Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het onderzoeksrapport Ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector in Caribisch Nederland van de Stichting Wageningen Research
33 576 Natuurbeleid
Nr. 227
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2021
Op 18 januari 2021 heeft de vaste commissie Koninkrijkrelaties van uw Kamer de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en mij geattendeerd op het Onderzoeksrapport
«Ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector in Caribisch Nederland» van
de Stichting Wageningen Research en ons verzocht om een reactie op dit rapport te
geven. Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van het verzoek van deze commissie
om een overzicht van de huidige stand van zaken van en de mogelijkheden voor de agrarische
en visserij sector in Caribisch Nederland.
Algemeen
Met deze brief geef ik, mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, een appreciatie van het onderzoeksrapport. Ter voorbereiding
van mijn reactie heb ik het rapport ook voorgelegd aan de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba. De reactie van de openbare lichamen heb ik opgenomen in mijn
reactie. Het rapport geeft een goed overzicht van de huidige ontwikkelingen en mogelijkheden
die er zijn voor de agrarische en visserij sector van Caribisch Nederland. Ik constateer
dat en groot aantal van de inzichten en aanbevelingen in het rapport reeds worden
opgepakt.
In het kader van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030 (NMBP-CN)
en de daaruit volgende eilandelijke uitvoeringsagenda’s, werk ik samen met de eilanden
aan verbetering van de implementatie (Kamerstuk 33 576 nr. 190). De Ministeries LNV en IenW hebben de wettelijke plicht vijfjaarlijkse natuur- en
milieubeleidsplannen op te stellen. Er is middels het NMBP-CN gekozen voor een meer
integrale benadering waarbij ook het Ministerie van BZK het plan heeft vastgesteld
in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. Omdat voor landbouw en visserij dit planfiguur
niet bestaat zijn acties op deze terreinen opgenomen in het NMBP-CN. Het NMBP-CN beslaat
een periode van 10 jaar met een evaluatiemoment in 2025. Dit maakt het mogelijk om
middels een meerjarige aanpak te werken aan de in het NMBP-CN benoemde dossiers. De
uitwerking van het NMBP-CN vindt plaats middels eilandelijke uitvoeringsagenda’s die
op dit moment worden opgesteld door de openbare lichamen in nauwe samenwerking met
(en waar gewenst onder begeleiding van) de betrokken ministeries. In de uitwerking
van het NMBP-CN is naast aandacht voor voldoende lokale capaciteit en kennis ook aandacht
voor bestuurlijk draagvlak.
Daar het rapport een groot aantal specifieke aanbevelingen bevat en uw Kamer mij heeft
verzocht om een reactie op deze aanbevelingen, is volledigheidshalve in de bijlage
een overzicht geleverd van de verschillende lopende projecten en processen in Caribisch
Nederland gerelateerd aan de aanbevelingen.
Het rapport geeft drie globale leerpunten en suggesties, namelijk:
1. Meerjarige aanpak met kwantitatieve monitoring en doorlopende kennisontwikkeling.
2. Systeemintegratie van te bereiken doelen, rekening houdend met cultuuraspecten.
3. Kennisimplementatie en innovatie met impact.
Daarnaast adviseert het rapport een viertal plannen te ontwikkelen, zijnde:
4. Een integraal zoetwaterplan;
5. Een agrarisch ontwikkelplan;
6. Een visserij ontwikkelplan; en
7. Een agrarisch onderwijsplan.
Hieronder geeft ik mijn reactie op deze zeven punten.
Ad 1 Meerjarige aanpak met kwantitatieve monitoring en doorlopende kennisontwikkeling.
In het rapport wordt geadviseerd om samen met de verschillende relevante beleidsthema’s
en betrokkenen meerjarig consistent naar bepaalde doelen toe te werken. Daarbij geven
de onderzoekers aan dat (tussentijdse) kwantitatieve monitoring en rapportage van
belang is. Dit advies onderschrijf ik en het sluit aan bij het proces betreffende
de ontwikkeling en implementatie van het natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland
2020–2030 (NMBP-CN) en de onderliggende eilandelijke uitvoeringsagenda’s.
Ad 2 Systeemintegratie van te bereiken doelen, rekening houdend met cultuuraspecten.
Systeemintegratie is, zeker als het gaat om kleinschalige eilanden zoals het geval
in Caribisch Nederland met een totale bevolking van net onder de 26.000 bewoners,
essentieel voor het bereiken van doelen Het is van belang bij het vinden van oplossingen
voor problemen dat gekeken wordt naar de mogelijkheden die het eiland en de spelers
in het geheel bieden op het terrein van land en water. Om deze reden is er gekozen
voor een integrale systeem aanpak in het NMBP-CN en de onderliggende eilandelijke
uitvoeringsagenda’s. Via de eilandelijke uitvoeringsagenda’s worden de overkoepelende
doelen en acties in het NMBP-CN uitgewerkt voor ieder openbaar lichaam, rekening houdend
met de cultuuraspecten van het betreffend openbaar lichaam.
Ad 3 Kennisimplementatie en innovatie met impact.
De onderzoekers benadrukken het belang van beroepscoöperaties voor het bereiken van
een breed gedragen, consistente ontwikkeling naar een duurzamere productie van voldoende
voedsel en adviseert dergelijke coöperaties gericht te faciliteren vanuit de overheid.
Het belang van dergelijke coöperaties voor de implementatie van beleid en het bereiken
van bepaalde doelen, met name een verhoogde en duurzame lokale voedselproductie, onderken
ik.
Deels onder begeleiding van de openbare lichamen zijn inmiddels op ieder eiland de
vissers verenigd in een organisatie. Het doel van de organisaties verschilt, waarbij
voor sommige de nadruk meer ligt op economische vooruitgang en voor andere meer op
culturele representatie. Op Bonaire zijn de meeste boeren, met name de veehouders,
verenigd middels een coöperatie. Op Saba worden er gesprekken gevoerd door het openbaar
lichaam Saba met de boeren over de rol en functie van een mogelijke boerencoöperatie.
Op Sint Eustatius zijn de agrariërs verenigd middels een coöperatie. Zowel de coöperatie
van de vissers als die van de agrariërs zijn in Sint Eustatius nog in een opstartende
fase, waarbij begeleiding wordt geboden door het openbaar lichaam Sint Eustatius.
Zowel het Rijk als de openbare lichamen ondersteunen deze organisaties met name door
hen te betrekken in beleidsprocessen en -projecten om daarmee het bestaansrecht van
deze organisaties voor de boeren en vissers te onderstrepen. Voor toekomstige beleidsprocessen
en -projecten zal per casus worden verkend op welke wijze de vissers- en boerenorganisaties
betrokken kunnen worden om de verdere ontwikkeling en versterking van deze organisaties
te faciliteren.
Ad 4 Integraal zoetwaterplan
De onderzoekers adviseren om als onderdeel van een integraal zoetwaterplan de totale
(toekomstige) vraag naar (landbouw)water in kaart te brengen, een kader te ontwikkelen
voor het gebruik van het gezuiverde water en voor het beheer van het grondwater en
ontwikkeling van waterbesparende productiesystemen. De uitdagingen voor de agrarische
sector betreffende de beschikbaarheid van water is mij bekend en ik onderken het belang
van de aanbevelingen in het rapport. Voor een overzicht van de totale toekomstige
vraag naar landbouwwater is een beeld van de grootte van de huidige en toekomstige
agrarische sector vereist. Omdat de ontwikkeling van de landbouw op alle drie de eilanden
in een beginfase verkeert en de richting van deze ontwikkeling afhankelijk is van
verscheidene factoren is het nu niet mogelijk om de toekomstige vraag van deze sector
in beeld te brengen. Er is daarom gekozen voor een stapsgewijze aanpak waarbij de
watervoorziening samenloopt met de behoefte vanuit de sector. Eén van de oplossingsrichtingen
is om het waterverbruik te beperken. Zo zijn er op de drie eilanden hydroponics landbouwsystemen
opgezet die waterbesparend produceren. Specifiek voor Bonaire wordt geadviseerd aanvullende
regelgeving voor het slaan van putten op te stellen. Dit is echter niet noodzakelijk
omdat hiervoor al regelgeving bestaat. Een waterverordening verbiedt het slaan van
nieuwe waterputten, waarbij de landbouw, tuinbouw en veeteelt is vrijgesteld van vergunningplicht.
Ad 5 Agrarisch ontwikkelplan
De onderzoekers noemen specifieke concrete acties als deel van een agrarisch ontwikkelplan.
Het NMBP-CN dient als kader voor de agrarische ontwikkeling vanuit het Rijk. Middels
de uitvoeringsagenda’s wordt dit kader voor ieder eiland verder uitgewerkt. Omdat
de verantwoordelijkheid voor de landbouwontwikkeling belegd is bij het openbaar lichaam
en ieder eiland van Caribisch Nederland verschillend is, is de ontwikkeling van een
aanvullend overkoepelend agrarisch ontwikkelplan voor Caribisch Nederland niet aan
de orde. Naast de uitvoeringsagenda’s zijn er eilandelijke landbouwvisies reeds vastgesteld
of in ontwikkeling door de openbare lichamen. Op Bonaire is door het openbaar lichaam
de Beleidsvisie Landbouw Veeteelt Visserij Bonaire 2014–2029 vastgesteld. Op Sint
Eustatius wordt er momenteel door het openbaar lichaam gewerkt aan een landbouwvisie,
ondersteund door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Op Saba is het openbaar
lichaam tevens voornemens een landbouwvisie te ontwikkelen.
Een aantal van de aanbevelingen welke in het rapport genoemd wordt als onderdeel van
het agrarisch ontwikkelplan sluit aan bij lopende beleidsprocessen, namelijk het opstellen
van oplossingsrichtingen voor de loslopende grazers, verbetering van het dierenwelzijn,
voedselveiligheid, plattelandsveiligheid, de winstgevendheid van agrarische ondernemers
en het ontwikkelen van eilandelijke landbouwvisies. De aanbeveling tot actualisatie
van de bodemkaarten en van de regelgeving betreffende gewasbescherming is in de gesprekken
met de openbare lichamen in het kader van de eilandelijke uitvoeringsagenda’s niet
naar voren gekomen en lijkt op dit moment geen prioriteit te hebben. In de gesprekken
met de openbare lichamen betreffende de uitvoeringsagenda’s zal ik deze zaken onder
hun aandacht brengen. Het is vervolgens aan de openbare lichamen om hier gevolg aan
te geven in de uitvoeringsagenda’s.
Ad 6 Visserij ontwikkelplan
Onder begeleiding van de Visserij Commissie BES is er een visserijbeheerplan onder
de titel Duurzaam Visserij Plan Caribisch Nederland 2020–2030 opgesteld. Consultaties
met betrokkenen hebben plaatsgevonden. De Visserijcommissie heeft het visserijbeheerplan
inmiddels vastgesteld. Daarnaast is er een beheerplan voor de natuurlijke hulpbronnen
in de Exclusieve Economische Zone (EEZ) van de Caribische delen van het Koninkrijk
(hierna het «EEZ beheerplan»). De EEZ en territoriale wateren van Caribisch Nederland
maken deel uit van het Yarari zeezoogdieren- en haaienreservaat, voor dit natuurpark
zal tevens een beheerplan opgesteld worden. Tenslotte is er een specifiek beheerplan
voor de Sababank.
In tegenstelling tot wat het rapport aangeeft is de kleinschalige, niet op export
gerichte visserij van Caribisch Nederland niet gebonden aan de eisen van het Internationaal
Verdrag inzake de instandhouding van Atlantische tonijnen (hierna het «ICCAT-Verdrag»).
Op dit moment zijn er geen voornemens in Caribisch Nederland voor grootschalige en/of
industriële visserij, op door het ICCAT-Verdrag gereguleerde vissoorten. Het ICCAT-verdrag
wordt dan ook niet ten behoeve van Caribisch Nederland geratificeerd.
Ad 7 Agrarisch onderwijsplan
Het rapport benoemt de lage interesse voor de agrarische sector en de aanbeveling
om deze te verhogen door meer aandacht te besteden aan de groene sector in den brede
in het onderwijs onderschrijf ik. Om deze reden is er een onderzoek uitgevoerd naar
de kansen en mogelijkheden om een «groene» opleiding op te zetten op Bonaire waarbij
initieel de nadruk lag op een opleiding op mbo-niveau. De totstandkoming van dat onderzoek
alsmede de begeleiding van het onderzoek was in nauwe samenwerking met het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de onderwijsinstellingen op Bonaire en
de Raad Onderwijs Arbeidsmarkt Caribisch Nederland. Op basis van dit onderzoek blijkt
een agrarische opleiding binnen het middelbaar beroepsonderwijs op dit moment niet
haalbaar. De aanbevelingen uit het onderzoek worden op dit moment besproken met de
betrokken instanties. Voor deze aanbevelingen wordt ook onderzocht wat de mogelijkheden
zijn voor Saba en Sint Eustatius. Dit gebeurt in overleg met OCW daar de stelselverantwoordelijkheid
voor het onderwijs in Caribisch Nederland belegd is bij dat ministerie.
Conclusie
Het onderzoeksrapport «Ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector in Caribisch
Nederland» van de Stichting Wageningen Research is goed bruikbaar omdat het zichtbaar
maakt voor welke uitdagingen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
staan en welke handvatten er zijn om de lokale voedselzekerheid te vergroten. De adviezen
van het rapport sluiten aan op de verdere uitvoering door de openbare lichamen van
de eilanden als ook met mijn inzet om landbouw, visserij en natuurbeheer onderdeel
te laten zijn van een integrale voedselsysteem benadering. We gaan door op de ingeslagen
weg, zoals hiervoor aangegeven verrijkt door een aantal aanbevelingen uit het rapport.
Voor de ontwikkeling van landbouw ligt de prioriteit op het professionaliseren van
de geitenhouderij, water, het ondersteunen van de lokale capaciteit en het vergroten
van de lokale kennis.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Bijlage: activiteiten landbouw en visserij Caribisch Nederland
Dossier
Rijk
Openbaar Lichaam (OL)
Landbouw
Aanpak loslopende grazers
Middelen vrijgemaakt voor de aanpak van de loslopende grazers uit de eerste en tweede
tranche regio-envelop (Kamerstukken 29 697, nrs. 54, 72 en 82). Ondersteund de OL'en middels inzet van expertise van de RVO.
Op Bonaire loopt het project «Professionaliseren geitenhouderij en verbetering voedselveiligheid».
Op Saba is er een plan van aanpak opgesteld voor de aanpak van loslopende geiten welke
reeds in uitvoering is. Op Sint Eustatius is er een plan van aanpak voor de loslopende
grazers (geiten en runderen) in ontwikkeling.
Voedselveiligheid
Middelen vrijgemaakt voor de verbetering van de voedselveiligheid en ondersteuning
middels inzet expertise.
Op Bonaire wordt er een veterinaire afdeling opgericht waarbij het slachthuis gerenoveerd
wordt. Op Saba worden er een slachtfaciliteit en koelcontainers aangeschaft om de
voedselveiligheid te borgen. Op Sint Eustatius is een plan van aanpak in ontwikkeling.
Plattelandsveiligheid (Bonaire)
Middelen vrijgemaakt uit de eerste tranche regio-envelop. Handhaving is opgenomen
als horizontaal doel in het NMBP-CN en de onderliggende uitvoeringsagenda's.
Verbetering van de plattelandsveiligheid is een deelproject van het project «Professionaliseren
geitenhouderij en verbetering voedselveiligheid». Verder wordt verbetering van de
handhaving uitgewerkt in de eilandelijke uitvoeringsagenda's onder het NMBP-CN.
Eilandelijke landbouwvisies
Het NMBP-CN dient ten dele als kader voor de lokale voedselproductie. LNV biedt ondersteuning
van expertise middels de RVO.
Bonaire: Beleidsvisie Landbouw, Veeteelt en Visserij Bonaire 2014–2029; Saba: voornemens
landbouwvisie te ontwikkelen; Sint Eustatius: landbouwvisie in ontwikkeling.
Waterbesparende landbouwtechnieken
Middelen vrijgemaakt uit de eerste tranche regio-envelop.
Op Saba wordt een «hydroponics farm» opgezet. Op Sint Eustatius is er reeds een hydroponics-systeem
op het terrein van de dienst Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV), deze is echter
niet in gebruik. Op Bonaire is er een perceel op het LVV-terrein verhuurd waar een
hydroponics boerderij wordt opgezet.
Agrarisch onderwijs
Inventarisatie en behoefteanalyse van de «groene» sector op Bonaire uitgevoerd t.b.v.
een op te zetten MBO-2 agrarische opleiding. Middelen vrijgesteld om verder te werken
op basis van de aanbevelingen uit het onderzoek.
Groentekassen geplaatst bij scholen van het basis en middelbaar onderwijs.
Innovatie en praktijkkennis
Middelen vrijgemaakt uit het Programma Praktijkkennis Voedsel en Groen.
OL'en werken tekst voor de eilandelijke calls onder dit programma uit.
Dierenwelzijn
Ondersteuning middels kennis en expertise.
Bonaire stelt een plan van aanpak dierenwelzijn op.
Visserij
Visserijbeheerplan
De Visserij Commissie BES heeft het «Duurzaam Visserij Plan» opgesteld.
Aanpassing visserijwetgeving
Op verzoek van de Visserij Commissie BES wordt het Visserijbesluit BES aangepast.
OL'en krijgen de mogelijkheid een kader (waaronder vergunningsplicht) in te stellen
voor de visserij in de territoriale wateren met vaartuigen kleiner dan 12 meter.
Ondersteuning vissersorganisaties
Ondersteuning d.m.v. betrekken van de organisaties in beleidsprocessen en -projecten.
Deels onder begeleiding van de OL'en is er op ieder eiland een vissersorganisatie.
Op Bonaire heeft de visserij coöperatie Piskabon zes lokvlotten aangeschaft welke
zij beheren in samenwerking met de dienst LVV van het openbaar lichaam.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit