Brief regering : Rapport review granuliet
30 015 Bodembeleid
Nr. 99
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2021
Naar aanleiding van de onrust die is ontstaan over de toepassing van granuliet in
de plas Over de Maas zijn er de afgelopen jaar diverse debatten met Uw Kamer gevoerd
en is veel informatie gewisseld. Om de onrust bij omwonenden weg te nemen heb ik Arcadis
als onafhankelijk bureau – zoals in mijn brief1 van 5 maart 2020 toegezegd – een reviewonderzoek laten uitvoeren naar de milieu-hygiënische
effecten van granuliet in «Over de Maas». Het reviewonderzoek is een aanvulling op
de vele onderzoeken die al beschikbaar waren. Het reviewonderzoek bied ik u hierbij
aan2. De aanpak voor het onderzoek is tot stand gekomen in overleg met de gemeente West
Maas en Waal en heeft de goedkeuring van de provincie Gelderland. Op 17 april 2020
is de aanpak gedeeld met uw Kamer (Kamerstuk 30 015, nr. 64). De begeleiding van de uitvoering van de review is met genoemde overheden gezamenlijk
gedaan. De review heeft het karakter van een literatuur- en effectenstudie, gebaseerd
op praktijkonderzoek. Zo zijn er onder meer monsters genomen van het toegepaste granuliet
en het grond – en oppervlaktewater.
Arcadis concludeert dat de toepassing van granuliet in Over de Maas geen negatieve
effecten heeft voor mens en milieu in de eindsituatie of tijdens de uitvoering. De
milieu-hygiënische kwaliteit van het granuliet in Over de Maas is constant en het
voldoet aan de bodemklasse achtergrondwaarde (AW), de schoonste klasse die in Nederland
aan grond wordt toegekend. Er is in geen enkel monster van grond, grondwater of oppervlaktewater
acrylamide aangetoond. De onderzoeken naar de verspreiding van stoffen laten verder
zien dat nergens in relevante mate verspreiding optreedt naar oppervlakte- of grondwater.
Verspreiding van granuliet zal zich niet voordoen. De geringe hoeveelheid die vrijkomt
in de vorm van vertroebeling tijdens lossen zal zich mengen met de overige grond-
en baggerspeciestromen of natuurlijke sedimentatie, en geen effect hebben op de natuurdoelen.
Uit het onderzoek van Arcadis volgt verder dat een leeflaag bepalend kan zijn voor
een specifiek ecosysteem of natuurdoeltype. Granuliet kan mogelijk zonder leeflaag
minder geschikt zijn voor een specifiek ecosysteem of natuurdoeltype. Bij «Over de
Maas» is hier geen sprake van aangezien boven het granuliet een leeflaag wordt aangebracht3.
Tot slot
Ik vind het belangrijk dat dit onderzoek nu is afgerond. We hebben de zorgen en de
onrust gezien bij omwonenden over granuliet en ik vind het vervelend dat dat zo is
ervaren. Ik hoop dat deze bevestiging de vragen en zorgen die veel mensen vooral in
de omgeving hadden, met de uitkomsten in belangrijke mate zijn weggenomen.
Ten aanzien van de verondiepingen en zorgen in algemene zin; ik ben ik dit jaar gestart
met een beleidsonderzoek diepe plassen. In dat kader wordt onder meer een brede bestuurlijke
dialoog gevoerd over het diepe plassenbeleid. Bij het beleidsonderzoek betrek ik de
aanbevelingen van de heer Kuijken en de door uw Kamer ingediende moties4.
Overeenkomstig uw motie5 van 2 december 2020 zal ik een voorstel voorbereiden hoe meetbare ecologische criteria
leidend kunnen worden gemaakt voor het diepe plassenbeleid. Dit doe ik naast en in
afstemming met het lopende onderzoek naar de ecologische kwaliteit van de uiterwaarde
plassen en een te ontwikkelen afwegingskader waarmee een beeld kan worden gevormd
van de meerwaarde en risico’s van het verondiepen in algemene zin. Dit onderzoek van
B-ware is begin 2022 gereed.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat