Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 19 april 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2308 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de leden van de Raad Buitenlandse
Zaken van 19 april 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 19 APRIL 2021
Introductie
Op maandag 19 april zal er een vergadering van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken
plaatsvinden. De Hoge vertegenwoordiger voorziet een fysieke bijeenkomst in Luxemburg.
De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering.
Er zal onder Current Affairs gesproken worden over Georgië, India en het Post-Cotonou verdrag.
Daarnaast staan Westelijke Balkan, Oekraïne en Ethiopië als volle agendapunten geagendeerd.
Ten slotte zal er ook een informele lunch met de Oekraïense Minister van Buitenlandse
Zaken plaatsvinden.
Current Affairs
Georgië
De Raad zal spreken over de actuele ontwikkelingen in Georgië, in het bijzonder over
de escalatie van de politieke crisis. Deze crisis verergerde na de recente ontslagname
door premier Gakharia en de daaropvolgende arrestatie van oppositieleider Melia. De
huidige gepolariseerde situatie baart de EU zorgen. Begin maart bracht de voorzitter
van de Europese Raad, Charles Michel, een bezoek aan Georgië en wees hij vervolgens
een persoonlijke gezant aan, Christian Danielsson, om te bemiddelen tussen regeringspartij
Georgian Dream en de oppositie. Deze gezant heeft inmiddels twee keer een bezoek aan Tbilisi gebracht,
maar ook zijn laatste poging (29-31 maart jl.) om te bemiddelen is gestrand op de
bekende rode lijnen: de eisen van de oppositie tot vrijlating van de politieke gevangenen
(inclusief UNM-leider Melia) en vervroegde verkiezingen.
Nederland steunt de bemiddelingspoging van de EU. Ook moedigt Nederland Georgië aan
het hervormingstraject weer op te pakken en werk te maken van de duurzame implementatie
van de afspraken uit het associatieakkoord, in het bijzonder hervormingen van het
justitieel systeem en het kiesstelsel. Nederland en de EU blijven gecommitteerd aan
de territoriale integriteit van Georgië.
India
De Raad zal spreken over de voorbereidingen voor de EU-India Top die op 8 mei wordt
georganiseerd. De ambitie is de top fysiek te laten plaatsvinden in Porto. Namens
India neemt premier Modi deel. Het kabinet verwelkomt intensievere samenwerking met
India. Het kabinet zou graag zien dat de top leidt tot ambitieuze afspraken op het
gebied van klimaat, in het bijzonder in voorbereiding op de klimaattop die eind dit
jaar plaatsvindt, waarborging van het mondiaal vrijhandelssysteem, connectiviteit
en respect voor mensenrechten. Momenteel vinden onderhandelingen plaats over een slotverklaring.
Voor het kabinet is het van belang dat conform de slotverklaring bij de EU-India top
van 15 juli 2020 een expliciete passage wordt opgenomen over de erkenning van universele
mensenrechten (in het bijzonder rechten van religieuze minderheden). Verder verwelkomt
het kabinet de geplande separate gezamenlijke verklaringen over de Indo-Pacific regio,
klimaat en connectiviteit.
Post-Cotonou
Naar verwachting zullen de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie kort ingaan op de
juridische aard van het toekomstige Post-Cotonou verdrag tussen de EU en landen in
Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan. Op 3 december 2020 bereikten de
hoofdonderhandelaars van de EU en de Organisation of African, Caribbean and Pacific States (OACP) een politiek akkoord over een nieuwe partnerschapsovereenkomst die het huidige
Cotonou verdrag zal opvolgen. Een kabinetsappreciatie van het nieuwe verdrag zal uw
Kamer toekomen zodra de finale teksten beschikbaar zijn. Een nog openstaande vraag
is de juridische aard van het verdrag. In het EU onderhandelingsmandaat is de Commissie
door de Raad en de lidstaten gemandateerd om een gemengd verdrag uit te onderhandelen,
maar de Commissie geeft aan dat een EU-only verdrag juridisch gezien ook tot de mogelijkheden behoort. De Raad zal een oordeel
vellen op basis van de finale teksten van het verdrag. Voor het kabinet ligt het in
de rede dat het Post-Cotonou verdrag, evenals het geval was bij het huidige Cotonou
verdrag, aan de nationale parlementen ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Westelijke Balkan
In vervolg op de discussie van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart jl. (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2307) zal de Raad ditmaal uitgebreider spreken over het geopolitieke- en veiligheidsbelang
van de Westelijke Balkan voor de EU, de EU-samenwerking met de regio en de noodzaak
van voortgaande hervormingen o.a. in Bosnië en Herzegovina. Regionale verzoening en
de dialoog tussen Servië en Kosovo worden mogelijk ook besproken. Ook de impact op
de volksgezondheid en de economische gevolgen van de COVID-19 pandemie voor de landen
van de Westelijke Balkan kunnen aan bod komen. Een discussie over EU-uitbreiding in
relatie tot de Westelijke Balkan maakt geen onderdeel uit van de agenda voor deze
Raad, maar is voorzien voor de Raad Algemene Zaken van 20 april.
Het kabinet vindt het wenselijk dat de EU blijft inzetten op het verder verbeteren
van de strategische communicatie en publieksdiplomatie in de Westelijke Balkan, en
dit koppelt aan het brede instrumentarium dat de EU reeds inzet in de regio. Dit is
van belang om de actieve betrokkenheid van de EU bij de landen van de Westelijke Balkan
te blijven tonen, mede in het licht van de invloed van derde landen zoals Rusland
en China. Het kabinet acht het van belang dat ook de internationale gemeenschap actief
betrokken blijft bij regionale verzoening, waarbij de EU een centrale rol vervult.
Het kabinet blijft daarbij voorstander van samenwerking en afstemming tussen de EU
en de VS, mede vanwege de historische banden van de VS met de regio. Ten aanzien van
de Kosovo-Servië dialoog blijft het kabinet benadrukken dat in het verleden gemaakte
afspraken uitgevoerd dienen te worden. Het kabinet hecht belang aan samenwerking met
en tussen de Westelijke Balkan-landen op het terrein van de rechtsstaat, connectiviteit,
veiligheid en klimaat. Voortdurende aandacht voor hervorming van de rechtsstaat, alsmede
de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie, blijft daarbij essentieel. Het
kabinet blijft uitdragen dat de autoriteiten in Bosnië en Herzegovina hervormingen
moeten doorvoeren om alle 14 prioriteiten uit de Opinie van de Europese Commissie
te realiseren. Daarnaast steunt het kabinet de EU-coördinatie voor hulp bij de bestrijding
van de negatieve effecten van de COVID-19-pandemie.
Oekraïne
De ministers van Buitenlandse Zaken zullen spreken over Oekraïne, zowel tijdens de
Raad alsook tijdens de aansluitende informele lunch met de Oekraïense Minister van
Buitenlandse Zaken Kuleba. De ministers zullen geïnformeerd worden over het bezoek
dat de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel bracht aan Oekraïne in maart
jl. Recentelijk zijn in Oost-Oekraïne de spanningen opgelopen, onder andere door de
dood van vier Oekraïense militairen aan de contactlijn en de Russische troepenopbouw
op de door Rusland bezette Krim en aan de Oekraïense grens. De Raad zal opnieuw zijn
steun uitspreken voor de Oekraïense territoriale integriteit en soevereiniteit. Implementatie
van de Minskakkoorden blijft van essentieel belang om tot een duurzame oplossing van
het conflict in Oost-Oekraïne te komen. Het hangt echter af van de politieke wil van
de partijen, met name van Rusland en de separatisten, om vooruitgang te boeken. Het
kabinet blijft zich in EU-verband sterk maken voor verlenging van de sancties die
zijn ingesteld in reactie op het Russische destabiliserende optreden in Oekraïne.
Dit betreft niet alleen Oost-Oekraïne, maar ook de situatie op de Krim, waar ook ernstige
zorgen bestaan over mensenrechtenschendingen.
De Raad zal eveneens spreken over het hervormingsproces in Oekraïne en de rol van
de EU en de lidstaten bij het ondersteunen van de Oekraïense regering hierin. Het
kabinet is van mening dat Oekraïne zich alleen kan ontwikkelen tot een stabiele democratie
en rechtsstaat met een goed functionerende economie als het blijft doorgaan met het
doorvoeren van duurzame politieke en economische hervormingen, zoals ook in het associatieakkoord
is overeengekomen. Het is in het belang van Oekraïne en in het belang van onze eigen
veiligheid in de EU en Nederland dat het land zich blijft ontwikkelen tot een stabiele
en weerbare democratie. Het kabinet vindt het daarom goed dat de EU Oekraïne op basis
van conditionaliteit steun biedt bij het implementeren van de hervormingen.
Ethiopië
In vervolg op de discussie van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart jl. en de Raadsconclusies
die schriftelijk werden aangenomen op 11 maart, zal de Raad stilstaan bij de situatie
in Ethiopië en met name de Tigray regio. Daar wordt sinds november gevochten tussen
het regeringsleger (met steun van Eritrea en milities uit een naburige deelstaat)
en troepen gelieerd aan de voormalige machtshebbers van de Tigray People’s Liberation
Front.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 22 maart werd aangekondigd dat de Finse Minister
van Buitenlandse Zaken, Pekka Haavisto, na een eerder bezoek in februari wederom namens
de EU naar Ethiopië zal afreizen. Hij zal daar de aanhoudende zorgen over de situatie
in Tigray en de EU prioriteiten onder de aandacht brengen, in het bijzonder vrije
toegang voor humanitaire hulp, het belang van onafhankelijk mensenrechtenonderzoek,
terugtrekking van Eritrese troepen, en de noodzaak tot dialoog.
Gezien het voortdurende geweld en grootschalige mensenrechtenschendingen is het van
belang dat de EU druk blijft uitoefenen op de strijdende partijen om te komen tot
een politieke oplossing van het conflict in Ethiopië. Premier Abiy Ahmed heeft aangegeven
dat een akkoord is bereikt over terugtrekking van Eritrese troepen. Dit dient onafhankelijk
geverifieerd worden, met name gezien de aanhoudende berichten over hun betrokkenheid
bij mensenrechtenschendingen. Ook dient de toezegging van de Ethiopische mensenrechtencommissie
op te worden gevolgd dat zij onderzoek zal doen in Tigray in samenwerking met het
kantoor van de VN-Hoge Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten. Ondanks de recent
verbeterde toegang voor humanitaire hulp zal het kabinet blijven oproepen tot het
wegnemen van beperkingen voor effectieve hulpverlening en alertheid op pogingen van
de strijdende partijen om humanitaire hulp als politiek instrument te gebruiken. Het
kabinet hecht tevens aan een brede en inclusieve nationale dialoog om bestaande politieke
en etnische spanningen in Ethiopië te verminderen. Dit is mede van belang met het
oog op de verkiezingen die gepland staan op 5 juni. Het kabinet zal blijven wijzen
op de risico’s van verdere destabilisatie van de regio als gevolg van de spanningen
tussen Ethiopië en Soedan met betrekking tot controle over de Al-Fashaga grensregio.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.