Brief regering : Gedeeltelijk intrekken ophokplicht (vogelgriep)
28 286 Dierenwelzijn
28 807
Vogelpest (Aviaire influenza)
Nr. 1198
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2021
Op 28 mei jl. informeerde ik uw Kamer over de situatie rondom hoogpathogene vogelgriep
(HPAI) (Kamerstukken 28 286 en 28 807, nr. 1185). Inmiddels is het bijna juli en zijn de maatregelen, waaronder de ophokplicht, bijna
acht maanden van kracht. Dit illustreert de bijzondere HPAI situatie van dit seizoen
in vergelijking met voorgaande jaren. In deze brief informeer ik u over de huidige
situatie in Nederland en Europa en mijn voorgenomen beleid.
Hoogpathogene vogelgriep in Nederland en Europa
Allereerst wil ik een update geven van de besmettingen in Nederland en Europa. Op
vrijdag 21 mei jl. is een kalkoenenbedrijf in Weert (provincie Limburg) besmet verklaard
met hoogpathogene vogelgriep (HPAI) type H5N8. Op donderdag 10 juni is een besmetting
vastgesteld op een dierenweide in Vleuten (provincie Utrecht) en een bij een vogelopvang
in Rotterdam (provincie Zuid Holland).
Het vogelgriepvirus circuleert ook nog in wilde vogels. Het aantal met H5N1 besmette
ganzen in Friesland en Groningen lijkt wel af te nemen, maar in andere delen van Nederland
zijn in week 23 nog drie vondsten gedaan van met H5N8 HPAI besmette meeuwen, eenden
en ganzen.
In andere Europese lidstaten neemt het aantal besmettingen af. In Duitsland en België
is onlangs de ophokplicht ingetrokken.
Afwijkend vogelgriepseizoen
We hebben het afgelopen jaar en de eerste helft van dit jaar te maken met een bijzonder
vogelgriepseizoen, met name bijzonder omdat het seizoen veel langer duurt dan in voorgaande
jaren. De ophokplicht in Nederland duurt inmiddels al bijna 8 maanden. Dit heeft veel
gevolgen voor het welzijn van pluimvee dat normaal gesproken een buitenuitloop heeft.
Daarnaast heeft de lange ophokplicht gevolgen voor de houders van deze vrije-uitloopkippen,
die de geproduceerde eieren niet langer als vrije-uitloop eieren kunnen verkopen.
Ook loopt de afzet van Nederlandse vrije-uitloopeieren in buurlanden terug en dreigt
Nederland een marktaandeel te verliezen in het buitenland als de ophokplicht nog langer
duurt.
Tevens zien we regionale verschillen in aantal uitbraken en in vondsten van besmette
wilde vogels. De huidige situatie vraagt daarom een zorgvuldige heroverweging van
het beleid dat ik tot nu toe heb gevoerd om te bezien of versoepelingen kunnen worden
doorgevoerd.
Ik wil mijn beleid zorgvuldig overwegen en een verantwoord besluit kunnen nemen. Daarom
neem ik de wekelijkse risicobeoordeling van de deskundigengroep dierziekten mee in
mijn overwegingen. Zoals toegezegd heb ik de deskundigen gevraagd een risicobeoordeling
te geven voor heel Nederland. Gezien de regionale verschillen heb ik hun tevens gevraagd
om een risicobeoordeling te geven over verschillende regio’s.
Deskundigengroep dierziekten
Op 14 juni heeft de deskundigengroep dierziekten de situatie opnieuw geanalyseerd
en de kans op besmetting van een pluimveebedrijf, gegeven de situatie, beoordeeld.
Daarin hebben zij ook beoordeeld in hoeverre het intrekken van de ophokplicht in bepaalde
regio’s de kans van besmettingen van pluimveebedrijven zou doen toenemen (regio’s
zoals in bijlage 2)1. Zij schatten de kans van besmetting voor heel Nederland in als matig tot hoog. Lokaal
kunnen er grote verschillen zijn voor introductiekansen van AI, omdat ook kleine waterrijke
gebieden aantrekkelijk kunnen zijn voor watervogels. Zij achten de kans op besmetting
in de kustprovincies en langs de grote rivieren hoger dan in andere gebieden maar
geven ook aan dat daarbuiten de kans in kleinere waterrijke gebieden hoog kan zijn.
Als in heel Nederland de ophokplicht wordt ingetrokken, zou de kans dat minimaal één
pluimveebedrijf besmet zou raken met vogelgriep toenemen naar hoog. Als de ophokplicht
wordt ingetrokken in bepaalde regio’s (zie bijlage 1)2, schatten zij de kans dat in die gebieden een pluimveebedrijf besmet raakt in als
matig. De deskundigen gaven aan dat de onzekerheid over hun beoordeling groot is,
vooral vanwege het feit dat het virus dit jaar lang blijft circuleren in vogels die
in Nederland broeden. Zij maakten daarbij ook de kanttekening dat er de afgelopen
tijd niet alleen uitbraken zijn geweest in (waterrijke) risicogebieden, maar ook in
gebieden waarvan, op basis van gegevens vanaf 2014, werd verondersteld dat het risico
daar lager was. Het verslag van de deskundigen is als bijlage 2 bij deze brief meegestuurd.
Nederland in regio’s
In bijgevoegde kaart in bijlage 1 staat weergegeven hoe wij Nederland hebben ingedeeld
in 20 regio’s. Dit zijn dezelfde regio’s als die gebruikt werden in 2018, toen er
een regionale ophokplicht werd ingesteld en deze regionaal werd ingetrokken. Gezien
de verschillen in de epidemiologische situatie in de diverse regio’s hanteer ik een
aantal criteria voor de afweging in welke regio’s ik verantwoord kan besluiten de
ophokplicht in te trekken, namelijk:
• Het betreft een regio die op basis van het tot nu toe gebruikte epidemiologische model
in het verleden een laag risico had;
• Er is sinds april 2021 geen uitbraak met HPAI is geweest en er zijn ook geen besmette
dode wilde vogels meer gevonden;
• Geen hoge pluimveedichtheid in de betreffende regio.
Op vijf regio’s zijn deze drie criteria van toepassing. Het gaat om de regio’s die
zijn gelegen in het oostelijk deel van Overijssel (regio 8), Gelderland (regio 9)
en Noord Brabant (regio 18), in het midden van Noord Brabant (regio 17) en in Limburg
(regio 20). In totaal liggen er in die vijf regio’s 81 pluimveebedrijven met een uitloop
van de in totaal 443 die er in Nederland zijn. Dit betreft 52 vrije-uitloop bedrijven
en 29 biologisch bedrijven.
Besluit regionaal intrekken ophokplicht
De kans op een uitbraak in de vijf genoemde regio’s bij intrekking van de ophokplicht
achten de deskundigen matig. Gezien deze veterinaire risico-inschatting, de dierenwelzijnsaspecten,
de financiële situatie voor pluimveehouders en het verlies van marktaandeel voor vrije-uitloopeieren
acht ik het – na zorgvuldige afweging van alle belangen – verantwoord om de ophokplicht
in de vijf regio’s per zaterdag 19 juni in te trekken.
In regio 10, waar de Gelderse Vallei in valt, zijn ook dit jaar nauwelijks vondsten
van besmette wilde vogels geweest en geen uitbraken en dat geldt ook voor de Gelderse
Vallei. Toch laat ik in die regio de ophokplicht in stand, vanwege de hoge pluimveedichtheid.
Als daar een besmetting optreedt, bestaat de mogelijkheid dat het virus zich snel
verspreidt tussen de bedrijven. Dat geldt ook voor regio 19 in het zuidoosten van
Noord Brabant waar een kleinere pluimveedichte kern zit maar waar bovendien het recent
besmette bedrijf in Weert lag.
Ik realiseer me dat er door het regionaal ophokken verschillen in perspectief en afzetmogelijkheden
ontstaan tussen vrije-uitloopbedrijven in de verschillende regio’s. Dit is mijns inziens
helaas onvermijdelijk, omdat, zoals ik hiervoor heb aangegeven, ik de opheffing van
de landelijke plicht op dit moment niet verantwoord acht. Ik hoop echter door de stapsgewijze
aanpak de sector perspectief te kunnen bieden. Met de diverse sectoren is over deze
aanpak overleg geweest.
Op de website van RVO.nl (rvo.nl/dierziektenviewer/) staat informatie die pluimveehouders
kunnen gebruiken om vast te stellen of hun bedrijf of locatie valt in een van de vijf
regio’s waar de ophokplicht wordt ingetrokken.
Monitoren van de situatie
Ik zal de situatie nauwlettend volgen en wekelijks de deskundigengroep om een beoordeling
blijven vragen. Daarbij neem ik in mijn toekomstige afweging onder andere de epidemiologische
situatie in de vijf regio’s mee en het aantal gevonden besmette wilde vogels in de
rest van Nederland om te kijken in welke andere regio’s ik het verantwoord acht de
ophokplicht op te heffen.
Regionale en landelijke maatregelen
Tegelijk met het opheffen van de ophokplicht in de eerder genoemde regio’s wil ik
benadrukken dat de overige landelijke maatregelen, zoals het verbod op wedstrijden
en tentoonstellingen en een bezoekersregeling van kracht blijven. Ik roep alle houders
in heel Nederland op om de hygiënemaatregelen in acht te blijven nemen en de afscherm-
of ophokplicht in de andere regio’s dan de vijf genoemde na te leven.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit