Brief regering : Reactie op amendementen ingediend tijdens het wetgevingsoverleg van 28 april 2021 over wetsvoorstel tot ‘Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege de invoering van aanvullende maatregelen voor het internationaal personenverkeer in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19’ en 6 mei over wetsvoorstel ‘Tijdelijke Wet Toegangstesten Covid-19’
35 808 Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege de invoering van aanvullende maatregelen voor het internationaal personenverkeer in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 36
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2021
Op 28 april jl. heeft het wetgevingsoverleg (Kamerstuk 35 808, nr. 34) met uw Kamer over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid
vanwege de invoering van aanvullende maatregelen voor het internationaal personenverkeer
in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19 plaatsgevonden. Afgelopen
donderdag heeft het wetgevingsoverleg met uw Kamer over het wetsvoorstel «Tijdelijke
wet testbewijzen covid-19» (Kamerstuk 35 808) plaatsgevonden. Tijdens beide wetgevingsoverleggen zijn ook de meeste amendementen
besproken. In vervolg daarop informeer ik u middels deze brief nog specifiek over
de volgende amendementen.
Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege de invoering van
aanvullende maatregelen voor het internationaal personenverkeer in verband met de
bestrijding van de epidemie van covid-19
Amendement nummer 32 van de leden Paternotte en Kuiken
Dit amendement beoogt nadere kaders op te nemen ten aanzien van de verschillende hoogrisicogebieden
en creëert een expliciete wettelijke grondslag op basis waarvan bij ministeriële regeling
kan worden bepaald dat personen die volledig gevaccineerd zijn, binnen afzienbare
tijd worden uitgezonderd van de testplicht of de test- én quarantaineplicht. Het amendement
vervangt een eerder amendement met nummer 17. Dat eerdere amendement heb ik tijdens
het wetgevingsoverleg ontraden, omdat dat amendement niet de mogelijkheid bood om
de uitzondering voor gevaccineerde personen pas in werking te laten treden op een
moment dat dit verantwoord kan worden geacht. Die mogelijkheid bevat het aangepaste
amendement wel, zowel ten aanzien van de test- als quarantaineplicht. Daarom kan ik
nu het oordeel over dit amendement aan uw Kamer laten.
Amendement nummer 33 van de leden Bikker en Kuiken
Dit amendement vervangt een eerder amendement met nummer 16. Bij dat amendement werd
direct bij wet aan de burgemeester een ontheffingsmogelijkheid ten aanzien van de
quarantaineplicht toegekend. Tijdens het wetgevingsoverleg heb ik dat amendement ontraden.
Het aangepaste amendement voorziet erin dat bij ministeriële regeling kan worden bepaald
dat de burgemeester in individuele gevallen een ontheffing van de quarantaineplicht
kan verlenen. Vanwege deze aanpassing kan ik nu het oordeel over dit amendement aan
uw Kamer laten.
Tijdelijke wet testbewijzen covid-19
Amendement nummer 30 van het lid Bikker
Dit amendement regelt een uitzondering op de inzet van testbewijzen voor personen
die vanwege een beperking of een ziekte geen test kunnen ondergaan of als gevolg van
een test ernstig ontregeld raken. Tijdens het wetgevingsoverleg heb ik dit amendement
ontraden. Ik heb toegezegd bij de Gezondheidsraad te verifiëren welke groep personen
onder deze uitzondering zou vallen. Daarbij is ook aan de orde gekomen in hoeverre
vaccinatie voor deze groep een oplossing zou bieden. In het advies van 14 januari
2021 wijst de Gezondheidsraad overigens in algemene zin op het gelijkheidsbeginsel,
ook in relatie tot mensen als bedoeld in het amendement. Volgens de raad kan de manier
waarop gelijke toegang precies gerealiseerd wordt, per situatie verschillen. Er moeten
in ieder geval geen onredelijke financiële of logistieke beperkingen op testmogelijkheden
zijn. Indien gelijke toegang niet (direct) mogelijk is, moeten goede alternatieven
worden geboden om onrechtvaardige behandeling, discriminatie en stigmatisering te
voorkomen. Dit geldt ook voor mensen die om psychische of lichamelijke redenen geen
test kunnen ondergaan, aldus de raad op bladzijde 21 van het advies. Navraag bij de
GGD leert dat er op dit moment geen onderzoeksresultaten beschikbaar zijn die inzicht
geven in de omvang van de groep die om psychische of lichamelijke redenen geen test
kan ondergaan. Wanneer zij absoluut geen test kunnen ondergaan, zullen zij zich niet
laten testen bij de GGD wanneer zij klachten hebben die kunnen wijzen op besmetting
met het Covid-19-virus. Wanneer mensen zich wel kunnen laten testen, maar om psychische
of lichamelijk redenen niet naar een testlocatie van de GGD kunnen gaan, is thuisbemonstering
mogelijk. Gegevens van de GGD'en over mensen die symptomatisch getest worden, lijken
erop te wijzen dat het om een zeer kleine groep gaat. Minder dan 1 procent van het
totaal aantal testen van mensen met klachten vindt thuis plaats, waaronder zich ook
ouderen bevinden die vanwege hun hoge leeftijd geen testlocatie kunnen bezoeken. Op
basis van de beschikbare gegevens ga ik ervanuit dat het om een zeer kleine groep
gaat die zich om psychische of lichamelijke redenen niet kan laten testen. Verondersteld
mag worden dat die groep nog kleiner zal worden na de aanstaande introductie van ademtesten
die een alternatief kunnen zijn voor mensen die geen invasieve test kunnen ondergaan.
De groep zal op relatief korte termijn verder verkleind worden omdat in Nederland
in een steeds hoger tempo gevaccineerd wordt.
Amendement nummer 51 van het lid Agema c.s.
Amendement nummer 51 vervangt amendement nummer 19, dat na het wetgevingsoverleg is
aangepast in verband met een wijziging van de ondertekening. Ik had het amendement
nummer 19 al ontraden en dat doe ik ook voor nummer 51.
Amendement nummer 52 van de leden Paternotte en Kuiken
Het amendement 29 waarmee testbewijzen, vaccinatiebewijzen en herstelbewijzen op gelijke
voet worden geregeld in het wetsvoorstel zelf, is na het wetgevingsoverleg vervangen
door het amendement met nummer 52. De wijzigingen betreffen wetgevingstechnische verbeteringen,
zodat het oordeel over het amendement nog steeds aan uw Kamer kan blijven.
Amendement nummer 53 van het lid Bikker c.s.
Dit (gewijzigd) amendement ziet op twee onderdelen. In de eerste plaats regelt het
amendement de mogelijkheid van het gebruik van zelftesten voor toegang.
In de tweede plaats regelt het amendement dat de kosten voor (zelf)testen ten behoeve
van een testbewijs voor rekening komen van het Rijk. Het bevat de grondslag om bij
ministeriële regeling te bepalen i) of men zich kan laten testen dan wel zelftesten
kan afnemen, ii) welk type test beschikbaar is en iii) de frequentie waarmee men zich
kan laten testen. Tijdens het wetgevingsoverleg heb ik over de strekking van dit amendement
op verschillende momenten het nodige gezegd. De wijziging van het amendement wijzigt
in mijn oordeel niets in de verschillende onderdelen en daarom ontraad ik het amendement.
Amendement nummer 54 van de leden Kuiken en Den Haan
Het amendement nummer 28 over het beperken van de reikwijdte van het wetsvoorstel
tot evenementen, voor zover het gaat om niet-essentiële sectoren, is vervangen door
nummer 54. Aangezien de reikwijdte hiermee nog verder wordt ingeperkt, namelijk tot
evenementen waar het bewaren van de veilige afstand niet of nauwelijks mogelijk is,
ontraad ik ook het gewijzigde amendement.
Amendement nummer 56 van de leden Paternotte en Westerveld
Na het wetgevingsoverleg is een amendement ingediend over de medezeggenschap van onderwijsinstellingen.
Dit amendement sluit aan bij de motie over hetzelfde onderwerp (Kamerstuk 35 807, nr. 37). De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft tijdens het wetgevingsoverleg
aangegeven dat als het amendement aansluit bij de strekking van de motie, deze oordeel
Kamer kan worden gelaten. Na bestudering van het amendement handhaaf ik de appreciatie
oordeel Kamer.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport