Brief regering : Inzet van zelftesten in het hoger onderwijs
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 907
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2021
Met deze brief informeer ik u, conform het verzoek van de vaste commissie voor OCW
van 7 april jl.1 over de inzet van zelftesten in het hoger onderwijs. Het kabinet heeft op 23 maart
besloten dat wordt toegewerkt naar het realiseren van meer fysiek onderwijs in het
hoger onderwijs, met daarbij de grootschalige inzet van zelftesten. In de brief met
de stand van zaken Covid19, verzonden op 23 maart, is uw Kamer hier ook over geïnformeerd.2
Vanwege het grote belang voor de fysieke en mentale gezondheid van jongeren en wegens
het voorkomen van verdere achterstanden, is het kabinet voornemens om vanaf 26 april
fysiek onderwijs weer één dag per week mogelijk te maken voor studenten in het hoger
onderwijs, tenzij de epidemiologische situatie dat niet verantwoord toelaat. Daarover
vindt op 20 april de definitieve besluitvorming plaats. De openstelling voor één dag
per week geldt aanvullend op de bestaande uitzonderingen op afstandsonderwijs, namelijk
voor examens en tentamens, de begeleiding van kwetsbare studenten en praktijkonderwijs.
Onderdeel van dit besluit is dat zelftesten beschikbaar gesteld worden, zodat studenten
en docenten zichzelf preventief kunnen testen. Zelftesten in het onderwijs zijn onderdeel
van een bredere introductie van zelftesten in de Nederlandse samenleving als extra
instrument om zicht te krijgen op de verspreiding van het coronavirus en de bestrijding
daarvan. Daarom worden zelftesten breed in alle sectoren van het onderwijs ingezet.
In deze brief schets ik waarom hiervoor is gekozen, wat de verwachtingen zijn van
studenten en hogeronderwijsinstellingen en hoe de beschikbaarstelling van zelftesten
georganiseerd wordt. Over de aanpak voer ik regelmatig overleg met de onderwijskoepels
en de studentenorganisaties.
Waarom zelftesten?
Uit recente cijfers blijkt niet dat er veel clusters van besmettingen zijn in het
mbo en ho. Ook blijven bij openstelling van het hoger onderwijs voor één dag per week
per student blijven alle maatregelen tegen Covid-19 gehandhaafd, waaronder het houden
van de 1,5 meter afstand, het thuisblijven bij klachten, het handen wassen, etc. Wel
is het zo dat mensen, zeker jongeren, vaak zelf geen last hebben van een besmetting
en het virus ondertussen wel ongemerkt overdragen op anderen. De preventieve inzet
van zelftesten kan ertoe leiden dat een besmetting (eerder) gesignaleerd wordt, waardoor
voorkomen wordt dat het virus ongemerkt verder wordt verspreid. Dit kan en positief
effect hebben op het epidemiologische beeld.
We moedigen studenten en instellingen aan zich te testen, maar het doen van een zelftest
is op vrijwillige basis. Het kunnen overleggen van een negatief testresultaat is niet
voorwaardelijk voor toegang tot de instelling of voor de deelname aan fysiek onderwijs.
Van de instelling wordt dan ook niet verwacht dat zij daarop controleert.
Distributie
De overheid stelt de zelftesten voor studenten en medewerkers beschikbaar en bekostigt
deze. Ook ten aanzien van de levering en distributie van de testen worden de instellingen
zoveel als mogelijk gefaciliteerd en ondersteund. Het uitgangspunt hierbij is dat
de tests op een laagdrempelige manier bij de studenten en medewerkers terecht komen,
zonder dat dit de instellingen te zwaar belast. We vragen immers al veel van de instellingen
en de verdeling van testen behoort niet tot hun kerntaak. In de afgelopen periode
is daarom hard gewerkt aan het opzetten van een goed werkend distributiesysteem.
In overleg met de onderwijskoepels (VH, VSNU, MBO Raad) is besloten om SURF te vragen
een rol te spelen in de distributie van zelftesten. SURF, de organisatie voor ICT
in het onderwijs, lanceert een digitaal portaal waar studenten en medewerkers gratis
zelftesten kunnen bestellen. Deze zelftesten worden vervolgens op het door henzelf
opgegeven adres afgeleverd. Studenten en medewerkers kunnen hiervoor gebruik maken
van hun bestaande instellingsaccount. Over een dergelijk account beschikken de meeste
studenten en medewerkers in het hoger onderwijs. Waar studenten en medewerkers niet
beschikken over een account bij SURF, worden zelftesten verstrekt via de instelling.
Met de NRTO is overlegd dat dit onder andere geldt voor studenten en medewerkers van
het niet-bekostigd hoger onderwijs. Enkele hogescholen in het bekostigd onderwijs
kiezen er eveneens voor om via de instelling te verspreiden. Ik laat het aan de individuele
instellingen om te bepalen of zij testen via het portal van SURF laten bestellen of
zelf een actieve rol willen spelen in de distributie van zelftesten.
Dit aanvraagportaal is begin mei klaar. In de dagen daarna komt de distributie via
dat portaal op gang. Dit is naar verwachting pas na het moment waarop de ho-instellingen
weer één dag per week fysiek onderwijs mogen verzorgen voor studenten (voorzien per
26 april), maar zelftesten zijn, zoals hierboven beschreven, ondersteunend bij deze
openstelling en niet randvoorwaardelijk.
SURF en OCW sluiten contracten met derde partijen die de distributie van de tests
kunnen organiseren. Vanuit de Dienst Testen van het Ministerie van VWS worden de door
het Rijk ingekochte en geleverde testen vervoerd naar deze distributiepunten. De kosten
voor de distributie worden gedragen door het Ministerie van OCW en OCW keert een subsidie
uit aan SURF voor alle kosten m.b.t. de inrichting van het portaal.
VWS bouwt op dit moment een voorraad op van individueel verpakte testen om het hoger
onderwijs te kunnen bedienen. In de tweede helft van april kunnen de eerste zelftesten
aan onderwijsinstellingen uitgeleverd worden. Uiteraard is de uitlevering van de zelftesten
aan studenten en medewerkers, afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende zelftesten.
De zelftesten zijn centraal ingekocht en bekostigd vanuit het Ministerie van VWS en
worden aan het onderwijs beschikbaar gesteld. De middelen voor distributie en inzet
worden generaal toegekend. In de negende incidentele suppletoire begroting is dit
verwerkt3.
Communicatie
Ik heb afgesproken met de hogeronderwijsinstellingen dat zij een algemene (en indien
nodig herhaalde) oproep doen aan studenten en medewerkers om zich thuis te testen.
De rijksoverheid zal ondersteunen door duidelijke, eenduidige communicatie beschikbaar
te stellen over de wijze van gebruik van zelftesten en het belang van zelftesten.
Instellingen spelen een belangrijke rol in de verspreiding van deze communicatie.
Ik werk dit de komende weken uit, samen met de koepels.
Pilots met sneltesten
Er lopen op dit moment op verschillende plekken in de samenleving pilots met verschillende
typen sneltesten, waaronder ook zelftesten.
In het mbo en hoger onderwijs wordt in acht regionale pilots onderzocht op welke manier
(snel)testen zouden kunnen bijdragen aan het op termijn mogelijk maken van meer fysiek
onderwijs zonder 1,5 meter afstandsregel. Deze pilots zijn gefaseerd gestart, de eerste
op 18 januari jl. In de pilots worden, zonder af te wijken van de geldende veiligheidsmaatregelen,
diverse testprocedures en testtypen onderzocht, zodat kennis wordt opgedaan over de
mogelijkheden en belemmeringen van testen in de aanloop naar het nieuwe college- en
studiejaar in september. De resultaten van de verschillende pilots komen in begin
mei beschikbaar.
Deze doelstelling staat dus los van de doelstelling van de introductie van zelftesten
in het mbo en het hoger onderwijs. Daar is de doelstelling om door regelmatig te testen
een positieve bijdrage te leveren aan het epidemiologische beeld in Nederland.
De oproep aan studenten en medewerkers is dan ook om te blijven participeren in de
pilotonderzoeken die gebruik maken van andersoortige testprocedures dan zelftesten,
zodat hiermee wetenschappelijke kennis opgedaan kan worden over hoe testen bijdraagt
aan het veilig kunnen loslaten van de veiligheidsmaatregelen.
Het kabinet heeft op 23 maart besloten dat binnen de pilotregio’s al eerder dan op
26 april instellingen fysiek onderwijs, voor een dag per week per student, kunnen
verzorgen. Dit gaat dan om opleidingen waar iedereen de mogelijkheid tot het afnemen
van een test wordt geboden. Daarmee geldt dat vanaf 19 april instellingen die deelnemen
aan de pilots, voor gecontroleerde omgevingen – bijvoorbeeld binnen een opleiding
– weer één dag per week onderwijs kunnen aanbieden wanneer voor die groep studenten
preventief testen beschikbaar is. Deze testmogelijkheid is niet per definitie met
een zelftest, maar kan ook een reeds opgezette, andersoortige testfaciliteit zijn.
In de brief van de vaste commissie voor ocw van 7 april verwijst u ook naar het verschil
in testaanpak bij de Fieldlab-experimenten. Dat licht ik graag toe. Deze maand zijn
er in de cultuur-, sport- en recreatiesector pilots gestart met testbewijzen. In deze
pilots geldt dat mensen op vertoon van een negatief testresultaat toegang krijgen
tot evenementen en activiteiten. Bezoekers laten zich met een sneltest op corona testen
en krijgen vervolgens een testbewijs dat zij bij de ingang kunnen laten zien. Ook
in de zogenaamde Fieldlabs evenementen die dit voorjaar plaatsvinden, wordt in sommige
gevallen gewerkt met sneltesten en toegangstesten. Bij deze praktijktesten bekijken
onderzoekers hoe verschillende evenementen op termijn veilig en verantwoord kunnen
worden georganiseerd. Daarbij wordt ook geëxperimenteerd met het loslaten van bijvoorbeeld
de afstandsmaatregel. Deze experimenten houden geen verband met de uitrol van zelftesten
in het onderwijs. Voor het gebruik van zelftesten geldt, zoals hierboven vermeldt,
dat dit vrijwillig is. Het is niet voorwaardelijk voor toegang tot de onderwijsinstelling
en het leidt niet tot het loslaten van de basismaatregelen.
Tot slot
Ik hecht er grote waarde aan dat studenten in het hoger onderwijs zo snel als verantwoord
mogelijk weer de gelegenheid krijgen fysiek aanwezig te zijn voor het onderwijs aan
hun instelling. Ik heb er vertrouwen in dat dit op een veilige manier kan en doe een
beroep op instellingen, studenten en medewerkers, om middels zelftesten zelf een bijdrage
te leveren aan de verbetering van het epidemiologische beeld.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap