Brief regering : Reactie op een voorstel voor een Raadsbesluit over exportkredieten
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 368
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2021
Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van de Tweede
                  Kamer op 16 april jl. is verzocht om een reactie op het Raadsbesluit over exportkredieten
                  (COM/2021/0114)1 en daarbij ook in te gaan op de mogelijke gevolgen voor de begroting. In deze brief
                  kom ik aan dit verzoek tegemoet.
               
Het Raadsbesluit over exportkredieten stelt de Europese Commissie in staat om namens
                  de Europese Unie in te stemmen met het wijzigen van de bepalingen over lokale kosten
                  in de regeling inzake door de overheid gesteunde exportkredieten (de «Arrangement»).2 De wijziging betreft de verhoging van het plafond voor lokale kosten die in de exportkredietverzekering
                  (ekv) onder een exportcontract meeverzekerd kunnen worden. Het plafond wordt verhoogd
                  van 30% van de waarde van het exportcontract naar 40% in hoge inkomenslanden en naar
                  50% in midden- en lage inkomenslanden. Het besluit is op 20 april jl. effectief geworden.
               
De discussie over het aanpassen van de bepalingen over lokale kosten speelt al enkele
                  jaren. Het is een belangrijk onderdeel van de door Nederland gewenste modernisering
                  van de Arrangement. Zoals eerder vermeld in de Monitor exportkredietverzekeringen
                  2019 (Kamerstuk 26 485, nr. 335) heeft Nederland het voortouw genomen in deze discussie. Het bestaande plafond van
                  30% voor lokale kosten knelt namelijk geregeld voor Nederlandse exporteurs. Bij aannemerijprojecten
                  worden bijvoorbeeld regelmatig veel lokale kosten gemaakt. Dat hangt samen met de
                  aard van de werkzaamheden. Bouwmaterialen maar bijvoorbeeld ook brandstof worden lokaal
                  gekocht. Door het plafond van 30% komt het voor dat een deel van de kosten van het
                  project niet meeverzekerd kunnen worden of dat een deel van de benodigde materialen
                  uit een buurland gehaald worden om dit mee te kunnen verzekeren. Dit leidt tot onnodig
                  transport en kosten, en schaadt de concurrentiepositie van de exporteurs ten opzichte
                  van concurrenten uit landen die niet deelnemen aan de Arrangement. Bovenstaande speelt
                  overigens niet alleen bij de aannemerij, maar ook bij andere transacties waarbij in
                  het bestemmingsland werkzaamheden plaatsvinden of een deel van de materialen wordt
                  ingekocht. Het hogere plafond is voor Nederlandse exporteurs en de betreffende lokale
                  projecten een belangrijke verbetering.
               
De wijziging heeft in beginsel geen consequenties voor de begroting. De exportkredietverzekering
                  is immers kostendekkend en dat zal met deze wijziging niet veranderen. Het meeverzekeren
                  van lokale kosten levert geen extra risico op in een transactie en als het verzekerde
                  bedrag toeneemt dan stijgt de bijbehorende kostendekkende premie naar rato mee. Wel
                  verbetert met deze wijziging de concurrentiepositie van Nederlandse exporteurs waardoor
                  er mogelijk extra projecten verzekerd worden.
               
Ik hoop hiermee te hebben voldaan aan het verzoek van uw Kamer.
De Staatssecretaris van Financiën,
                  J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
