Brief regering : Voortgang verbod pelsdierhouderij
35 633 Wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij
Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van het dossier verbod pelsdierhouderij.
Nadat op 8 januari 2021 het verbod op de pelsdierhouderij in verband met een vervroegde
beëindiging van de pelsdierhouderij van kracht is geworden is vervolg gegeven aan:
1) de Beleidsregel compensatie vervroegde beëindiging pelsdierhouderij, 2) de wijziging
van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij, en 3) de Regeling
subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij, in verband met een vervroegde
beëindiging van de pelsdierhouderij. In de Regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten
pelsdierhouderij zijn bedragen en nadere regels ten aanzien van de subsidie voor de
sloop- en ombouwkosten opgenomen.
Nadeelcompensatie
De Beleidsregel compensatie vervroegde beëindiging pelsdierhouderij is op 4 februari
2021 in werking getreden (Stcrt. 2021, nr. 5472). Het Ministerie van LNV heeft op 4 februari voor alle pelsdierhouders en medewerkers
van provincies en gemeenten een webinar georganiseerd over de nadeelcompensatie. Vanaf
1 maart jongstleden kunnen aanvragen voor de vergoeding worden ingediend bij RVO.nl;
tot en met 30 april jongstleden zijn 73 aanvragen bij RVO.nl binnengekomen.
De nadeelcompensatie bestaat uit vier onderdelen, waar het onderdeel inkomensschade
er één van is. Bij de beoordeling van de eerste aanvragen door RVO.nl is gebleken
dat bij het bepalen van de omvang van de inkomensschade op grond van artikel 5 van
de Beleidsregel het hiervoor benodigde aantal rechtens te houden fokteven van een
onjuiste parameter is uitgegaan. In onderdeel c van dat artikel werd verwezen naar
het aantal fokteven dat de betrokken pelsdierhouder hield op het moment van diens
melding destijds (in 2013) om gebruik te maken van de in de Wet verbod pelsdierhouderij
voorziene overgangstermijn. Deze parameter was juridisch niet juist, doordat dit aantal,
gelet op artikel 4 van de Wet verbod pelsdierhouderij, niet bepalend is voor het maximum
aantal fokteven dat op de plaats mag worden gehouden. Het is dus niet uitgesloten
dat een pelsdierhouder op die plaats met meer fokteven dan dit aantal nog inkomen
had kunnen én mogen genereren. Dit aantal kan daarmee ook niet bepalend zijn voor
de omvang van de inkomensschade voor die drie onbenutte productiejaren.
Deze onjuistheid wordt met een wijziging van de beleidsregel gecorrigeerd en deze
wijziging wordt begin volgende week gepubliceerd in de Staatscourant. Van belang voor
de inkomensschade is nu de opgave in 2013 van het aantal huisvestingsplaatsen of,
indien dat aantal niet of onvoldoende naar de plaats te herleiden is, de opgave die
de pelsdierhouder heeft gedaan van het aantal fokteven dat hij ingevolge zijn milieuvergunning
mocht houden.
De financiële gevolgen van deze wijziging zullen naar verwachting niet leiden tot
overschrijding van het voor de nadeelcompensatie beschikbare maximale budget van € 130 miljoen.
Subsidie sloop- en ombouwkosten
Over de voorgenomen wijziging van de subsidieregeling voor sloop en ombouw heb ik
de Eerste Kamer en de Tweede Kamer in het kader van de voorgeschreven voorhangprocedure
geïnformeerd per brief van 12 februari jongstleden (Kamerstuk 35 633, H en Kamerstuk 30 826, nr. 57). De Eerste Kamer heeft op 23 februari 2021 besloten het voorgehangen ontwerpbesluit
voor kennisgeving aan te nemen. De voorhangprocedure in uw Kamer voor het ontwerpbesluit
en de ontwerpregeling is inmiddels beëindigd. Het ontwerpbesluit en de ontwerpregeling
informeel besproken (prenotificatie) met de Europese Commissie en op 26 april 2021
formeel genotificeerd. Ik ga er van uit dat de Europese Commissie op korte termijn
een besluit zal nemen over de gewijzigde subsidieregeling. Daarna zal ik het ontwerpbesluit
aanhangig maken voor advies bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Ik streef
er naar om de gewijzigde subsidieregeling in de loop van juni aanstaande in werking
te laten treden.
Motie Lodders/Geurts
Met mijn brief van 17 december 2020 (Kamerstuk 35 633, nr. 21) informeerde ik uw Kamer over de uitvoering van het eerste deel van de motie van
de leden Lodders en Geurts (Kamerstuk 35 633, nr. 16). In het tweede deel van de motie is verzocht om in gesprek te gaan met nertsenhouders,
gemeenten en provincies over snelle afhandeling van procedures, het voorkomen van
leegstand of verloedering en het delen van best practices, en de uitkomsten van een
eerste gesprek nog voor het einde van het jaar met de Kamer te delen. Deze gesprekken
met de pelsdiersector en met de meest betrokken provincies en gemeenten hebben plaatsgevonden
en hebben geresulteerd in een drietal overeengekomen activiteiten. Het Ministerie
van LNV, gemeenten en provincies stellen gezamenlijk een informatiefolder op voor
de doelgroepen pelsdierhouders, gemeenten en provincies, gericht op het bevorderen
van een snelle en soepele doorstart van het ondernemerschap van pelsdierhouders. Daarnaast
vindt in juni aanstaande hierover een online bijeenkomst plaats waaraan de genoemde
doelgroepen kunnen deelnemen. En ten derde zal het Ministerie van LNV via het Sociaal
Economisch Plan voor de pelsdierhouderij, uitgevoerd door NFE en LTO, aan pelsdierhouders
de mogelijkheid bieden om zich door middel van kennisoverdracht goed voor te bereiden
op het proces van vergunningverlening bij ombouw van hun huidige locaties.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit