Brief regering : Hoger beroep Stint
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 929 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2021
Bij brief van 8 maart 2021 (Kamerstuk 29 398, nr. 905) informeerde ik uw Kamer dat de rechtbank Noord-Nederland (Groningen) een uitspraak
heeft gedaan over het beroep dat was ingesteld tegen het schorsings- en intrekkingsbesluit
over de aanwijzing van de Stint als bijzondere bromfiets. De uitspraak is op 5 maart
jl. gepubliceerd.
Hierbij informeer ik u dat ik heb besloten tegen de uitspraak van de rechtbank hoger
beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De
belangrijkste reden is dat de rechter oordeelde dat het aanwijzingsbesluit (waarmee
de 800 Watt versie werd goedgekeurd als bijzondere bromfiets en daarmee werd toegelaten
tot de openbare weg) ook van toepassing is op de 1.200 Watt versie van de Stint. De
veiligheidsaspecten van de 1.200 Watt Stint zijn echter nooit door mijn ministerie
beoordeeld omdat de fabrikant de aanpassingen ten opzichte van de 800 Watt Stint niet
heeft voorgelegd. Dat oordeel wil ik aan de hoger beroepsrechter voorleggen.
Tevens heb ik de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak verzocht
de uitspraak van de rechtbank te schorsen totdat in hoger beroep de Raad van State
uitspraak heeft gedaan. Ik acht het in het belang van alle betrokkenen dat er pas
uitvoering wordt gegeven aan een onherroepelijk oordeel van de rechter.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat