Brief regering : Onderzoek Dialogic over Nederlandse Investeringsklimaat
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 369 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2021
Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport van Dialogic over het Nederlandse investeringsklimaat
aan1. Op 17 april 2020 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over het nieuwe Nederlandse
acquisitiebeleid.2 Dit beleid heeft een sterkere focus op het aantrekken van buitenlandse bedrijven
die bijdragen aan de versterking van de innovatie-ecosystemen en de verduurzaming
en digitalisering van onze economie. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat is een belangrijke
randvoorwaarde voor het succes van dit nieuwe acquisitiebeleid. Daarom is in diezelfde
brief een onderzoek naar het vestigingsklimaat toegezegd.
Opzet van het onderzoek
Bij de opzet van het onderzoek is gekozen voor een focus breder dan het vestigingsklimaat.
Dialogic heeft niet alleen gekeken naar het klimaat voor buitenlandse bedrijven die
zich in Nederland vestigen (het vestigingsklimaat), maar ook naar het investeringsklimaat
in Nederland voor alle bedrijven. Dit bepaalt de mate waarin het voor de private sector
aantrekkelijk is om te investeren in Nederland. Het gaat daarbij om grote investeringen
op de lange termijn en ook kleine investeringen op de korte termijn. Het doel van
het onderzoek is een goed beeld te krijgen van de sterktes en zwaktes van het Nederlandse
investeringsklimaat.
Voor het onderzoek heeft Dialogic gekeken naar het investeringsklimaat op drie niveaus.
Allereerst het investeringsklimaat in brede zin (generiek). Ten tweede heeft Dialogic
gekeken naar de drie focusgebieden die aansluiten bij de kabinetsambities van het
acquisitiebeleid: innovatie, verduurzaming en digitalisering. Tot slot zijn voor verdere
concretisering binnen deze focusgebieden acht deelgebieden gekozen (o.a. kwantum,
fotonica en life science & health). Om een analyse te maken van ons investeringsklimaat
wordt Nederland hierbij telkens vergeleken met verschillende concurrerende landen.
Dit zijn de Verenigde Staten en negen landen in Noordwest-Europa. In de praktijk zijn
dit de landen waar Nederland vaak mee concurreert.
Voor het beeld van het generieke investeringsklimaat maakt Dialogic gebruik van bestaande
indices over het investeringsklimaat, zoals The Global Competitiveness Report van het World Economic Forum. Voor de specifieke focus- en deelgebieden is gebruik
gemaakt van bestaande literatuur, een beperkt aantal interviews en van specifieke
indices (indien beschikbaar). Het onderzoek is gebaseerd op metingen uit het verleden
en kijkt dus per definitie terug en niet vooruit. De impact van recente ontwikkelingen
– zoals Brexit, de coronacrisis, stikstofproblematiek, et cetera – op ons huidige
en toekomstige investeringsklimaat is lastig te bepalen. De mogelijke impact van die
ontwikkelingen maakt dus geen onderdeel uit van dit onderzoek.
Uitkomsten van het onderzoek
Uit de verschillende indices komt naar voren dat in generieke zin Nederland met het
investeringsklimaat grofweg in de top drie staat ten opzichte van onze tien belangrijkste
concurrenten. We concurreren om de topplaatsen met Zwitserland, Denemarken en in mindere
mate Zweden. Nederland heeft zich in de periode 2010–2020 weten op te werken van een
middenmoter naar een top drie-positie. Daarbij valt op dat Nederland bij de verschillende
pijlers van het generieke investeringsklimaat weinig uitschieters naar beneden kent,
Nederland scoort op elk aspect op zijn minst gemiddeld.
Dialogic stelt dat het generieke investeringsklimaat een instrument is om landen op
hoofdlijnen met elkaar te vergelijken, maar dat het bij de daadwerkelijke investeringen
vooral om heel specifieke eigenschappen van het investeringsklimaat draait. Bedrijven
maken immers investeringsbeslissingen op het niveau van projecten. Of een land kan
concurreren hangt af van zeer specifieke aspecten en het «gemiddelde» investeringsklimaat
heeft hier beperkt invloed op. Daarom is in het onderzoek ook gekeken naar de drie
focusgebieden en acht deelgebieden. De positie van Nederland op deze gebieden verschilt
sterk: soms zijn we koploper, soms niet. Het rapport bevat een overzicht van de sterke
en zwakke punten van Nederland per gebied. Door de bank genomen scoort Nederland lager
op deze specifieke gebieden dan op het generieke investeringsklimaat.
Tot slot doet Dialogic een aantal aanbevelingen. Zo benadrukt het bureau dat verbetering
van het investeringsklimaat in focus- en deelgebieden voort zal moeten komen uit zeer
specifiek beleid. Juist omdat onze basis op orde is. Verder onderzoek naar specifieke
aspecten van een deelgebied is vereist om inzichtelijk te maken hoe daarin het investeringsklimaat
kan worden verbeterd.
Vervolg
Parallel aan dit onderzoek wordt gewerkt aan de uitvoering van de motie van het lid
Lodders c.s. die het kabinet verzoekt om onderzoek te doen naar concrete beleidsvoorstellen,
zowel fiscaal als niet-fiscaal, om investeringen aan te jagen en ondernemerschap en
innovatie te versterken.3 Het kabinet streeft ernaar het rapport naar aanleiding van deze motie voor de zomer
naar uw Kamer te sturen.
Vervolgens is het naar mijn oordeel aan het volgende kabinet om te bepalen hoe met
de resultaten van dit onderzoek om te gaan en wat dit betekent voor het toekomstige
investeringsklimaatbeleid.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat