Brief regering : Stand van zaken aanpassen van de ondersteuningsstructuur voor zieke leerlingen
35 570 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021
Nr. 222 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2021
Vanuit het Ministerie van OCW wordt samen met het veld gewerkt aan een aanpassing
van de ondersteuningsstructuur van het onderwijs aan zieke leerlingen. Op dit moment
wordt deze ondersteuning verzorgd door educatieve voorzieningen bij universitair medisch
centra (umc’s) en een aantal onderwijsadviesbureaus (oab’s). Beoogd wordt om deze
voorziening in de toekomst bij één landelijke organisatie te beleggen. De voorbereidingen
voor dit traject verlopen voorspoedig en de betrokken organisaties zullen hun medezeggenschapsorganen
informeren over de mogelijke consequenties voor onder meer het personeel. Om die reden
informeer ik nu ook uw Kamer graag over de achtergronden en de voortgang van dit traject.
De redenen voor de beoogde aanpassing zijn gelegen in het borgen van de continuïteit
en flexibiliteit van de ondersteuning. Eind 2016 heeft het Ministerie van OCW het
onderzoeksbureau Oberon de opdracht gegeven te onderzoeken of de huidige ondersteuningsstructuur
van het onderwijs aan zieke leerlingen nog past in de huidige en veranderde context.
De conclusie van dit onderzoek was dat de huidige structuur veel waardevolle elementen
heeft, maar dat de onderliggende wetgeving en subsidiestructuur verouderd is en onvoldoende
flexibel om te kunnen voorzien in een toekomstbestendige, flexibele, stabiele en landelijk
dekkende ondersteuningsstructuur. Geadviseerd werd om andere mogelijkheden te bekijken.
Het rapport is 7 maart 2018 op rijksoverheid.nl openbaar gemaakt en daarbij is aangekondigd
dat deze mogelijkheden zouden worden verkend.
Vanuit het ministerie zijn na het verschijnen van het rapport gesprekken gevoerd met
een vertegenwoordiging van het veld. Deze vertegenwoordiging bestond uit onderwijsadviesbureaus
(oab’s), universitair medische centra (umc’s), de Nederlandse Federatie van Universitair
Medische Centra (NFU) en Edventure (brancheorganisatie voor oab’s). In 2019 is besloten
om over te gaan naar één landelijke organisatie met regionale uitvoering voor de onderwijsondersteuning
aan zieke leerlingen. In het voorjaar van 2020 is een kwartiermaker aangesteld die
in samenspraak met de betrokken umc’s en oab’s aan de slag is gegaan met de nadere
invulling en uitwerking van dit voorgenomen besluit en met het treffen van voorbereidingen
voor de op te zetten landelijke organisatie. De kwartiermaker heeft de voorbereiding
van de beoogde transitie inmiddels uitgewerkt in een concrete aanpak. De betrokken
organisaties (oab’s en umc’s) kunnen zich vinden in de voorgestelde aanpak en uitwerking
en bereiden zich voor op de (personele) gevolgen van de voorgenomen aanpassingen.
Ik informeer deze organisaties direct na het uitgaan van deze brief schriftelijk,
zodat ze de benodigde interne processen kunnen voortzetten.
Parallel aan het voorbereidende werk van de kwartiermaker en betrokken organisaties,
ben ik bezig met een wetsvoorstel om de veranderende structuur wettelijk te verankeren.
Het streven is om de internetconsultatie met betrekking tot dit wetsvoorstel nog in
dit voorjaar uit te zetten en het voorstel in het eerste kwartaal van 2022 aan uw
Kamer aan te bieden. Het streven is er op gericht om de wet met ingang van 1-1-2023
in werking te laten treden.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
Indieners
-
Indiener
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.