Brief regering : Periodieke update Afghanistan
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 781
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2021
Tijdens het commissiedebat van 22 april jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 780) deed het kabinet de toezegging uw Kamer maandelijks te informeren over het verloop
                  van de terugkeer uit Afghanistan en de veiligheidssituatie ter plaatse. Met deze brief
                  geef ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, invulling aan deze toezegging.
                  Tevens bied ik uw Kamer aan om tijdens een vertrouwelijke technische briefing uitgebreider
                  in te gaan op de terugkeer en de veiligheidssituatie.
               
Beëindiging van de operatie
Zoals op 14 april jl. door de NAVO Secretaris-Generaal is aangekondigd, is de afbouw
                  van de NAVO-missie Resolute Support (RS) per 1 mei jl. van start gegaan. Deze zal enkele maanden in beslag nemen. Uiterlijk
                  11 september dient dit te zijn afgerond. Op dit moment ziet het ernaar uit dat de
                  terugkeer en afbouw echter sneller op een ordelijke en veilige manier kunnen worden
                  afgerond.
               
In Afghanistan draagt een team van negen extra uitgezonden specialisten, samen met
                  logistiek personeel dat reeds ter plaatse is, zorg voor de terugkeer van de Nederlandse
                  militairen en het resterende Nederlandse materieel. De extra specialisten maken het
                  materieel dat terugkeert naar Nederland op de juiste wijze gereed voor luchttransport.
                  De afronding van de terugkeer is in juli 2021 voorzien. Nederland voert deze terugtrekking
                  uit met eigen en externe strategische luchttransportcapaciteit. In het laatste geval
                  wordt dit door coalitiepartners verzorgd of commercieel ingehuurd. Een deel van het
                  Nederlandse materieel wordt ter plaatse afgestoten. Nederland kan tot het laatste
                  moment van de terugtrekking rekenen op de steun van Amerikaanse enablers en force protection capaciteiten.
               
Nederland en Duitsland werken nauw samen tijdens de terugtrekking. Dit is een voortzetting
                  van de goede samenwerking tussen beide landen binnen Train, Advise & Assist Command North (TAAC-N). Ook vindt breder binnen NAVO, zowel in Kaboel als in Brussel, doorlopend
                  afstemming plaats over de beëindiging van RS. Daarnaast sprak de Minister van Buitenlandse
                  Zaken op 7 mei jl. met de Afghaanse Minister van Buitenlandse Zaken over het verloop
                  van de terugtrekking en de periode daarna.
               
In de Afghaanse hoofdstad Kaboel is de Nederlandse militaire aanwezigheid in het kader
                  van RS inmiddels beëindigd. Het personeel is teruggekeerd en het materieel is afgebouwd.
                  Dit is relatief snel gegaan omdat de Nederlandse militaire presentie in Kaboel vrij
                  beperkt was. Het vertrek van de Nederlandse militairen uit Kaboel heeft geen negatieve
                  gevolgen voor de overige eenheden die zich alle bevinden in Mazar-e-Sharif.
               
Veiligheidssituatie
Op 1 mei jl. verstreek de door de Taliban gestelde deadline voor de terugtrekking
                  van alle westerse militairen uit Afghanistan. De presentie van westerse militairen
                  na deze datum wordt door de Taliban gezien als een schending van het akkoord dat zij
                  sloten met de Verenigde Staten. Sinds 1 mei beschouwen de Taliban alle westerse militairen
                  in Afghanistan daarom als een legitiem doelwit. De Taliban hebben echter nog geen
                  grootschalige aanvallen op coalitietroepen uitgevoerd. De woordvoerder van de Taliban
                  heeft gesteld dat de Taliban hiervoor nog wachten op instructies van hun strategisch
                  leiderschap. Het tot nu toe uitblijven van dergelijke aanvallen kan echter niet gezien
                  worden als een garantie dat de terugtrekking van westerse troepen geweldloos zal verlopen.
               
De afgelopen weken lag het algehele geweldsniveau in Afghanistan onverminderd hoog.
                  Het meest in het oog sprong hierbij de aanslag op een meisjesschool in Kabul, waarbij
                  meer dan 50 leerlingen om het leven kwamen. De Taliban hebben de druk op de Afghaanse
                  veiligheidstroepen in vrijwel heel Afghanistan verder opgevoerd, waardoor hoofdsteden
                  van zuidelijke provincies zoals Ghazni en Helmand in toenemende mate geïsoleerd zijn
                  geraakt. Ook in de omgeving van Camp Marmal in Mazar-e-Sharif was te zien dat de Taliban
                  de druk op Afghaanse troepen verder opvoerden. Het zwaartepunt van de incidenten lag
                  voornamelijk in de westelijke districten van de provincie Balkh, met vooral kleinschalige
                  aanvallen op controleposten en gerichte liquidaties van overheidsfunctionarissen.
                  De Taliban hebben een driedaags staakt-het-vuren afgekondigd voor de periode van Eid-al-Fitr
                  (waarschijnlijk 14-16 mei), dat het einde van de maand Ramadan markeert. Dit staakt-het-vuren
                  dient waarschijnlijk deels als propaganda, deels als ademruimte voor de Taliban om zich voor te bereiden
                  op verdere offensieven tegen de Afghaanse veiligheidstroepen. De verwachting is dat
                  de Taliban hun aanvallen tegen Afghaanse troepen sterk zullen opvoeren na afloop van
                  het staakt-het-vuren. De ontwikkelingen met betrekking tot de veiligheidssituatie
                  in Afghanistan worden nauwlettend gevolgd.
               
Vorige maand is uw Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 27 925, nrs. 769, 770 en 771) over de aanvullende inzet van circa tachtig militairen ter versterking van de beveiligingscapaciteit in TAAC-N als onderdeel van RS in Afghanistan.
                  De militairen zijn op 30 april jl. met hun werkzaamheden gestart. Met deze extra inzet
                  wordt de veiligheid van onze troepen en bondgenoten in TAAC-N vergroot. Daarnaast
                  dragen zij bij aan een ordentelijke afbouw van de missie en een veilige terugkeer
                  van de Nederlandse militairen. Met de start van de aanvullende inzet is invulling
                  gegeven aan de motie van het lid Eppink (Kamerstuk 27 925, nr. 774).
               
De Minister van Defensie,
                  A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
