Brief regering : Monitor Plastic Pact NL 2019
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 154
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2021
Hierbij bied ik u de monitoringsrapportage Plastic Pact NL over 2019 aan1. Hierin wordt ingegaan op de eerste trends en voortgang ten aanzien van de hoofddoelstellingen
van het Plastic Pact NL in het jaar 2019. De monitoringsrapportage is een vervolg
op de nulmeting over 2017/2018 die ik uw Kamer op 14 februari 2020 heb aangeboden.2
Na een toelichting op de inhoud van de monitoringsrapportage duid ik kort de reacties
van de voortgangscommissie en de stuurgroep van het Plastic Pact NL hierop. Zowel
de rapportage als de reacties zijn als bijlagen bij deze brief gevoegd3.
Monitor Plastic Pact NL 2019
Samen met koplopende plastic producerende en plastic toepassende bedrijven, milieuNGO’s,
banken, onderzoeksinstellingen, adviesbureaus en sectororganisaties heb ik ruim twee
jaar geleden een stip op de horizon gezet in een pact; we gaan méér doen met minder
plastic.4 Partijen bij het Plastic Pact NL hebben zich gecommitteerd om in 2025 alleen eenmalige
plastic producten en verpakkingen op de markt te brengen die zo mogelijk herbruikbaar,
maar in ieder geval 100 procent recyclebaar zijn. Verder hebben partijen zich gecommitteerd
om 20 procent minder plastic te gebruiken onder andere door meer hergebruik, zal minimaal
70 procent van de eenmalig gebruikte producten en verpakkingen hoogwaardig zijn gerecycled,
en bestaan deze producten gemiddeld per bedrijf voor minimaal 35 procent uit gerecyclede
plastics en zullen zoveel mogelijk duurzaam geproduceerde biobased plastics worden
gebruikt. Om de voortgang van de hoofddoelstellingen van het Pact te meten wordt er
jaarlijks gemonitord.
Naar aanleiding van de nulmeting over 2017/2018 heeft de stuurgroep maatregelen genomen
om ervoor te zorgen dat de respons voor de monitoring over 2019 beter zou zijn. Zo
is het gesprek aangegaan met partijen die geen data hadden aangeleverd en is de uitvraag
over 2019 vereenvoudigd en eerder uitgegaan. Ik ben blij te zien dat het responspercentage
voor de voorliggende monitor ten opzichte van de nulmeting is gestegen van 42% naar
88%.
Voortgang op de hoofddoelstellingen
De rapportage5 schetst het beeld dat de partijen in het Plastic Pact NL voorzichtig de goede richting
op gaan voor het behalen van de doelstellingen, zoals zichtbaar is in onderstaande
afbeelding.
Een groter aandeel verpakkingen van de Plastic Pact NL ondertekenaars is nu recyclebaar.
Het gewogen gemiddelde percentage recyclebare verpakkingen steeg van 44% in 2017 naar
62% in 2019. Streefwaarde voor 2025 is dat alle verpakkingen 100% recyclebaar zijn.
Het verminderen van het gebruik van plastic laat een kleine stap zien tussen 2017
en 2019 van 2,5%. Het doel voor 2025 is dat er relatief 20% minder volume plastic
(in kg) is ten opzichte van het totale volume op de markt gebrachte producten in 2017.
Weliswaar is 2,5% een geringe vooruitgang, maar hierbij past – zoals de stuurgroep
stelt – een kanttekening. Wanneer plastic wordt vervangen door andere materialen met
een slechtere milieuprestatie is dat geen vooruitgang. De winst in absolute plasticreductie
mag niet ten koste van het milieu gaan. De reductie zal dus moeten plaatsvinden door
overbodige plastic producten of onderdelen weg te laten, meer in te zetten op herbruikbare
producten en verpakkingen, plastic te hergebruiken en/of door de inzet van duurzamere
materialen. Op basis van de aangeleverde kwalitatieve data is zichtbaar dat veel partijen
hier acties op ondernemen.
Voor de derde doelstelling is een alternerend patroon zichtbaar. In 2025 moet minimaal
70% van het plastic afval gerecycled worden. Het percentage schommelt nu van 66% in
2017 naar 49% in 2018 en in 2019 terug naar 53%. Het aantal partijen dat erover rapporteert
neemt toe.
Voor het aandeel gerecyclede plastics dat bedrijven gebruiken in nieuwe verpakkingen
is tussen 2017 en 2019 een stijgende lijn zichtbaar van 11% in 2017 naar 25% in 2019,
maar er is een tussenwaarde van 31% in 2018. Het aantal partijen dat erover rapporteert
nam in 2019 sterk toe en beïnvloedde het gemiddelde. Voor 2025 wordt ingezet op een
zo hoog mogelijk percentage. Het moet dan gemiddeld per bedrijf minimaal 35% zijn.
Doordat tussentijds partijen toetreden, uittreden en fuseren en steeds meer partijen
data aanleveren, is soms dus ook een alternerend patroon in de voortgang te zien.
In de vierde doelstelling is ook opgenomen dat zoveel mogelijk duurzaam geproduceerde
biobased plastics worden gebruikt om het gebruik van primair fossiele plastics te
verminderen. De gerapporteerde percentages voor biobased plastic zijn laag. In 2019
bestond 1,6% van de totale hoeveelheid plastic verpakkingen die door de plastic producerende
ondertekenaars op de Nederlandse markt zijn gebracht uit biobased plastics. Het gaat
om enkele individuele partijen die biobased plastic gebruiken.
Dynamiek binnen het Plastic Pact NL netwerk
In de rapportage is dit jaar meer aandacht gegeven aan de ingezette acties, bereikte
resultaten en voorgenomen activiteiten om de dynamiek die door het Plastic Pact op
gang wordt gebracht zichtbaarder te maken. Een analyse van de verbeteracties en -plannen
uit 2019 laat zien dat veel bedrijven werken aan productinnovaties. Vooral het herontwerpen
(redesign) van producten door gebruik van andere materialen en toepassing van plastic
recyclaat wordt veel genoemd. Zo wordt het voorbeeld uitgelicht dat de kleine waterflesjes
van een bronwaterbedrijf nu van 100% gerecycled PET worden gemaakt.
Ook is er veel aandacht voor het verminderen van wanddiktes, het weglaten van kunststofonderdelen
van het product of zelfs het omzetten van kunststofproducten naar glas of karton.
Zo verpakt een supermarktketen sinds 2019 de bananen en courgettes niet meer in plastic
zakken, maar gebruikt zij banderollen en bespaart daarmee 87 ton plastic.
Daarnaast is een groot aandeel van de bedrijven bezig hun single-use plastic producten
om te zetten naar herbruikbare alternatieven. Zo ontwikkelt een ondertekenaar herbruikbaar
plastic tafelservies dat 125 keer hergebruikt kan worden en vervolgens ook nog recyclebaar
is.
Ook wordt door ondertekenaars gewerkt aan procesinnovaties, met name op het gebied
van het verbeteren van inneem- en de sorteerprocessen of het uitbreiden van de capaciteit
door extra installaties te bouwen.
De voortgangscommissie van het Plastic Pact NL (VGC), een onafhankelijke commissie
die toeziet op het uitvoeren van de afspraken en de effecten van het Pact6, schrijft in haar reactie dat zij ziet dat deelnemende partijen actief bezig zijn
met het behalen van de doelstellingen. De stuurgroep beaamt dat al veel ontwikkelingen
in gang zijn gezet bij de partijen en er een mooie beweging ontstaat wat hen en mij
vertrouwen geeft in de toekomst van het Plastic Pact NL.
De stuurgroep ziet evenwel ook nog veel uitdagingen om de vier hoofddoelen in 2025
te bereiken. Hiervoor is intensieve ketensamenwerking en een gezamenlijke richting
nodig. Daarom wordt dit jaar een roadmap ontwikkeld.7
Ook in mijn ogen is er nog veel te doen om de door de koplopers voor 2025 gestelde
ambities te bewerkstelligen. Van het anders ontwerpen om meer en betere recycling
mogelijk te maken, meer mogelijkheden te creëren om kunststof recyclaat hoogwaardig
te produceren en toe te passen tot het meer ervaring opdoen met hergebruik concepten
in horeca en supermarkten om zo het plasticgebruik te verminderen. In de kamerbrief
«Van wegwerpplastics naar praktische oplossingen» voor hergebruik heb ik koplopende
partijen daarom uitgenodigd om pilots te starten met hergebruik concepten. 8 Recent heb ik ook opdracht gegeven voor een onderzoek naar hoe consumenten aankijken
tegen herbruikbare verpakkingen in supermarkten. Hiernaast krijgen deze onderwerpen
een plek in de roadmap die de stuurgroep ontwikkelt en ondersteunt het Ministerie
van I&W Circo-tracks op deze gebieden.
Lessen en overwegingen voor monitoring over 2020
Het monitoringsproces is een leerproces waarin elk jaar door de stuurgroep en de ondertekenaars
stappen worden gezet om beter te kunnen monitoren over wat partijen met elkaar bereiken.
Ik constateer met de voortgangscommissie dat er verbeteringen mogelijk zijn in de
methode van monitoring en verslaglegging.
Zo moet bijvoorbeeld de uitvraag op een aantal punten verduidelijkt worden zodat deze
slechts op één manier kan worden geïnterpreteerd. Ook moeten partijen kunnen aangeven
of een vraag niet van toepassing is, of dat er geen data beschikbaar is zodat de reden
waarom er geen data wordt aangeleverd bekend is. En is het goed om te bekijken waar
mogelijk definities nog meer kunnen aansluiten bij definities die in het Europees
Plastic Pact9 en door de Ellen MacArthur Foundation worden gehanteerd.
Verder merkt de VGC op dat de rapportage wordt weergegeven op geaggregeerd niveau,
waardoor individuele prestaties van deelnemers niet traceerbaar en verifieerbaar zijn.
De stuurgroep geeft aan dat dit conform de gemaakte afspraken is, maar zal wel bezien
of er mogelijkheden zijn om eventueel freeridergedrag aan te pakken. Zo zal dit jaar
een beperkt marktonderzoek uitgevoerd worden om te kijken of partijen in de praktijk
daadwerkelijk uitvoering geven aan hun commitment.
Een andere constatering van de voortgangscommissie is dat de term «recyclebaar» is
gekoppeld aan alle drie niveaus van de KIDV Recyclecheck (goed, redelijk en beperkt
recyclebaar). De fractie «beperkt recyclebaar» wordt niet volledig gerecycled, maar
deels verbrand stelt zij. De stuurgroep is voornemens om het onderscheid tussen de
drie niveaus meer recht te doen in lijn met de ambities van het Plastic Pact NL.
De voortgangscommissie constateert daarnaast een stijgende lijn voor het aandeel van
het door de deelnemers ingezamelde plastic dat verbrand wordt. De stuurgroep beraadt
zich op een passend vervolg op deze constatering.
Verder stelt de voortgangscommissie dat de tweede doelstelling; 20% minder plastic
gebruik t.o.v. het basisjaar 2017 methodisch moeilijk blijkt te monitoren waardoor
het meten van de voortgang lastig is. Ook hier beraadt de stuurgroep zich op een passend
vervolg.
Ook constateert de voortgangscommissie dat het niet duidelijk is of bepaalde beschreven
ontwikkelingen zijn toe te schrijven aan deelname aan het Pact. Hierop geeft de stuurgroep
aan dat het Pact een initiatief is dat de goede richting aangeeft en een beweging
op gang brengt, in de veronderstelling dat een goed voorbeeld, goed doet volgen. Zo
zullen ook niet-deelnemende bedrijven geïnspireerd door of reagerend op initiatieven
van de deelnemers van het Pact acties ondernemen, die niet in de monitoring terug
te zien zullen zijn.
De stuurgroep geeft aan dat de monitoringssystematiek en de aandacht om bij meer partijen
meer en betere data te vergaren de volle aandacht heeft bij zowel de stuurgroep als
bij de deelnemende partijen zelf en dat dit samen met de monitoringsinstantie wordt
opgepakt. Ik verwacht dat dit tot een verdere verbetering van de monitoring zal leiden,
maar beveel de stuurgroep ook aan te onderzoeken hoe zij binnen het Pact nog effectiever
kan sturen op het halen van de doelstellingen.
Vooruitblik 2021
De ingezette beweging zoals getoond in de monitor zit nu vooral op de recycledoelstellingen.
Met name op het gebied van het minder nieuw plastic op de markt brengen zie ik dat
er verdere stappen nodig zijn.
Voor het verminderen van plastic gebruik vormen herbruikbare alternatieven een belangrijke
sleutel. In het buitenland (bijvoorbeeld in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk)
zie ik al inspirerende voorbeelden van herbruikbare concepten in supermarkten en pilots
met herbruikbare koffiebekers zoals in Freiburg en Vancouver. Ik hoop komend jaar
ook meer ontwikkeling naar herbruikbare alternatieven in Nederland te zien.
In de Kamerbrief «Van wegwerpplastics naar praktische oplossingen voor hergebruik»
van februari dit jaar heb ik reeds in het kader van de implementatie van de SUP richtlijn
koplopende partijen uitgenodigd om alvast in 2021 – 2022 met pilots te starten.10 Bijvoorbeeld met verschillende deelbekersystemen en herbruikbare maaltijdverpakkingen
voor on-the-go, maaltijdbezorging en in de detailhandel om gebruikers er alvast aan
te laten wennen en om ervan te leren voor de overstap van wegwerpplastics naar hergebruik.
Verschillende Plastic Pact-partijen lopen hierop vooruit en ontwikkelen herbruikbare
bekers, herbruikbaar servies en herbruikbare maaltijdverpakkingen.
Voor het succesvol introduceren van herbruikbare verpakkingsconcepten in supermarkten
blijkt inzicht in hoe Nederlandse consumenten aankijken tegen herbruikbare verpakkingen
in supermarkten noodzakelijk. Ik heb daarom opdracht gegeven voor een onderzoek hiernaar.
Het onderzoek wordt naar verwachting eind juni opgeleverd.
De stuurgroep stipt in haar reactie aan dat prijzen van virgin plastics fluctueren
waardoor recycling van plastics niet altijd economische relevantie heeft. Zij stelt
dat deze afhankelijkheid moet worden doorbroken zodat het altijd relevant is om recyclaat
te produceren en dit toe te passen in nieuwe producten. Een Europeesrechtelijke verplichte
toepassing van een percentage kunststof recyclaat, bijvoorbeeld in verpakkingen of
in de automotive, is wat mij betreft het effectiefste middel om de vraag naar recyclaat
te vergroten en de inzet van virgin plastics te verminderen. Daar zet ik dan ook,
gesteund door de motie van het lid Agnes Mulder11, op in. Ondertussen werkt het Transitieteam Kunststoffen aan een Actieplan toepassen
recyclaat. Hierin inventariseren zij acties die de vraag naar recyclaat stimuleren,
het aanbod verder ontwikkelen en vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen. Dit actieplan
hoop ik later dit jaar te mogen ontvangen.
Op basis van het actieplan bekijk ik of er aanvullende maatregelen genomen kunnen
worden om de inzet van recyclaat te bevorderen. Binnen het Nederlands en Europees
Plastic Pact zal Nederland aan dit proces bijdragen door met partijen te verkennen
wat er nodig is om de inzet van recyclaat bij verpakkingen te vergroten. De opgedane
kennis zal ik actief met de Europese Commissie delen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-Van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat