Brief regering : Openingsplan en toegangstesten
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1228
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2021
In mijn brief van 11 mei jl. heb ik aan uw Kamer aangegeven dat het kabinet stap 2
van het openingsplan per 19 mei wil laten ingaan, maar alleen wanneer een daling zichtbaar
is in het aantal ziekenhuis- en IC opnames (Kamerstuk 25 295, nr. 1179). Hiertoe heeft het OMT advies uitgebracht aan het kabinet over de actuele situatie
en het verloop van de epidemie.
Op basis van de meest recente ziekenhuis- en IC-data van de Stichting NICE1 is de afgelopen week een daling in het lopende 7-daags gemiddelde van het aantal
nieuwe ziekenhuisopnames (– 30%) en IC-opnames (– 28%) te zien, ten opzichte van de
piek op 20 en 21 april. Het kabinet acht het daarom verantwoord om stap 2 te zetten
per 19 mei. Dit laat onverlet dat de besmettingsgraad nog steeds hoog is en de druk
op de zorg ook.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid.
Over de ingangsdatum van stap 2 van het openingsplan, alsmede over 113e OMT-advies en actualisaties in het openingsplan mede in verband met het toegangstesten.
113e OMT advies
Het OMT is 14 mei bijeengeweest om te adviseren over de situatie rondom de COVID-19-uitbraak.
Het advies is opgenomen in de bijlage2. Hieronder volgt een feitelijke weergave van het advies met betrekking tot de epidemiologische
situatie.
Epidemiologische situatie
In de 7 kalenderdagen van 6 mei t/m 12 mei is het aantal meldingen van SARS-CoV-2-positieve
personen met 9% afgenomen in vergelijking met de 7 dagen ervoor. Het aantal testen
bij de GGD-testlocaties was ook lager (– 15%) ten opzichte van de 7 dagen ervoor.
Dit zou deels kunnen worden verklaard door een afname van de testbereidheid door de
meivakantie. Vooral het aantal geteste kinderen van 0–12 jaar daalde sterk (– 44%).
Het percentage positieve testen in de teststraten steeg tot 12,5%, in vergelijking
met de 11,9% in de 7 dagen ervoor. De daling in het aantal meldingen is te zien in
alle leeftijdsgroepen behalve in de leeftijdsgroep 18 t/m 24 jaar. Op 6 mei waren
er naar schatting 145.656 besmettelijke personen in Nederland; een week eerder waren
dat er 168.490.
De meest recente schatting van het reproductiegetal Rt, zoals berekend op basis van
de meldingen van positieve gevallen, is voor 29 april 0,95 per geval.
De schattingen op basis van andere gegevensbronnen zijn hiermee vergelijkbaar.
Het geschatte reproductiegetal op basis van ziekenhuisgegevens is voor 29 april 0,93
en op basis van IC-gegevens 0,94.
Zoals hierboven vermeld, laten de ziekenhuis- en IC-data de afgelopen week een daling
in het lopende 7-daags gemiddelde van het aantal nieuwe ziekenhuisopnames en IC-opnames
zien, ten opzichte van de piek in dit lopende gemiddelde van de huidige golf. Voor
de waarden van het lopende 7-daags gemiddelde van de instroom van patiënten op de
IC en op de verpleegafdeling op basis van de data van de Stichting NICE en het LCPS,
verwijs ik u naar het advies in de bijlage.
Het dalende aantal IC-opnames is consistent met de prognose van de afgelopen weken.
Ook het aantal bezette IC-plaatsen laat nu een dalende trend zien. De prognoses suggereren
dat de piek in de IC-bezetting en nieuwe IC-opnames nu achter de rug is. Ook in het
aantal ziekenhuisopnames en het aantal bezette bedden is sprake van een daling, wat
suggereert dat ook de piek wat betreft verpleegbedden achter de rug is.
De prognoses op korte termijn, waarin ook de effecten van stap 2 (exclusief verruimingen
via toegangstesten – bezoek aan musea, bioscopen, sportwedstrijden – omdat de invloed
daarvan vooral samenhangt met juiste uitvoering) en de effecten van vaccinatie en
doorgemaakte infecties worden meegenomen, laten nog een ruime, maar ten opzichte van
voorgaande modellering wel afgenomen, onzekerheidsmarge zien. De uitkomsten hangen
sterk af van de geplande vaccinaties en de aanname dat vaccins even effectief zijn
als in de gepubliceerde vaccintrials. De prognoses laten nu voor het eerst zien dat
de daling voortzet en dat een hernieuwde piek op korte termijn onwaarschijnlijk is.
Het tempo van de afname kan nog negatief worden beïnvloed en «schouderen» door veranderingen
in gedrag, zoals verminderde naleving van de basisregels of onvoldoende opvolging
van de geldende maatregelen, in het bijzonder tijdens grootschalige samenkomsten,
in de drukke winkelstraten en parken. Strikte opvolging van de basisregels (dat wil
zeggen bronmaatregelen zoals thuisblijven bij klachten, collectieve maatregelen zoals
het 1,5 meter afstand houden en persoonlijke bescherming zoals mondneusmaskers) dient
dan ook volgens het OMT te worden benadrukt.
Het OMT benadrukt dat bij de uitvoering van het openingsplan in Nederland nog steeds
een hoog aantal besmettingen en besmettelijke personen in de populatie aanwezig is,
evenals een hoge en zelfs nog oplopende infectiedruk bij jongeren van 18–25 jaar,
wat tot een hoge incidentie in deze leeftijdsgroep leidt. Het aantal meldingen gerapporteerd
naar 100.000 inwoners per week (de incidentie) is hoger dan de meeste andere Europese
landen. Ook minder ernstig verlopende infecties met COVID-19, waarbij misschien zelden
ziekenhuisopname nodig is, kunnen – ook bij jongeren – in een latere fase leiden tot
meer gevallen van langdurige klachten.
BAO
Het BAO heeft kennisgenomen van het advies en vindt dit navolgbaar.
Actualisatie openingsplan
Het kabinet heeft op dinsdag 13 april jl. het openingsplan gepresenteerd, waarmee
stap voor stap maatregelen worden versoepeld. Doel van het openingsplan en de bijbehorende
routekaart is om de samenleving op een overzichtelijke manier perspectief te bieden
op de versoepelingsstappen, die de komende periode gezet kunnen worden.
Zoals vermeld, is voldaan aan het door het OMT gestelde advies en is een substantiële
daling in het lopende 7-daags gemiddelde van het aantal nieuwe ziekenhuis- en IC-opnames
gerealiseerd.
Stap 2 van het openingsplan zal 19 mei ingaan. Met de uitvoering van stap 2, zijn
we teruggekeerd naar de basis van risiconiveau 4 «zeer ernstig» uit de routekaart
en zijn alle verzwaringen bovenop dit risiconiveau afgebouwd.
Het kabinet heeft steeds aangegeven, dat iedere stap in het openingsplan zorgvuldig
moet worden afgewogen op basis van de epidemiologische situatie en de druk op de zorg.
Het openingsplan en de routekaart zullen daarop steeds geactualiseerd worden. In het
geactualiseerde openingsplan, dat is toegevoegd in de bijlage van deze brief, zijn
een aantal wijzigingen doorgevoerd3. Hieronder worden deze toegelicht.
Driewekelijks ritme besluitvorming versoepelingen
Ten eerste is het openingsplan aangepast op de ingangsdatum van stap 2, die nu per
19 mei zal ingaan. Voor de volgende stappen geldt dat het kabinet een driewekelijks
ritme wil hanteren, waarmee de gevolgen van de effecten van de versoepelingen goed
gevolgd kunnen worden. De data van de latere stappen in het openingsplan zijn daar
op aangepast. Iedere drie weken wordt de epidemiologische situatie van dat moment
afgezet tegen de prognoses van het verloop van de epidemie. Daarvoor baseert het RIVM
zich onder meer op de oplopende vaccinatiegraad, de snelheid waarmee de komende weken
wordt gevaccineerd en de opgebouwde immuniteit door besmettingen. Ook de naleving
van maatregelen wordt hierbij betrokken. Er wordt voorafgaand aan de geplande volgende
stap gekeken of deze daadwerkelijk gezet kan worden. Wanneer de epidemiologische situatie
en de druk op de zorg het toestaan kunnen versoepelingen ook sneller worden gezet,
door stappen naar voren te halen of door stappen samen te voegen. De data die genoemd
zijn in het openingsplan zijn dus niet in beton gegoten, maar hangen af van de druk
op de zorg en de afname in het aantal nieuwe ziekenhuisopnames.
Verruiming openingstijden terrassen naar stap 2
Stap 2 van het openingsplan bevat een verruiming van de openingstijden van de buitenterrassen.
In het openingsplan dat is bijgevoegd, is deze verruiming verwerkt in stap 2. In mijn
brief van 11 mei jl. is de precieze uitwerking van deze versoepelingsstap beschreven.
Bibliotheken geopend in stap 2
Bibliotheken vervullen een belangrijke maatschappelijke, educatieve en culturele functie
in onze samenleving. Op dit moment is het mogelijk voor bibliotheken om een afhaalfunctie
te organiseren. Ook is het toegestaan om onder voorwaarden kwetsbare groepen en studenten
toegang te verlenen tot bibliotheken.
Volledige heropening van bibliotheken was voorzien in stap 3 van het openingsplan.
Naar aanleiding van de motie van het lid Paternotte4 c.s., waarin is verzocht om bibliotheken onderdeel te maken van stap 2 van het openingsplan,
heeft het kabinet besloten om bibliotheken volledig te heropenen vanaf 20 mei. Op
basis van de nagehangen wijzigingsregeling op 12 mei jl. zullen de bibliotheken per
20 mei 2021 hun deuren kunnen openen.
Verdere openstelling voortgezet onderwijs.
Een belangrijk nog te nemen besluit is of tussen leerlingen onderling de 1,5 m regel
in het VO losgelaten kan worden, waardoor de gewenste uitbreiding van het fysieke
onderwijs mogelijk wordt. Hiertoe legt het Kabinet het OMT de vraag voor onder welke
epidemiologische omstandigheden het loslaten van de 1,5 meter al eerder mogelijk is
dan het door hen nu geadviseerde moment van stap 3 (per 9 juni) en welk effect dit
heeft op de vervolgstappen. Uiterlijk 25 mei neemt het kabinet een besluit.
Toegangstesten in het openingsplan
Het kabinet is van mening dat door toegangstesten de samenleving op verantwoorde wijze
sneller kan worden heropend en maatregelen kunnen worden versoepeld. Het kabinet werkt
daarom aan een wettelijke basis voor het gebruik van toegangstesten. Uw Kamer heeft
op 11 mei jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 74, Stemmingen) ingestemd met het wetsvoorstel
dat de inzet van een testbewijs mogelijk maakt (Kamerstuk 35 807). Op 25 mei a.s. zal het wetsvoorstel worden behandeld in de Eerste Kamer. Daarnaast
is in opdracht van het kabinet de Corona Check app gerealiseerd en wordt door Stichting
Open Nederland een fijnmazige infrastructuur van testcapaciteit gerealiseerd. Indien
de Eerste Kamer instemt met de wet, zal het vanaf begin juni mogelijk zijn om toegangstesten
breed in te zetten. In onderstaande paragraaf zet ik uiteen op welke wijze het toegangstesten
een plek heeft in het openingsplan. Ik hecht eraan te benadrukken dat ook voor toegangstesten,
net als alle andere maatregelen in het openingsplan, geldt dat de daadwerkelijke inzet
van het testbewijs afhankelijk is van de epidemiologische situatie en de druk op de
zorg. Een finaal besluit over de inzet van toegangstesten per stap loopt mee in de
besluitvorming over de stappen van het openingsplan.
In mijn brief van 13 april jl. heb ik uw Kamer laten weten dat in stap 2 van het openingsplan
doorstroomlocaties binnen, culturele instellingen en publiek bij sportwedstrijden
hun deuren kunnen openen met de inzet van toegangstesten (Kamerstuk 25 295, nr. 1105). De wettelijke basis zal er echter niet eerder zijn dan 2 juni. Het kabinet kiest
vanwege het gegeven dat de nieuwe testaanbieders moeten oefenen met testen voor toegang,
in mei voor aanvullende pilots in sectoren sport en cultuur. In de tweede helft van
mei start een extra ronde pilots voor toegangstesten. Het kabinet voorziet op 1 juni
een besluit over stap 3 in het openingsplan. Voor de tussenliggende week (van 2 tot
9 juni) zal het kabinet bezien of en op welke wijze een aantal specifieke activiteiten
die in deze week gepland staan in bijvoorbeeld cultuur en sport met behulp van het
testbewijs mogelijk kunnen worden gemaakt.
Het toegangstesten zal – op grond van de nog te verkrijgen wettelijke basis – echter
pas breed worden ingezet vanaf stap 3 in het openingsplan. Met toegangstesten kunnen
horecagelegenheden voor uiteten, culturele instellingen, en evenementen met de inzet
van toegangstesten 100% van de capaciteit op 1,5m benutten Daarnaast wordt publiek
bij sportwedstrijden toegestaan, met inachtneming van 1,5m. Belangrijke voorwaarde
is dat het in alle gevallen gaat om geplaceerde activiteiten en evenementen. Verder
gelden als voorwaarden verplichte reservering, registratie en triage, mondkapjes en
werken met gecontroleerde in- en uitstroom. Voor horecagelegenheden voor uiteten gelden
overigens de reguliere voorwaarden die gelden zonder toegangstesten in stap 3 («wait
to be seated», maximaal 4 personen per tafel en sluiting om 22.00 uur). In het geval
van evenementen zal daarnaast het reguliere vergunningstraject op lokaal niveau moeten
worden doorlopen. Op basis van bovenstaande wordt concreet gemaakt wat ondernemers
en instellingen dus te winnen hebben met de inzet van toegangstesten: het maximum
aantal bezoekers dat kan worden toegelaten wordt verhoogd.
Voor stap 4 en stap 5 overweegt het kabinet om in de betreffende sectoren 50% en respectievelijk
75% van de reguliere capaciteit toe te staan zonder toepassing van de 1,5 meter. Echter,
dit kan het draagvlak voor en naleving van de 1,5-metermaatregel breed in de samenleving
onder druk zetten. Daarnaast vormt dit een uitdaging voor de handhaving. Er ontstaan
dan immers twee regimes: de basisregel van 1,5 meter afstand houden geldt niet meer
achter de poort, maar elders in de publieke ruimte nog wel. Voorkomen dient te worden
dat dit leidt tot verminderde naleving van basisregels zoals de 1,5 m afstandsnorm
omdat deze norm nog steeds wordt gezien als een effectieve maatregel in het voorkomen
van besmettingen. Daarom zal alvorens hiertoe toe kan worden besloten nog nader met
de gemeentelijke overheden en handhavende instanties worden gesproken over wat de
risico’s zijn, wat nodig is om voldoende effectieve naleving en handhaving te behouden,
en de begeleidende communicatie. Eveneens zullen gedragsdeskundigen betrokken worden.
Daarnaast zal specifiek voor de ongeplaceerde evenementen nog worden besloten of deze
eerder mogelijk worden dan de voorziene datum voor stap 5, en zo ja onder welke voorwaarden.
Bij de uitwerking van de voorwaarden wordt bekeken hoe verantwoord met een passende
bezettingsgraad en de afstandsnorm (wel of geen toepassing van de 1,5 meter-norm)
kan worden omgegaan. Daarbij zullen ook de uitkomsten van de fieldlabs evenementen
worden meegenomen, waarover ook een adviesvraag aan het OMT zal worden voorgelegd.
De uitkomsten van de Fieldlabs evenementen zijn nog niet in stap 4 en 5 verwerkt.
Het OMT advies over de laatste Fieldlab-uitkomsten ontvangt het kabinet op korte termijn,
waarna zal worden bezien welke maatregelen binnen de routekaart kunnen worden vervangen
door slimmere en ten minste even veilige voorwaarden. Dit zal in een volgende update
van de routekaart worden meegenomen.
Ten slotte wordt de inzet van toegangstesten in het openingsplan bezien in samenhang
met de geldende maatregelen op basis van de dan geldende epidemiologische situatie
en vaccinatiegraad. Een stap als het daadwerkelijke loslaten van de 1,5 meter afstandsnorm
wordt alleen gezet als het op dat moment ook kan, net zoals we dat doen bij alle maatregelen
in het openingsplan. Het OMT zal bij elke stap om advies worden gevraagd. Het kabinet
trekt hierbij overigens nauw op met gemeenten over een heldere communicatie aan organisatoren
en het grote publiek over de inzet van het toegangstesten. Zo is ook uit de pilots
Testen voor Toegang gebleken dat heldere communicatie richting organisatoren en bezoekers
over de werkwijze, de CoronaCheck App en coronaregels bijdraagt aan het verantwoord
kunnen uitvoeren van het toegangstesten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport