Brief regering : Verslag van de Transportraad van 3 juni 2021
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 868
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2021
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
het verslag aan van de Transportraad d.d. 3 juni 2021. Met deze brief informeer ik
u ook over de Letter of Intent over de Trans Europe Express 2.0, die Duitsland tijdens
de Third Rail Summit d.d. 17 mei 2021 presenteerde.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
I. Transportraad d.d. 3 juni 2021 te Luxemburg
Single European Sky 2+ (SES2+)
Het Portugees Voorzitterschap startte met het SES2+ dossier, waar de afgelopen periode
veel energie door het Voorzitterschap in is gestoken om te komen tot een voor de lidstaten
acceptabele compromistekst. Het Voorzitterschap benadrukte hierbij zoveel mogelijk
rekening gehouden te hebben met de doelstellingen van de SES2+, gericht op het verbeteren
van de veiligheid, capaciteit en kostenefficiëntie en het minimaliseren van de milieu-impact.
Het werk van het Voorzitterschap werd breed gewaardeerd en de lidstaten gaven unaniem
aan de compromistekst te kunnen steunen. Hiermee bereikte de Raad een algemene oriëntatie
op dit dossier. Alhoewel de Raad en de Europese Commissie (hierna «de Commissie»)
dezelfde doelen nastreven, verschilt het beeld over de wijze waarop deze doelen moeten
worden bewerkstelligd. Een belangrijk punt van zorg dat o.a. door Nederland werd geuit,
betreft de uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese organisaties op bijvoorbeeld
het gebied van prestatiesturing en netwerkmanagement, zoals door de Commissie is voorgesteld.
Nederland geeft daar, net zoals een groot aantal andere lidstaten, geen steun aan.
Reden daarvoor is dat dit onvoldoende ruimte laat aan de lidstaten voor de manier
waarop zij hun luchtruim en luchtvaartnavigatiedienstverlening (en het toezicht daarop)
inrichten en aansturen. Het Voorzitterschap sloot dit agendapunt af door te benadrukken
dat het bereiken van deze algemene oriëntatie tevens van toegevoegde waarde is in
het bereiken van de klimaatdoelen, zoals geformuleerd in de Green Deal. Onder het
Sloveens Voorzitterschap gaat de triloogfase van start in dit dossier.
Wijziging Richtlijn 2006/1/EG gehuurde voertuigen en wijziging Richtlijn 2017/2397
overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van derde landen
Over deze wetgevende voorstellen bereikte de Raad snel een unaniem akkoord. De Raad
heeft o.a. afgesproken dat het voor lidstaten mogelijk moet zijn om als vervoerder
voertuigen in te zetten in lidstaten, die gehuurd zijn door een onderneming die in
een andere lidstaat is gevestigd. Registratie van het voertuig in de lidstaat waar
het voertuig wordt ingezet zal dus niet meer nodig zijn. Nederland, tezamen met een
aantal andere lidstaten, onderstreepte hierbij het belang van het tegengaan van illegale
cabotage. De Raad besloot hierover dat de lidstaat waarin het gehuurde voertuig van
een andere lidstaat wordt ingezet, het voertuignummer moet registreren in het eigen
nationale registratiesysteem. Na het bereiken van het akkoord op dit voorstel, bereikte
de Raad zonder discussie tevens een unaniem akkoord over de overgangsmaatregelen voor
de erkenning van certificaten van derde landen. Onder het Sloveens Voorzitterschap
gaat de triloogfase van start in beide dossiers.
Raadsconclusies duurzame en slimme mobiliteit
De Raad nam conclusies1 aan over de EU strategie duurzame en slimme mobiliteit. De Raad steunt de visie van
de Commissie over het duurzamer, inclusiever, intelligenter, veiliger en veerkrachtiger
maken van mobiliteit. Nederland riep de Commissie op een uitfaseerdatum voor te stellen
voor de verkoop van nieuwe auto’s en busjes met fossiele verbrandingsmotoren. Deze
oproep kon op steun rekenen van meerdere lidstaten. Tevens riepen lidstaten, waaronder
Nederland, de Commissie op strengere CO2-normen voor te stellen voor voertuigen en werd het belang benadrukt oog te hebben
voor digitalisering (o.a. in de vorm van geautomatiseerde voertuigen, toepassen intelligente
transportsystemen, data delen etc.) in de verduurzamingsopgave van de mobiliteitssector.
Raadsconclusies bevorderen spoorvervoer
De Raad nam conclusies2 aan over het bevorderen van internationaal spoorvervoer. De lidstaten, waaronder
Nederland, onderstreepten hierbij het belang van spoorvervoer, zowel voor personen
als goederen, in het behalen van de klimaatdoelen en daarbij de belangrijke rol van
de modal shift van CO2- intensieve transportmodaliteiten naar spoor. In de conclusies roept de Raad de Commissie
op in 2022 een voortgangsverslag in te dienen, als vervolg op het EU actieplan voor
personen vervoer per spoor, dat eind 2021 wordt verwacht. Tevens roept de Raad de
Commissie op toekomstige regelingen op Europees niveau te bestuderen om spoorwegexploitanten
op niet-discriminerende wijze te ondersteunen.
Diversen:
= Maatregelen ter voorkoming van containerverlies op zee
Nederland gaf een toelichting op de maatregelen die zijn genomen ter voorkoming van
containerverlies op zee, naar aanleiding van het MSc Zoë incident. Nederland gaf aan
dat het containerverlies op zee de laatste jaren is toegenomen en uitte zorgen over
de veiligheid van de bemanning en de negatieve gevolgen op het milieu. Deze zorgen
werden gedeeld door de Commissie en een groep lidstaten. Nederland wierp de vraag
op of de eisen aan containerschepen in de afgelopen 20 jaar voldoende zijn meegegroeid
met de schaalvergroting van het containervervoer en gaf aan de Internationale Maritieme
Organisatie (IMO) op te zullen roepen dit vraagstuk nader te analyseren. Deze oproep
werd gesteund door een aantal lidstaten en de Commissie gaf aan dat de EU een trekkersrol
moet innemen in IMO-verband.
= Platform on International Rail Passengers
Mede op initiatief van Nederland gaf Oostenrijk een toelichting over de belangrijkste
uitkomsten van de voortgangsrapportage over het bevorderen van internationaal spoorvervoer.
Dit als vervolg op de ministeriële verklaring over internationaal personenvervoer
per spoor tijdens de Transportraad van 4 juni 20203 en als vervolg op de officiële lancering van het Jaar van het Spoor op 29 maart jl. waarbij de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een
speech verzorgde over de eerste bevindingen van het International Rail Passenger Platform4. Tijdens de Raad benadrukte Oostenrijk wederom het belang van spoor in het behalen
van de klimaatdoelen. Oostenrijk riep op tot meer coördinatie en samenwerking tussen
lidstaten voor wat betreft grensoverschrijdend spoorvervoer. Deze boodschap weerklonk
zowel bij de Commissie als een aantal lidstaten. Ook stond Oostenrijk stil bij de
allereerste nachttrein (de zogeheten Nightjet), die op 25 mei jl. vanuit Wenen aankwam
in Amsterdam. Tot slot riep Oostenrijk, gesteund door Nederland, de Commissie op te
starten met de internationale pilotlijnen, zoals genoemd in de strategie voor duurzame
en slimme mobiliteit, die inzichtelijk moeten maken hoe de belangrijkste barrières
voor internationaal personenvervoer weggenomen kunnen worden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Oostenrijkse covoorzitter
boden het voortgangsrapport voorafgaand aan de Transportraad aan de Europese Ministers
aan. Het voortgangsrapport treft u als bijlage5 bij deze brief aan. Op basis van dit voortgangsrapport zal worden samengewerkt met
de Europese spoorwegsector en de consumentenorganisaties om uitvoering te geven aan
de aanbevelingen.
= Inkomend Sloveens Voorzitterschap
De Raad werd afgesloten met een vooruitblik op het werkprogramma van het inkomend
Sloveens Voorzitterschap, dat 1 juli a.s. van start gaat. Het aankomend Voorzitterschap
gaf aan zich te zullen richten op het herstel, de veerkracht en strategische autonomie
van de EU. Het onderwerp duurzame en slimme mobiliteit zal met prioriteit worden opgepakt,
waarbij de focus met name zal liggen op de aankomende herziening van de Richtlijn
betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFID), Sustainable
Aviation Fuels (SAF) en FuelEU Maritime (alle drie onderdeel van het nog te verschijnen
Fit for 55%-pakket). Het inkomend Voorzitterschap bedankte het Portugees Voorzitterschap
en gaf aan de Ministers graag fysiek te willen verwelkomen tijdens de informele energie-
en transportbijeenkomst in Ljubljana van 21–23 september 2021.
II. Letter of Intent Trans Europe Express 2.0
Als follow-up van een initiatief tijdens het Duitse voorzitterschap van de Raad heeft
Duitsland op basis van een conceptstudie een Letter of Intent over de Trans Europe
Express 2.0 (TTE 2.0) opgesteld en voorgelegd aan de lidstaten. Dit voorstel is in
lijn met de ministeriële verklaring over de ontwikkeling van het internationale personenvervoer
per spoor, die tijdens de Transportraad van 4 juni 2020 door 27 Europese landen is
omarmd. De Letter of Intent heeft als doel de versterking van het Europees spoornetwerk
voor personenvervoer, over afstanden van meer dan 600 kilometer door meerdere landen,
met snelheden vanaf 100–160 kilometer per uur. Bij de Letter of Intent zijn de verbindingen
ogenomen die voor Nederland belangrijk zijn om goed aan te sluiten op het TEE 2.0
netwerk. Duitsland presenteerde het initiatief TEE 2.0 tijdens de Third Rail Summit
d.d. 17 mei jl., waar ook de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat steun
aan dit initiatief heeft uitgesproken. De presentatie werd tevens ondersteund door
Oostenrijk, Frankrijk en België. Daarnaast leverde Commissievoorzitter Von der Leyen
en de Duitse Bondskanselier Merkel een bijdrage aan de summit en benadrukten het belang
van duurzaam vervoer voor middellange afstand in de EU. Inmiddels hebben 20 landen
de Letter of Intent getekend. De Letter of Intent is opgenomen in de bijlage6 van deze brief.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat