerdere lidstaten zeiden ruimte te zien om voorzichtige, gebalanceerde, incrementele
stappen op het positieve spoor te zetten, mits Turks gedrag standhoudt. De Hoge Vertegenwoordiger
gaf aan zich te zullen inspannen voor hervatting van onderhandelingen m.b.t. Cyprus
in Geneve.
Zoals toegezegd tijdens het CD RBZ 16 juni jl. ontvangt u hierbij de beantwoording
op de nog openstaande vraag van het lid Mulder (CDA) of Turkije in NAVO-verband een
veroordeling van Belarus n.a.v. het Ryanairincident heeft geblokkeerd. Bij de NAVO
worden beslissingen over uitspraken en maatregelen genomen met consensus, dat wil
zeggen dat alle Bondgenoten zich erin moeten kunnen vinden. In reactie op de vliegtuigkaping
reageerde de NAVO met een scherpe veroordeling van het incident en deed een oproep
om de heer Protasevitsj en mevrouw Sapega direct en onvoorwaardelijk vrij te laten
en fundamentele rechten en vrijheden te respecteren en de internationale rechtsorde
te handhaven.
Midden-Oosten Vredesproces
De Ministers bespraken de ontwikkelingen rondom het Midden-Oosten Vredesproces. Hierbij
spraken de Ministers steun uit voor de huidige inzet, waaronder overleggen van de
EU Speciale Vertegenwoordiger Koopmans in de regio over de situatie in Gaza en de
wijze waarop de EU bij kan dragen aan stabilisatie van het staakt-het-vuren. Nederland
vroeg in dit kader de Hoge Vertegenwoordiger om voorstellen te doen om beide partijen
te bewegen stappen te zetten die bijdragen aan stabiliteit en een duurzame oplossing.
Het kabinet bepleitte conform de motie van het lid Segers (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2371) een brede inzet, met alle betrokken partijen, inclusief de Palestijnse Autoriteit,
Israël, Egypte, andere Arabische landen en vertegenwoordigers van de bevolking in
Gaza voor de wederopbouw van Gaza op de korte termijn dat mede kan dienen als opmaat
naar duurzame vrede, economische samenwerking en grotere veiligheid in de hele regio
op de lange termijn. Tevens sprak Nederland zich uit voor een uitnodiging van de nieuwe
Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken Lapid naar de Raad.
Rusland
De Raad sprak over Rusland voorafgaand aan de bespreking van de Europese Raad van
24–25 juni. Veel lidstaten gaven aan de Gezamenlijke Mededeling over de EU-Ruslandrelatie,
die op 16 juni jl. werd gepubliceerd, een goede en realistische basis te vinden om
tijdens de Europese Raad verder over de EU-Rusland relatie te spreken. Conform de
motie van het lid Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2368) vroeg Nederland aandacht voor de mogelijkheid om nieuwe sancties aan te nemen als
internationale normen geschonden worden, ook tegen de kring rondom president Poetin.
Ook noemde Hoge Vertegenwoordiger Borrell dat het streven naar waarheidsvinding, gerechtigheid
en rekenschap voor het neerhalen van vlucht MH17 onderdeel blijft uitmaken van de
gezamenlijke EU-inzet. Nederland onderstreepte in lijn met eerdere Raadsconclusies
het belang dat Rusland terugkeert naar trilaterale onderhandelingen tussen Nederland,
Australië en Rusland en dat Rusland voldoet aan zijn verplichtingen onder VNVR-resolutie
2166. Voorts dankte Nederland de Raad en de Hoge Vertegenwoordiger voor de voortdurende
steun op dit belangrijke onderwerp.
Mali/Sahel
De Ministers bespraken de recente ontwikkelingen in Mali na de militaire staatsgreep
van 25 mei jl. en de aankondiging van de Franse president Macron op 10 juni jl. om
de Franse militaire inzet in de Sahel te herzien. De Raad herbevestigde dat het organiseren
van presidentsverkiezingen – volgens het transitietijdspad – in februari 2022 de prioriteit
heeft. De Raad sprak begrip uit voor de Franse herziening van de militaire inzet in
de regio en benadrukte de noodzaak van een gezamenlijke veiligheidsinzet in de Sahel.
Frankrijk gaf aan dat het tijdelijk opschorten van de Franse militaire samenwerking
met Mali los staat van de herziening van de militaire inzet in de bredere regio en
dat het de modaliteiten en het tijdspad van de herziening van de Franse militaire
inzet in de regio met de betrokken partners zal afstemmen.
Ethiopië/Hoorn
Ministers spraken kort over de situatie in Ethiopië en uitten met name diepe bezorgdheid
over de humanitaire situatie in Tigray, mensenrechtenschendingen, en seksueel geweld
in het conflict. Ook refereerde de Raad aan het communiqué van de G7, waar dezelfde
thema’s werden benoemd en dat opriep tot een einde aan het geweld. Ethiopië wordt
naar verwachting wederom besproken in de volgende RBZ.
Belgrado-Pristina dialoog
Hoge Vertegenwoordiger Borrell informeerde de Ministers over de ontmoeting tussen
de Servische president Vucic en de Kosovaarse premier Kurti in het kader van de dialoog
tussen beide landen in Brussel op 15 juni jl. De verschillen in de posities tussen
beide landen blijven volgens Borrell groot. De Hoge Vertegenwoordiger verwacht een
vervolgafspraak in juli. De Hoge Vertegenwoordiger gaf aan dat de EU en de VS constructief
samenwerken ten aanzien van de dialoog.
Iran/JCPOA
De Raad heeft kort gesproken over Iran/JCPOA, waarbij onder andere de verkiezingsoverwinning
van Ebrahim Raisi bij de presidentsverkiezingen werd genoemd. De Raad sprak de hoop
uit dat de JCPOA-onderhandelingen onverminderd zullen worden voortgezet en benadrukte dat alle zijden gebaat
zijn bij een terugkeer naar de afspraken uit het nucleaire akkoord.
Libanon
De Raad besprak de zorgelijke situatie in Libanon. De Hoge Vertegenwoordiger bracht
recentelijk een bezoek aan Libanon en sprak daar met de belangrijkste politieke leiders
en afgevaardigden van het maatschappelijk middenveld. Tijdens de Raad uitte de Hoge
Vertegenwoordiger zijn zorgen over de verslechterende financieel-economische situatie
en de politieke impasse. De Raad deelde deze zorgen en verkende de opties voor een
sterkere EU-inzet, waarbij de Hoge Vertegenwoordiger en Nederland ook de optie van
sancties benoemde. Het kabinet is voorstander van een sterke EU-inzet in Libanon en
staat ervoor open om de haalbaarheid van verschillende opties daartoe te verkennen.
Belarus
De Raad besprak de situatie in Belarus, waar sinds de frauduleuze presidentsverkiezingen
van augustus 2020 sprake is van steeds verder toenemende repressie tegen oppositieleden,
activisten, leden van het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke journalisten.
Voorafgaand aan deze bespreking organiseerde de Hoge Vertegenwoordiger een ontbijt
met de Belarussische oppositieleider Svetlana Tsichanovskaya.
Volgend op de conclusies van de Buitengewone Europese Raad van 24 en 25 mei (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1700), nam de Raad een krachtig en omvangrijk sanctiepakket aan tegen Belarus, het vierde
sinds augustus 2020. Dit pakket betreft 78 personen en 8 economische entiteiten die
betrokken zijn bij de aanhoudende repressie en intimidatie van de bevolking van Belarus
en de onacceptabele gedwongen landing van een passagiersvliegtuig met als doel journalist
Roman Protasevitsj en zijn partner Sofia Sapega te arresteren. Het kabinet was actief
betrokken bij de voorbereiding van dit pakket. Hierdoor staan er op dit moment in
totaal 166 personen en 15 bedrijven op de sanctielijst van de EU tegen Belarus.
In lijn met de Nederlandse inzet werd ook een politiek akkoord bereikt over de economische
sectorale sancties. Voor zowel de import als export van specifieke producten en op
het verlenen van bepaalde financiële diensten gaan beperkingen gelden. Deze sectorale
sancties zullen rondom de aanstaande Europese Raad formeel worden aangenomen. Op dit
moment worden hiervoor de laatste juridische voorbereidingen getroffen. Meerdere lidstaten,
waaronder Nederland, spraken zich verder uit voor de mogelijkheid om, in lijn met
de gefaseerde aanpak die de EU hanteert bij sancties tegen Belarus, in de toekomst
aanvullende sanctiemaatregelen aan te nemen als repressie door het Belarussische regime
aanhoudt. Ook heeft Nederland gepleit voor heldere voorwaarden waaraan dient te worden
voldaan voordat sancties kunnen worden verlicht. Tot slot besprak de Raad het belang
van voortgaande steun aan de bevolking en het maatschappelijk middenveld in Belarus,
onder meer via het verlenen van studiebeurzen aan studenten die het land hebben moeten
ontvluchten.
Irak
De Raad sprak over Irak en de fragiele politieke en economische situatie aldaar. De
aankomende Iraakse verkiezingen kregen veel aandacht en de Raad benadrukte het belang
van vrije en eerlijke verkiezingen. Tijdens de Raad kondigde de Hoge Vertegenwoordiger
aan een politiek principebesluit te hebben genomen voor het uitvoeren van een EU-verkiezingswaarnemingsmissie, waarbij de exacte voorwaarden van de EU-missie nog moeten worden
uitgewerkt. Het kabinet onderschrijft het belang van de verkiezingen en benadrukte
voorstander te zijn van een EU-verkiezingswaarnemingsmissie, mits de veiligheidssituatie
dit toelaat. Voorts besprak de Raad het belang van verbeterde migratiesamenwerking
tussen de EU en Irak. Ook onderstreepte de Raad het belang van regionale stabiliteit
en de rol die Irak daarin kan spelen.
Tijdens de lunch sprak de Raad met de Iraakse Minister van Buitenlandse Zaken, Fuad
Hussein, die de ontwikkelingen in zijn land uiteenzette. In dit gesprek benadrukten
de Raad nogmaals het belang van een stabiel Irak voor de EU, alsook het belang van
vrije en eerlijke verkiezingen. De Raad verwelkomde het besluit van Irak om vervroegde
verkiezingen te organiseren. Tevens riep de Raad een nieuwe Iraakse regering op om
de inspanningen voor economische hervormingen voort te zetten. De diversificatie van
de economie en de ontwikkeling van de private sector zijn daarbij prioriteiten. Ook
werden door de Raad zorgen gedeeld over de mensenrechtensituatie en de hoge mate van
straffeloosheid in Irak. Daders van geweld blijven te vaak onbestraft. Nederland vroeg
conform het verzoek van het lid Van Dijk (SP) aandacht voor de vermiste mannen en
jongens uit Fallujah.
Latijns Amerika en Cariben (LAC)
De Raad sprak steun uit voor het pleidooi van de Hoge Vertegenwoordiger om de relaties
tussen de EU en LAC-regio te intensiveren. Veel lidstaten, inclusief Nederland via
een gezamenlijke Benelux interventie, wezen op de groeiende rol van andere internationale
actoren in de LAC-regio en benadrukten dat de EU en LAC grotendeels dezelfde waarden
delen en belangrijke partners zijn in multilaterale fora.
Verschillende lidstaten gingen ook in op de zorgelijke COVID-situatie in de regio,
waarbij onder andere Nederland het belang onderstreepte van COVAX en de bijdrage van
de EU aan groen en duurzaam herstel. Daarnaast noemde een aantal lidstaten de politieke
onrust in enkele landen in de regio, met name de crisis in Venezuela. Nederland wees
hierbij net als andere lidstaten op het belang van samenwerking met internationale
partners, waaronder de VS. Verder kwamen in de bespreking ook de samenwerking met
de regio op het gebied van rechtsstaat, mensenrechten en drugsbestrijding aan bod.
Meerdere lidstaten spraken zich uit voor snelle afronding van associatie- en handelsakkoorden
met landen in de regio en noemden daarbij de akkoorden met Chili, Mercosur en Mexico.
De Hoge Vertegenwoordiger sprak hierop de hoop uit dat de onderhandelingen over de
modernisering van het EU-Chili associatieakkoord voor het einde van dit jaar af zullen
worden afgerond. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, noemde handelsakkoorden
een belangrijk instrument voor samenwerking met de regio, mits voorzien van waarborgen
op het gebied van duurzaamheid en mensenrechten. Conform de motie van het lid Brekelmans
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2366) pleitte Nederland ervoor om de toegang tot essentiële grondstoffen te benoemen als
prioriteit in de relatie met de regio en aangegeven dat dit onderwerp zou moeten worden
geagendeerd bij een eventuele toekomstige EU-LAC top of bij een bezoek van de Hoge
Vertegenwoordiger aan de regio.
Any other business
Jemen
De Zweedse Minister van Buitenlandse Zaken deed onder Any other business verslag van haar bezoek aan Saoedi-Arabië, Oman en Jemen. Daarbij benadrukte zij dat
de toenemende EU-steun aan de VN-inzet op het gebied van het vredesproces merkbaar
is, Saoedi-Arabië zich op dit moment constructief opstelt ten opzichte van een staakt-het
vuren en meer druk op de Houthi’s nodig is. Het kabinet wees conform de motie van
het lid Kuzu (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2372) op het financieringstekort van het World Food Programme en sprak de hoop uit dat
EU Lidstaten de steun kunnen verhogen ten behoeve van de humanitaire situatie in Jemen.
Myanmar sancties
De Raad nam naar aanleiding van de aanhoudende schending van mensenrechten en ondermijning
van de democratie en rechtsstaat sinds de militaire coup in Myanmar een derde pakket
sancties aan. De aanvullende sancties zijn opgelegd aan vier entiteiten en acht personen.
Onder de vier entiteiten zijn drie bedrijven uit de hout- en edelstenenindustrie die
in handen zijn of onder zeggenschap vallen van het leger: Myanmar Gems Enterprise,
Myanmar Timber Enterprise en Forest Products Joint Venture Corporation. De vierde
entiteit is de Myanmar War Veterans Organization. De persoonsgerichte sancties zijn
opgelegd aan leden van het leger en de militaire junta, waaronder het enige nog niet
geliste lid van de door het leger ingestelde State Administrative Council. Met dit derde
pakket sancties sluit de EU aan bij wat gelijkgezinde landen aan maatregelen nemen
naar aanleiding van de staatsgreep in Myanmar. Met de nieuwe sancties verhoogt de
EU de druk op de militaire junta om de aanhoudende gewelddadige onderdrukking te stoppen.
Overig
Naar aanleiding van de toezegging voor de zomer terug te komen op mogelijkheden voor
NGO’s en nabestaanden om nominaties aan te dragen voor het Mensenrechtensanctieregime,
heeft Nederland opnieuw binnen de EU gepleit voor betrokkenheid van het maatschappelijk
middenveld en nabestaanden bij het sanctieregime. Daarbij benadrukte Nederland dat
mensenrechtenorganisaties de kennis en expertise hebben om concrete input te leveren
met oog op de toepassing van het sanctieregime. Lidstaten geven er echter vooralsnog
de voorkeur aan om hiervoor voort te bouwen op bestaande contacten met maatschappelijke
organisaties. Het ontbreekt binnen de EU aan steun om bijvoorbeeld een proces in te
richten of een vast contactpunt in te stellen. Nederland zal dit onder de aandacht
blijven brengen, maar kijkt ondertussen ook naar andere manieren om de inbreng te
faciliteren, zoals het delen van een tijdspad van de voorbereidingen en besluitvorming,
zodat belanghebbenden daarop kunnen inspelen. Daarnaast zal Nederland zelf actief
het gesprek blijven voeren met NGO’s over situaties die de aandacht vragen vanuit
de doelstelling van het sanctieregime en de manier waarop voorstellen voor nominaties
aangeleverd kunnen worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Buitenlandse Zaken