Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad 23 april 2021 inzake liquiditeitsbehoefte Sint Maarten tweede kwartaal 2021
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 260
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2021
Met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: de landen) is eind
2020 een akkoord bereikt omtrent de landspakketten, waarin hervormingen zijn overeengekomen.
Dit met het doel de financiële, economische, institutionele en maatschappelijke weerbaarheid
van de landen dusdanig te versterken, dat de landen beter in staat zullen zijn om
in de toekomst externe schokken, zoals de huidige COVID-19 pandemie, zelfstandig op
te vangen. Als voorwaarde voor het ontvangen van de noodzakelijke liquiditeitssteun
voor de landen dienen Aruba, Curaçao en Sint Maarten deze hervormingen door te voeren.
Op 26 maart jl. heeft de Rijksministerraad (RMR) gesproken over de liquiditeitssteun
aan Aruba en Curaçao voor de periode april – juni 2021. De liquiditeitsbehoefte wordt
per kwartaal na advies van het College (Aruba) financieel toezicht (C(A)ft) in de
RMR besproken. Over de uitkomsten is uw Kamer reeds per brief geïnformeerd.1 In dezelfde brief heb ik u geïnformeerd dat de RMR besluitvorming over de vijfde
tranche liquiditeitssteun voor Sint Maarten heeft aangehouden, totdat opheldering
is verkregen of de Staten van Sint Maarten het voorstel van Rijkswet COHO en het daarmee
samenhangende landspakket steunt.
Zoals hierna wordt toegelicht, heb ik inmiddels voldoende bevestiging gekregen ten
aanzien van de aanwezige steun van de Staten van Sint Maarten voor het landspakket
en het traject richting de totstandkoming van de Rijkswet COHO. Daarmee kon worden
overgaan tot besluitvorming over de vijfde tranche liquiditeitssteun aan Sint Maarten.
Petitie Verenigde Naties
Zoals bij uw Kamer bekend heeft de Choharis Law Group «namens het parlement en de
bevolking van Sint Maarten» een petitie ingediend bij de Speciaal Rapporteur Racisme
en de Working Group of experts on people of African Descent van de Verenigde Naties
(VN). De petitie richt zich tegen vermeende aanhoudende daden van rassendiscriminatie
en vermeende schendingen van de mensenrechten door het Koninkrijk der Nederlanden
tegen de inwoners van Sint Maarten. Specifiek wordt het traject rondom de COVID-gerelateerde
liquiditeitssteun en het oprichten van de COHO gezien als strijdig met internationale
mensenrechten en tevens racistisch.
De inhoud van de ingediende petitie is niet te rijmen met de eerder uitgesproken steun
van de Staten van Sint Maarten voor het landspakket en het traject richting de totstandkoming
van de Rijkswet COHO. In dat kader heeft de RMR op 26 maart jl. aan Sint Maarten nogmaals
verzocht opheldering te verschaffen inzake de steun van de Staten voor het landspakket
en het traject richting de totstandkoming van de Rijkswet COHO. Dit in relatie tot
de ingediende petitie bij de Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties.
Herbevestiging steun Staten
Op 16 april jl. ontving ik een brief van de voorzitter van de Staten van Sint Maarten,
waarin hij na advies en toestemming van de Staten, nogmaals de voortdurende steun
voor het landspakket en het traject richting de totstandkoming van de Rijkswet COHO
uitspreekt. In deze brief wordt tevens ingegaan op de verhouding van voormelde steun
tot de ingediende petitie, zoals verzocht door de RMR op 26 maart jl. De voorzitter
van de Staten geeft aan dat de petitie verzoekt om negen zogenaamde remedies en dat
geen van deze remedies ziet op het traject richting de totstandkoming van de Rijkswet
COHO.
Alhoewel de petitie zich moeilijk laat rijmen met een eerder akkoord op het landspakket
en de oprichting van een hervormingsentiteit zoals het COHO, acht de RMR de steunbevestiging
voldoende helder om het traject voor liquiditeitssteun voort te zetten. Met name de
volgende passage is daarbij doorslaggevend:
«[...] as I affirm in this letter, the Parliament of Sint Maarten supports the legal trajectory
towards the establishment of a reform entity as agreed upon by the Prime Minister
and the Government of the Netherlands on December 22, 2020.»
Daarnaast staat in de brief vermeld dat de petitie noch het memorandum of law zich uitspreken tegen dit traject en dat niets uit de petitie en/of het memorandum of law a contrario geïnterpreteerd moet worden. Ten aanzien van de schijnbare tegenstelling
die besloten ligt in de petitie in relatie tot de steun voor het traject, schrijft
de voorzitter dat de passages waarin expliciet verzocht wordt tot stopzetting van
het traject richting COHO in het licht van het conceptwetsvoorstel zoals dat destijds
voorlag moet worden bezien. Nu naar aanleiding van het advies van de Raad van State
een aangepast voorstel wordt opgesteld zijn genoemde passages achterhaald.
Blijkens de verklaring van de voorzitter van de Staten dient de nadruk te liggen op
de remedies uit de petitie en niet op de conclusion in de memorandum of law. Bovendien refereert de conclusion aan een conceptwetsvoorstel Rijkswet COHO dat reeds achterhaald is gezien het advies
van de Raad van State.
Vorenstaande geeft voldoende opheldering ten aanzien van de noodzakelijke voortdurende
steun van de Staten van Sint Maarten voor het landspakket en het traject richting
de totstandkoming van de Rijkswet COHO.
Besluitvorming inzake liquiditeitssteun
Nu zowel de regering als de Staten hun steun hebben herbevestigd, heeft de RMR kunnen
besluiten over de liquiditeitssteun voor het tweede kwartaal 2021. Het Cft heeft de
liquiditeitsbehoefte van Sint Maarten geraamd op ANG 39 miljoen voor het tweede kwartaal
van 2021. De RMR heeft op basis van dit advies besloten over te gaan tot het verstrekken
van de vijfde tranche liquiditeitssteun van ANG 39 miljoen, op het moment dat Sint
Maarten de eerste uitvoeringsagenda heeft ondertekend.
De budgettaire gevolgen van deze vijfde tranche worden in een incidentele suppletoire
begrotingswet aan u voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen
nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van
uitvoering van het verstrekken van de vijfde tranche liquiditeitssteun niet kan wachten
tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet deze
tranche in het tweede kwartaal van 2021 uitkeren aan Sint Maarten. Hiermee wordt gehandeld
conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
Uitvoeringsagenda
Op ambtelijk niveau is de periode van 22 december jl. tot medio maart jl. gewerkt
aan het formuleren van de eerste uitvoeringsagenda voor Sint Maarten. In de uitvoeringsagenda
staan concrete stappen vermeld die voortvloeien uit de maatregelen die zijn overeengekomen
tussen Nederland en Sint Maarten.
De uitvoeringsagenda diende op basis van artikel 3 van de onderlinge regeling landspakket
tussen Nederland en Sint Maarten van 22 december jl. vóór 1 april jl. door Nederland
en Sint Maarten ondertekend te zijn. Door het uitblijven van een besluit over de toekenning
van de vijfde tranche liquiditeitssteun heeft de Minister-President van Sint Maarten
te kennen gegeven de uitvoeringsagenda niet te ondertekenen. Het alsnog ondertekenen
van de uitvoeringsagenda is voorwaardelijk voor het toekennen van de vijfde tranche
liquiditeitssteun.
Voortgang landspakket
De periode tussen het overeenkomen van de onderlinge regeling van 22 december jl.
en de totstandkoming van de uitvoeringsagenda heeft primair in het teken gestaan van
het kennismaken tussen de departementen aan beide zijden van de oceaan, het inrichten
van werkgroepen en overlegstructuren, het maken van werkafspraken en het formuleren
van gezamenlijke plannen van aanpak.
Tegelijkertijd zijn in de voorwaardenbrieven ten aanzien van de tweede, derde en vierde
tranche liquiditeitssteun deadlines geformuleerd waaraan Sint Maarten diende te voldoen.
Sint Maarten heeft inmiddels voldaan aan het overgrote deel van de afspraken die zijn
vastgelegd in de voorwaardenbrieven gekoppeld aan de tweede, derde en vierde tranche
liquiditeitssteun. Zo werden de landsverordeningen ten aanzien van kostenbesparende
maatregelen op 18 en 19 maart jl. gepubliceerd. Voorts is ten aanzien van de maatregelen
behorend bij thema D: Financiële Sector het onderzoek door IMF naar de financiële
sector en het stelsel van toezicht hierop afgerond. Aanbevelingen die hieruit voortkomen
zijn opgenomen in de uitvoeringsagenda.
Het invullen van de randvoorwaarden voor de uitvoering van de maatregelen kostte soms
meer tijd dan voorzien. In deze gevallen en in het geval dat het niet aan Sint Maarten
te wijten is dat een deadline niet (volledig) gehaald is, zijn desbetreffende deadlines
van maatregelen aangepast en/of opnieuw geformuleerd in de uitvoeringsagenda.
Dit geldt bijvoorbeeld voor maatregel C.4, die ziet op het moderniseren van de Belastingdienst
op Sint Maarten. Uit diverse gesprekken tussen het Nederlandse Ministerie van Financiën
en het Ministerie van Financiën op Sint Maarten komt een beeld naar voren komt dat
reeds bruikbare onderzoeken zijn verricht in dit verband en een algehele doorlichting
niet geïndiceerd is. Volstaan kan worden met enkele minder omvattende onderzoeken
en/of inventarisaties naar specifieke onderwerpen. In de uitvoeringsagenda is voor
C.4 derhalve een nieuwe deadline opgenomen voor een plan van aanpak voor deze eerste
fase van maatregel C.4. Met betrekking tot maatregel B.15, de corporate governance
van de luchthaven is inmiddels een werkbaar besluit genomen door de Council of Ministers
van Sint Maarten. Daarmee is voldaan aan de gestelde voorwaarde en is er voor deze
maatregel nu een weg vooruit, waartoe vervolgstappen zijn opgenomen in de eerste uitvoeringsagenda.
Ten aanzien van deze maatregelen wordt dan ook voldoende voortgang geboekt.
Niettemin is er één maatregel uit de voorwaardenbrieven waaraan Sint Maarten nog niet
voldaan heeft. Deze voorwaarde die niet (volledig) is nagekomen betreft:
– Ter bevordering van de wederopbouw (Trustfonds) treft Sint Maarten voor 25 januari
2021 effectieve maatregelen om afhandeling van aanvragen (werk- en verblijfsvergunning)
van buitenlandse zelfstandigen en medewerkers ten behoeve van NRPB en breder binnen
een maand na indiening mogelijk te maken, en informeert hierover schriftelijk de TWO.
Het Landsbesluit ligt bij de Gouverneur ter ondertekening. De wetgeving zal naar verwachting
op korte termijn zijn vastgesteld.
Ondanks dat aan deze voorwaarde nog niet (volledig) voldaan is, heeft Sint Maarten
zich sterk ingezet voor de uitvoering van deze voorwaarde en zijn de eerste zichtbare
resultaten bereikt. In het algemeen is een positieve start gemaakt met de uitvoering
van het landspakket.
Tot slot
Het ondertekenen van de uitvoeringsagenda voor het tweede kwartaal van 2021 zal op
korte termijn plaatsvinden. U zult daarna over de inhoud van de uitvoeringsagenda
worden geïnformeerd.
Bijgaand ontvangt uw Kamer het Toetsingskader risicoregelingen rijksoverheid Liquiditeitssteun
vijfde tranche aan Sint Maarten2.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties