Brief regering : Reactie op het inspectierapport inzake 'Alleenstaande minderjarige vreemdelingen: het leer- en verbeterproces van het COA in beeld'
27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers
Nr. 122
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2021
De Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna:
de inspecties) hebben onderzoek gedaan naar het lerend vermogen van het COA inzake
de opvang en begeleiding van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Dit
heeft geresulteerd in het rapport «Alleenstaande minderjarige vreemdelingen: het leer-
en verbeterproces van het COA in beeld». Ik ben de inspecties hiervoor erkentelijk.
Hierbij bied ik uw Kamer dit rapport aan1. In deze brief reageer ik op de bevindingen en de aanbevelingen van het onderzoek.
In december 2018 hebben de inspecties het rapport «Zelfstandig verder? De opvang en
begeleiding van amv’s» uitgebracht. Hier is uw Kamer op 20 december 2018 over geïnformeerd.2 In dat rapport werd onder andere geconcludeerd dat het COA (en Nidos) in staat zijn
gebleken om adequate informatie op te halen over het functioneren van de opvanglocaties
en uit deze informatie belangrijke locatie-overstijgende thema’s te destilleren die
aandacht nodig hebben. Als belangrijk verbeterpunt werd een voldoende diepgaande en
kritische reflectie op de opgehaalde informatie vanuit verschillende gezichtspunten
benoemd. De conclusies van dat rapport waren één van de redenen om een vervolgonderzoek
te starten naar het leer- en verbeterproces van het COA waar het de opvang en begeleiding
van amv’s betreft.
Het rapport dat ik u hierbij aanbied is het resultaat van dit vervolgonderzoek. In
dit vervolgonderzoek keken de inspecties naar het lerend vermogen van het COA: in
welke mate is het COA in staat om mee te bewegen met nieuwe inzichten en uitgangspunten,
pakt het COA eerder geconstateerde verbeterpunten op en past het COA haar beleid en
werkwijze hierop aan? Het onderzoek is uitgevoerd vanaf januari 2020. Zoals ook in
het rapport is genoemd, is het goed om in dit verband te melden dat per 1 mei 2020
bij het COA een organisatieverandering in werking is getreden. Deze ontwikkeling is
in het onderzoek niet meegenomen, wel hebben de onderzoekers hiermee rekening gehouden
bij het formuleren van de aanbeveling en het vervolg.
De inspecties concluderen dat het COA in de afgelopen jaren veel tijd en aandacht
heeft besteed aan het inrichten van het leer- en verbeterproces met betrekking tot
de opvang en begeleiding van amv’s om de gewenste kwaliteitsverbetering te realiseren.
Tevens voldoet het COA grotendeels aan de getoetste verwachtingen. Tegelijkertijd
wordt geconcludeerd dat de uitvoering en doorontwikkeling van het leer- en verbeterproces
nog onvoldoende van de grond komt. De onderzoekers wijzen hiervoor meerdere oorzaken
aan. Als voornaamste reden wordt hierbij onvoldoende sturing op het leer- en verbeterproces
benoemd. Andere redenen die worden benoemd zijn het ontbreken van voldoende samenhang
tussen de diverse documenten die zijn opgesteld ten behoeve van het leer- en verbeterproces
en dat de inrichting van het leer- en verbeterproces onvoldoende rekening houdt met
de weerbarstige praktijk (groot personeelsverloop, het COA is een groei en krimp organisatie
en veel onverwachte gebeurtenissen).
Tevens geven de inspecties twee aanbevelingen mee aan het COA. Ten eerste wordt aanbevolen
om zorg te dragen dat de positieve punten en ontwikkelingen behouden blijven. Ten
tweede wordt aanbevolen om zorg te dragen dat de knel- en verbeterpunten rondom het
leer- en verbeterproces die nog niet zijn aangepakt met de organisatieverandering
alsnog worden aangepakt.
De constateringen dat het COA de afgelopen jaren veel tijd en aandacht heeft besteed
aan het leer- en verbeterproces om de gewenste kwaliteitsverbeteringen te realiseren
en dat het bestuur van het COA grotendeels aan de getoetste verwachtingen voldoet,
verheugen mij. Ik ben het eens met de onderzoekers dat dit positieve ontwikkelingen
zijn. Uiteindelijk komt dit ten goede aan de kwaliteit en van de opvang en begeleiding
van amv’s. Voorts is door de eerder benoemde organisatieverandering het merendeel
van de punten die in de conclusies wordt benoemd inmiddels opgepakt binnen het COA.
Alhoewel de organisatieverandering betrekking heeft op de gehele organisatie, zijn
er ook specifieke veranderingen doorgevoerd in het organisatiemodel die rechtstreeks
invloed hebben op de sturing op de opvang en begeleiding van amv’s. Voor de opvang
en begeleiding van amv’s geldt onder andere dat er een aparte sturingslijn is ingericht.
Er zijn twee regiomanagers bijzondere opvang aangesteld die specifiek sturing geven
aan amv-locaties. Hiermee is er meer dan voorheen specifieke tijd en aandacht voor
sturing op de opvang en begeleiding van amv’s. Het COA verwacht dan ook dat dit een
positieve bijdrage levert aan het verbeter- en leerproces. De bevindingen van het
rapport kunnen echter bijdragen aan het nog scherper voor oog krijgen van aandachtspunten
binnen de organisatie ten aanzien van sturing op de opvang en begeleiding van amv’s.
Voor wat betreft de resterende knel- en verbeterpunten stelt het COA een plan van
aanpak op. Hierin worden de onderdelen waar knel- en verbeterpunten zijn geconstateerd
en waarop de organisatieverandering geen verandering teweeg heeft gebracht meegenomen.
Daarnaast wordt in het plan van aanpak een reflectie op de organisatieverandering
en het effect hiervan op het leer- en verbeter proces ten aanzien van de opvang en
begeleiding van amv’s meegenomen. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat positieve punten
en ontwikkelingen behouden blijven. Ik meen dan ook dat hiermee recht wordt gedaan
aan de aanbevelingen van de inspecties.
Het COA en de inspecties zullen zes maanden na publicatie van het rapport nader in
gesprek gaan op basis van het plan van aanpak. De inspecties hebben aangegeven tijdens
dit gesprek te verwachten dat het COA aantoonbaar laat zien hoe de knel- en verbeterpunten
met de organisatieverandering zijn aangepakt en hoe de resterende knel- en verbeterpunten
zijn aangepakt.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Indieners
-
Indiener
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid