Brief regering : Hoofdlijnennota Arbovisie 2040
25 883 Arbeidsomstandigheden
Nr. 413
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2021
Hierbij bied ik u ter informatie aan de Hoofdlijnennota Arbovisie 20401. Ook ontvangt u hierbij ter informatie de adviesaanvraag aan de Sociaal-Economische
Raad over deze hoofdlijnennota2.
Werk geeft mensen niet alleen bestaanszekerheid en onafhankelijkheid, maar ook een
mogelijkheid om bij te dragen aan de samenleving en de economie.
Goede arbeidsomstandigheden zijn een belangrijke voorwaarde voor een gezonde en werkzame
beroepsbevolking. Om dat te bereiken moet werk aantrekkelijk zijn, tot op hogere leeftijd
te verrichten zijn en gecombineerd kunnen worden met andere activiteiten.
Uit de evaluatie van de Arbobeleidsagenda 2012 blijkt dat de hoofdlijnen van het arbeidsomstandighedenbeleid
zoals toen geformuleerd niet meer afdoende zijn om de huidige vraagstukken effectief
aan te pakken. Ook blijkt duidelijk dat nog niet alle arbeidsrisico’s voldoende zijn
aangepakt. Er moeten nog flinke stappen worden gezet om betere resultaten te bereiken.
Dat is de uitdaging voor de komende jaren. Om deze uitdaging te structureren wordt
de Arbovisie 2040 opgesteld. Bij het formuleren van de visie moet rekening worden
gehouden met huidige en toekomstige ontwikkelingen.
De arbeidsmarkt is in ontwikkeling en dat heeft effect op arbeidsomstandigheden. In
vergelijking met tien jaar geleden zijn er nu meer werkenden die geen traditionele
baan hebben met vaste werktijden, een vast contract en/of een door de werkgever beschikbaar
gestelde vaste locatie waar de werkprestaties worden geleverd. Economische activiteiten
worden steeds vaker buiten de «traditionele werkuren» verricht en er is een ontwikkeling
naar een 24/7 economie. We zien ook het ontstaan van de platformeconomie, waarin diensten en goederen worden geleverd via digitale platforms. De grenzen
tussen werk en privé vervagen, bijvoorbeeld omdat steeds meer mensen (meer) thuiswerken.
De toenemende levensverwachting en daarmee het toenemend aantal (hulpbehoevende) ouderen
veroorzaakt bovendien een groeiende vraag naar mantelzorg, wat extra druk zet op de
balans tussen werk en privé. Flexibilisering, robotisering en digitalisering bieden
nieuwe kansen, maar kunnen ook nieuwe arbeidsrisico’s met zich mee brengen. Nieuwe (gevaarlijke) stoffen kunnen de gezondheid bedreigen
en virussen kunnen tot een pandemie uitgroeien.
Deze ontwikkelingen stellen werkenden voor de uitdaging om zo gezond en vitaal mogelijk
hun prestaties te leveren. Werken kan een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid
bevorderen. Het kan ook een actieve rol spelen bij het herstel na ziekte of uitval.
Tegelijkertijd leidt werk soms ook tot gezondheidsproblemen. Een greep uit de cijfers:
17% van de werknemers geeft aan te maken te hebben met burn-out klachten; jaarlijks
vinden 114.000 arbeidsongevallen plaats met verzuim tot gevolg en jaarlijks zijn er
circa 3.000 doden als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk.
De jaarlijkse kosten van werkgerelateerde loondoorbetaling aan werknemers die verzuimen,
worden geschat op 6 miljard euro. Deze cijfers zijn al jaren zorgelijk hoog en daarom
wordt in de Hoofdlijnennota voorgesteld een trendbreuk te bewerkstelligen.
Om te bepalen wat de belangrijkste thema’s zijn en hoe die kunnen worden aangepakt
zijn de opvattingen en ervaringen van personen actief op de werkvloer in beeld gebracht.
Ook is gesproken met vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers, preventiemedewerkers
arbodienstverleners en andere stakeholders. Daarbij zijn ervaren knelpunten en gewenste
verbeteringen in kaart gebracht. Op basis van deze gesprekken, position papers en
een analyse van rapporten, cijfers en ontwikkelingen zijn de volgende zeven hoofdlijnen
voor de Arbovisie 2040 geformuleerd:
1. Meer focus op preventie;
2. Meer mogelijkheden voor eigen regie voor werkenden;
3. Structureel aandacht voor de factor arbeid in de reguliere zorg;
4. Verbetering in de naleving van de wet- en regelgeving;
5. Een flexibel en adaptief arbostelsel en arbobeleid;
6. Een verbeterde kennisinfrastructuur en implementatie van kennis over preventie in
de praktijk;
7. Een passende en effectieve verantwoordelijkheidsverdeling.
Deze hoofdlijnen geven de richting aan voor de komende jaren. Voor elke hoofdlijn
wordt in de Hoofdlijnennota Arbovisie 2040 een indicatie gegeven welke specifieke
onderwerpen opgepakt zouden kunnen worden. In het vervolgproces worden deze hoofdlijnen
verder, samen met het veld, uitgewerkt in een Beleidsagenda 2022–2025.
Het kabinet vraagt nu eerst de Sociaal-Economische Raad (SER) om advies (bijgevoegd).
Na ontvangst van het advies van de SER zal het kabinet zijn opvattingen bepalen en
de Arbovisie definitief vaststellen. Ik verwacht dat de kabinetsreactie begin 2022
aan de Kamer wordt gestuurd.
Hierna worden de stakeholders in de sector uitgenodigd mede invulling te geven aan
de Beleidsagenda 2022–2025. Beoogd wordt samen een plan te formuleren waar stakeholders
zich in kunnen vinden en zich ook medeverantwoordelijk voelen voor een goede uitvoering.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid