Brief regering : Vervoerplan NS 2021
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 924
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2021
Met deze brief stuur ik u ter informatie het vervoerplan 2021 van NS toe1. Ik heb met de aan instemming onderworpen onderdelen van dit vervoerplan ingestemd.2 Dit licht ik hieronder nader toe. In de afgelopen jaren heb ik uw Kamer gelijktijdig
met het vervoerplan van NS, ook een beheerplan van ProRail toegestuurd. Dat is ditmaal
niet aan de orde, aangezien ik eind 2019 toestemming heb verleend voor een beheerplan
voor twee jaar (2020 en 2021).3
Totstandkoming Vervoerplan 2021
Conform de systematiek in de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet geef ik als concessieverlener
elk jaar een aantal beleidsprioriteiten mee aan NS als concessiehouder. Deze prioriteiten
moeten vanzelfsprekend bijdragen aan een aantrekkelijk aanbod voor de reizigers. NS
geeft vervolgens in het vervoerplan invulling aan deze prioriteiten. Ik heb ervoor
gekozen om voor 2021 de focus voor NS te leggen op het zo goed mogelijk omgaan met
Covid-19 en daarnaast heb ik het verbeteren van de deur-tot-deurreis als beleidsprioriteit
meegegeven.
Vanwege de coronacrisis is de totstandkoming van het jaarlijkse vervoerplan ditmaal
anders dan gebruikelijk verlopen. Aangezien vorig jaar bij zowel IenW als NS de prioriteit
kwam te liggen bij het zo goed mogelijk omgaan met de crisissituatie, heb ik later
dan gebruikelijk de beleidsprioriteitenbrief aan NS gestuurd en heeft NS ook later
dan gebruikelijk haar vervoerplan opgeleverd. Uw Kamer ontvangt het plan dan ook later
dan gebruikelijk.4 Ook het uitvoeren van de in het vervoerplan beschreven maatregelen, zoals dat ook
geldt voor de dienstregeling, moet worden gezien in de context van de huidige crisissituatie.
Of de door NS in het vervoerplan beschreven ambities en doelen wenselijk blijven en
te realiseren zijn, is uiteraard afhankelijk van het verdere verloop van de coronacrisis
en de impact daarvan op de reizigersbehoeften en de financiële positie van NS. Vanzelfsprekend
blijft de concessie (en daarmee het vervoerplan) de basis voor de dienstverlening
en ook de meetlat waarlangs prestaties worden beoordeeld. Ik houd daarom actief vinger
aan de pols bij het uitvoeren van het vervoerplan door NS.
Maatregelen beschreven in het Vervoerplan 2021
In het vervoerplan geeft NS invulling aan de hiervoor genoemde prioriteiten. Voor
het omgaan met Covid-19 blijft NS ook in 2021 uitvoering geven aan het in het NOVB
vastgestelde «Protocol verantwoord blijven reizen in het Openbaar Vervoer».5 In dit protocol is uitgewerkt welke maatregelen vervoerders treffen voor een veilige
en verantwoorde reis voor reizigers en OV-medewerkers en hoe en onder welke voorwaarden
reizigers gebruik kunnen maken van het OV. Gezondheid van reizigers en medewerkers
staat voorop en operationele maakbaarheid is het uitgangspunt. Om verantwoord en comfortabel
met het OV te kunnen reizen, is het spreiden van de vervoervraag een belangrijk aspect.
Zoals in het vervoerplan is toegelicht, geeft NS hier invulling aan door samen met
IenW en andere vervoerders landelijke en regionale afspraken te maken (en/of te herijken)
met onder andere de onderwijssector, grote bedrijven en werkgeversorganisaties. Ook
biedt NS in 2021 via de reisplanner-app nauwkeurigere informatie over drukte in de
treinen, zodat reizigers kunnen kiezen tussen drukke en minder drukke treinen en kunnen
zien in welk gedeelte van de trein plaats is. Tot slot volgt NS ook de ontwikkeling
van de (veranderende) reizigersbehoefte en onderzoekt daarbij hoe zij daarop kan inspelen,
bijvoorbeeld door nieuwe, aanvullende of aangepaste reisproducten.
Om de deur-tot-deurreis te verbeteren zet NS onder meer in op verbeteringen van de
dienstregeling, waarover ik uw Kamer al in september heb geïnformeerd.6 Het gaat om verbeterde overstaprelaties in Baarn en extra sprinters tussen Nijmegen
en ’s-Hertogenbosch op zondagen. Naast verbeteringen aan de dienstregeling zet NS
in op verbeteringen aan ketenvoorzieningen als fietsenstallingen. NS realiseert in
2021 bij zoveel mogelijk stallingen het regime «eerste 24 uur gratis» en start tevens
bij een beperkt aantal stallingen met de uitrol van een nieuw toegangssysteem dat
gebaseerd is op in- en uitcheckpalen. Tot slot werkt NS ook aan verbeteringen van
P+R-voorzieningen en de ontwikkeling van het MaaS-platform RiVier, zodat ook op die
wijze gewerkt wordt aan een betere deur-tot-deurreis.
Tot slot geeft NS in het vervoerplan invulling aan de actualisatie van de vervoerconcessie
voor het hoofdrailnet, waarover ik uw Kamer op 18 december jl. heb geïnformeerd.7 Dit gaat onder meer over een bijstelling van de prestatie-indicatoren en de bijbehorende
bodem- en streefwaarden, maar ook over verbeteringen op het gebied van sociale veiligheid,
cybersecurity, duurzaamheid en internationaal spoorvervoer. Voor een toelichting op
deze maatregelen verwijs ik u naar mijn brief van 18 december jl. en het nu bijgevoegde
vervoerplan.
Tot slot
Sinds de start van de coronacrisis hebben NS-medewerkers het onder moeilijke omstandigheden
mogelijk gemaakt dat mensen die afhankelijk zijn van de trein konden blijven reizen.
NS heeft daarmee een belangrijke dienst geleverd aan zowel de reiziger als de samenleving
in zijn geheel en daarvoor wil ik graag mijn waardering uitspreken. Zoals toegelicht
in het vervoerplan staat ook 2021 in het teken van het zo goed mogelijk omgaan met
Covid-19.
Ik verwacht dat NS ook dit jaar haar uiterste best doet om invulling te geven aan
de in het vervoerplan beschreven maatregelen. Zoals gebruikelijk informeer ik uw Kamer
via de (half)jaarverantwoording over de uitvoering hiervan. Ditzelfde doe ik voor
de maatregelen die beschreven zijn in het beheerplan van ProRail. Het eerstvolgende
moment betreft de jaarverantwoordingen van NS en ProRail over 2020, die ik uw Kamer
op korte termijn verwacht toe te sturen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat