Brief regering : Kabinetsreactie op 106e OMT advies
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1103 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2021
Het vaccineren van de bewoners van verpleeghuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg
is op veel locaties grotendeels afgerond en de vaccinatie van ouderen thuis vordert
gestaag. Er zijn in de instellingen voor langdurige zorg nu 550.000 prikken gezet.
In de besmettings- en sterftecijfers is het effect daarvan nu goed zichtbaar. Onderstaande
grafieken (figuur 1 en 2) laten zien dat de ontwikkelingen van de besmettingen in
de verpleeghuizen en gehandicapteninstellingen veel gunstiger zijn dan het landelijk
beeld.
In de verpleeghuizen is de afgelopen maanden zowel het aantal gemelde besmettingen
als de COVID-sterfte fors afgenomen. In week 52 van het jaar 2020 waren er volgens
de cijfers van het RIVM nog ca. 2.400 gemelde besmettingen, nu in week 13 zijn dat
er nog maar 150. Ook nam de COVID-sterfte af van ca. 285 in week 52 van 2020 naar
ca. 20 in week 13 van 2021.
Ook in de instellingen voor gehandicaptenzorg daalde het aantal gemelde besmettingen
flink: van ca. 535 in week 52 van 2020 naar ca. 40 in week 13 van 2021. Het CBS constateert
dat de sterfte in de Wlz nu onder het verwachte niveau ligt.
De situatie in verpleeghuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg laat zien dat
vaccineren effectief is. Vanwege dit positieve beeld, is het mogelijk om te bezien
welke versoepelingen mogelijk zijn. Daarom is het OMT gevraagd een samenhangend advies
uit te brengen over de mogelijkheden om COVID-19-maatregelen voor deze doelgroepen
op verantwoorde wijze te versoepelen. Het gaat zowel om de algemeen geldende maatregelen
als maatregelen meer specifiek gericht op deze doelgroepen.
Het OMT is 26 maart jl. bijeen geweest. Het advies is opgenomen in de bijlage1. Het advies van het OMT heeft betrekking op de epidemiologische situatie rondom de
COVID-19-uitbraak en de mogelijkheden voor versoepeling van maatregelen voor thuiswonende
ouderen en bewoners van instellingen voor langdurige zorg. Met deze brief informeer
ik uw Kamer over het OMT-advies en de kabinetsreactie hierop. Hieronder wordt eerst
een samenvatting gegeven van het advies, waarna de reactie van het kabinet op het
advies volgt.
Figuur 1 aantal nieuw gemelde besmettingen in verpleeghuizen (7 daags gemiddelde)
Figuur 2 aantal nieuw gemelde besmettingen gehandicaptenzorg (7 daags gemiddelde)
106e OMT-advies
Epidemiologische situatie
In de week voorafgaande aan het OMT is het aantal nieuwe meldingen is gestegen met
20%, tot 274 positief geteste personen per 100.000 inwoners. Ook de instroom en bezetting
in de ziekenhuizen inclusief IC’s namen toe. Het effect van de vaccinatie van de oudste
leeftijdsgroepen en bewoners van instellingen was al duidelijk zichtbaar en ook de
landelijke sterfte was niet langer verhoogd.
Inmiddels zijn we weer enige tijd verder. In de week van 31 maart tot en met 6 april
daalde het aantal mensen met een positieve corona testuitslag 7%, het percentage mensen
met een positieve testuitslag steeg iets, naar 8,9%. Het reproductiegetal zit nu nipt
boven de 1. Het aantal nieuwe patiënten dat met COVID-19 werd opgenomen op de IC intensive
care steeg de afgelopen week met bijna 20%. Het aantal nieuwe COVID-19 patiënten dat
werd opgenomen in het ziekenhuis was ongeveer gelijk aan het aantal in de week daarvoor
(–3%). In de volgende stand van zakenbrief ga ik uitgebreider in op de epidemiologische
situatie, op basis van het 107e OMT advies.
Thuiswonende ouderen en bewoners van instellingen voor langdurige zorg
Instellingen voor langdurige zorg
Het OMT geeft aan dat verschillende randvoorwaarden een rol spelen bij de afweging
over de versoepeling van maatregelen: de vaccinatiestatus van de bewoners, de vaccinatiestatus
van de medewerkers, de omgevingsprevalentie van COVID-19 en de vaccinatiegraad in
Nederland. Ten aanzien van de vaccinatiestatus van medewerkers kan worden opgemerkt
dat deze niet per locatie bekend is.
Het OMT merkt op dat hoewel op de meeste locaties de tweede vaccinaties inmiddels
zijn afgerond, (nog) niet alle bewoners beschermd zijn. Dit komt doordat nog niet
alle bewoners zijn gevaccineerd, de vaccinatie geen 100% bescherming biedt en het
nog niet duidelijk is in hoeverre vaccinatie beschermt tegen transmissie van het virus.
Gezien het risico op verspreiding van SARS-CoV-2 door de vele onderlinge contacten
binnen de instelling en de kwetsbaarheid van ongevaccineerde bewoners, adviseert het
OMT daarom dat de infectiepreventiemaatregelen in principe ook na vaccinatie gecontinueerd
dienen te worden.
Het OMT benadrukt dat dit een tussensituatie betreft, want zodra de vaccinaties breed
in de maatschappij zijn gerealiseerd en de besmettingsrisico’s van buiten instellingen
zijn teruggebracht, zou verdere versoepeling kunnen worden doorgevoerd.
Als uitgangspunt bij de geadviseerde versoepeling van maatregelen in instellingen
voor langdurige zorg hanteert het OMT dat een optimale balans wordt nagestreefd tussen
veiligheid voor bewoners en medewerkers enerzijds en de negatieve impact van de preventieve
maatregelen op het welzijn van de bewoners anderzijds. Een werkgroep van het OMT heeft
een kader opgesteld met voorwaarden en aandachtspunten bij versoepeling van maatregelen
nadat aan de
bewoners volledige vaccinatie is aangeboden. De brancheorganisaties en instellingen
kunnen dit als uitgangpunt gebruiken voor het opstellen van het eigen beleid, dat
afgestemd moet worden op de specifieke omstandigheden in de instelling.
Het OMT is van mening dat bij de huidige infectiedruk de stringentere maatregelen
voor bewoners van instellingen voor langdurige zorg kunnen worden losgelaten. Hiermee
worden de maatregelen die voor deze bewoners gelden in lijn gebracht met de maatregelen
voor de rest van de samenleving. Dit betekent dat de volgende versoepelingen mogelijk
zijn bij een hoge vaccinatiegraad (ca. 80% of hoger) van de bewoners:
– Op de eigen kamer van een volledig gevaccineerde bewoner kan door 1 of enkele vaste
bezoekers worden afgezien van het dragen van een mondneusmasker en het afstand houden.
Bezoekers dienen dan bij voorkeur zelf ook gevaccineerd te zijn of zich te laten testen
voorafgaand aan het bezoek;
– De omvang van de vaste groep van volledig gevaccineerde bewoners bij groepsactiviteiten
kan enigszins verruimd worden. Gezien de hoge infectiedruk en lage vaccinatiegraad
in de maatschappij wordt nog steeds geadviseerd om geen cliënten of bezoekers van
buiten de instelling toe te laten tot groepsactiviteiten. Organisaties in de verstandelijk
gehandicaptenzorg kunnen eventueel overwegen om een of enkele externe cliënten toe
te voegen aan een vaste dagbestedingsgroep;
– Inzet van vrijwilligers in de instelling is weer mogelijk. Vrijwilligers dienen een
chirurgisch mondneusmasker te dragen;
– Niet-medische contactberoepen zoals kappers kunnen weer worden toegelaten. Zij dienen
een chirurgisch mondneusmasker te dragen, en
– Voor zorgmedewerkers is het mogelijk om bepaalde essentiële trainingen weer te volgen.
Zorgmedewerkers dragen daarbij een chirurgisch mondneusmasker.
Het OMT benadrukt dat het nodig blijft in openbare ruimtes binnen de instelling de
basisregels, zoals de afstandsregels en handhygiëne, in acht te nemen2. Het OMT adviseert verder dat zorgmedewerkers preventief persoonlijke beschermingsmiddelen
blijven gebruiken conform de voor de sector geldende richtlijnen3. Ook blijven testen en isolatie bij klachten van bewoners nodig. Ten slotte geeft
het OMT aan dat bij activiteiten buiten de instelling (zoals bezoek en logeren) de
algemeen geldende adviezen zoals bezoekersaantallen nog steeds moeten worden opgevolgd.
Bij logeren wordt geadviseerd het aantal adressen waar een bewoner logeert te beperken
tot 1 of 2 vaste adressen.
Zelfstandig wonende ouderen
Het OMT merkt op dat hoewel de vaccinatie van ouderen thuis gestaag vordert, nog niet
alle zelfstandig wonende ouderen een vaccinatie aangeboden hebben gekregen. Het OMT
geeft aan dat na een volledige vaccinatie vitale en waarschijnlijk ook kwetsbare ouderen
goed beschermd zijn tegen ernstige ziekte door COVID-19. Na volledige vaccinatie is
het voor zelfstandig wonende ouderen
niet meer nodig zich te houden aan aparte adviezen om besmetting met COVID-19 te voorkomen.
Echter vaccinatie is niet 100% effectief om besmetting te voorkomen en het is op dit
moment nog onvoldoende duidelijk of iemand na vaccinatie het virus nog kan overdragen.
Het OMT wijst daarom op het belang dat ook gevaccineerde ouderen zich houden aan de
algemene in de maatschappij geldende coronaregels.
Het OMT is van mening dat ouderen met een indicatie voor dagbesteding of dagopvang
hiervan gebruik moeten kunnen maken, ongeacht hun vaccinatiestatus. Op een locatie
voor dagbesteding of dagopvang kunnen er dus zowel gevaccineerde als ongevaccineerde
ouderen zijn. Het is dan ook belangrijk dat men zich op de locatie blijft houden aan
de basismaatregelen, zoals afstand houden. Voor zorgmedewerkers geldt dat zij de richtlijnen
blijven opvolgen. Dit is nodig om ongevaccineerde deelnemers te beschermen. Tot slot
merkt het OMT op dat zelfstandig wonende ouderen en ouderen die in een instelling
wonen vooralsnog zo veel mogelijk gescheiden dagbesteding krijgen om het risico op
introductie van het COVID-19 virus in instellingen te verkleinen.
BAO advies
Het BAO vindt het OMT advies navolgbaar. Het BAO vraagt daarbij nadrukkelijk aandacht
voor communicatie over het feit dat het advies t.a.v. instellingen voor langdurige
zorg en thuiswonende ouderen uit gaat van maatwerk. Hoe het OMT advies gebruikt wordt,
kan per (deel van een) instelling verschillen. Maatwerk is expliciet de bedoeling
en is afhankelijk van de kenmerken van de instelling, de bewoners en de infectiedruk
in de samenleving.
Reactie op 106e OMT-advies; instellingen voor langdurige zorg
Met dit OMT-advies is het voor instellingen mogelijk om op een verantwoorde manier
meer ruimte te geven aan hun bewoners en hun naasten. Het OMT-advies geeft een kader
dat instellingen voor langdurige zorg kunnen gebruiken bij het opstellen van hun beleid,
passend bij hun praktijk. Dit past bij het reeds ingezette beleid waarbij zorgaanbieders
zelf inhoud en vorm geven aan maatregelen en versoepelingen. Immers zorgaanbieders
hebben zelf goed inzicht in de lokale situatie. Zowel de gehandicaptensector als de
verpleeghuissector heeft een handreiking voor bezoek, sociaal contact en logeren.
Ik heb begrepen dat de verpleeghuissector hun handreiking inmiddels heeft aangepast.
Ik zal de gehandicaptensector vragen hun handreiking ook aan te passen.
Met betrekking tot het advies dat bij bezoek op de eigen kamer bezoekers zelf ook
gevaccineerd zijn of zich voorafgaand aan het bezoek laten testen, heeft het RIVM
laten weten dat dit ook een antigeen (zelf) test kan zijn. Testen bij de GGD is voor
dit doel niet mogelijk.
De hoge vaccinatiegraad en fors dalend aantal besmettingen biedt perspectief voor
versoepeling. Na lange tijd is er weer meer mogelijk. Dat is goed nieuws. Het is goed
om te zien dat veel instellingen dat perspectief oppakken. Sommige instellingen zijn
wellicht nog onnodig terughoudend, bijvoorbeeld als het gaat om het maken van een
wandeling. Het OMT-advies biedt een kader om de versoepelingen binnen een instelling
vorm te geven. Elke instelling informeert zelf de bewoners en hun naasten over de
versoepelingen die zij doorvoeren. Een bewoner of naaste kan ook zelf contact met
de instelling opnemen.
Goede voorbeelden van andere zorginstellingen kunnen inzicht geven in het invullen
van de versoepelingen op een veilige en verantwoorde manier. Ik zal de Academische
Werkplaatsen vragen om de goede voorbeelden te verzamelen en de ontwikkelingen in
de beide sectoren te monitoren. Daarbij kunnen de Academische Werkplaatsen ook in
beeld brengen aan welke verdere versoepelingen behoefte bestaat bij de instellingen.
Daarnaast hecht ik eraan te benadrukken dat zorgaanbieders bij het maken van hun afweging
slechts die beperkingen in stand houden die voor de gegeven, lokale situatie nodig
zijn. Belangrijk blijft dat de zorgaanbieder een proportionaliteitsafweging maakt
als het nodig is maatregelen te treffen of in stand te laten. De IGJ houdt hierop
toezicht.
Reactie op 106e OMT-advies; zelfstandig wonende ouderen
Dagbesteding is niet alleen voor cliënten van groot belang, maar geeft ook lucht en
ruimte voor de mantelzorger. Het is en blijft belangrijk deze vorm van ondersteuning
te continueren. Dit is in lijn met het OMT-advies dat zelfstandig wonende ouderen
ongeacht hun vaccinatiestatus gebruik moeten kunnen maken van dagbesteding of dagopvang.
Vanwege de aanwezigheid van ongevaccineerde ouderen op de dagbesteding is het van
belang dat de basismaatregelen door zowel medewerkers als cliënten opgevolgd blijven
worden. Ik onderschrijf het advies van het OMT om de dagbesteding, gezien het feit
dat nog niet alle zelfstandige wonende ouderen vaccinatie aangeboden gekregen, vooralsnog
zoveel mogelijk gescheiden te laten plaatsvinden.
Daarnaast laat het OMT in het 106e advies weten dat de (strengere) aanvullende adviezen
voor zelfstandig wonende ouderen (uit: «Aanvullende adviezen voorzelfstandig wonende
ouderen bij de Corona Routekaart»), na volledige vaccinatie, geen opvolging meer nodig
hebben. Het volgen van de algemeen geldende adviezen, maatregelen en regels volstaat
in dat geval.
Toekomstige versoepelingen
De huidige omgevingsprevalentie laat slechts beperkt ruimte voor versoepelingen. Op
het moment dat deze afneemt, zal het OMT opnieuw adviseren over mogelijke versoepelingen.
Ook zal ik het OMT vragen de versoepelingen opnieuw te bezien wanneer het advies van
de Gezondheidsraad over de transmissie na vaccinatie is uitgebracht.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport