Brief regering : Fiche: Herschikking Verordening Roaming
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3071 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 7 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Verordening oprichting Gemeenschappelijke Ondernemingen onder Horizon Europe
(Kamerstuk 22 112, nr. 3069)
Fiche: Besluit Europees Partnerschap voor Metrologie (Kamerstuk 22 112, nr. 3070)
Fiche: Herschikking Verordening Roaming
Fiche: Mededeling actieplan synergie en civiele, defensie- en ruimtevaartindustrieën
(Kamerstuk 22 112, nr. 3072)
Fiche: Mededeling Evaluatie handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid
(Kamerstuk 22 112, nr. 3073)
Fiche: Mededeling EU Klimaatadaptatiestrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 3075)
Fiche: Wijziging richtlijn erkenning beroepskwalificaties binnenvaart (Kamerstuk 22 112, nr. 3076)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Herschikking Verordening Roaming
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende roaming op openbare
mobiele communicatienetwerken binnen de Unie (herschikking)
b) Datum ontvangst Commissiedocument
24 februari 2021
c) Nr. Commissiedocument
COM(2021) 85
d) EUR-lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52021PC0085…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
• SEC(2020) 90
• SWD(2021) 27
• SWD(2021) 28
• SWD(2021) 29
f) Behandelingstraject Raad
Vervoer, Telecommunicatie en Energie
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
h) Rechtsbasis
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
In de afgelopen jaren zijn de tarieven voor roaming1 binnen de Europese Unie stapsgewijs verlaagd. Sinds 2017 zijn de roamingtarieven
voor eindgebruikers (zowel consumenten als zakelijke gebruikers) zelfs geheel komen
te vervallen. Dit betekent dat Europeanen die reizen binnen de Europese Unie kunnen
bellen, sms’en en mobiel internetten tegen het thuistarief en dat de belminuten, sms’jes
en MB’s uit de eigen (nationale) bundel worden gehaald (roam-like-at-home).2 Europese burgers worden hierdoor, na een verblijf in een ander EU-land, niet langer
geconfronteerd met onverwacht hoge telefoonrekeningen (billshocks). Roam-like-at-home
is een groot Europees succes. Het gebruik van mobiele data door Europese burgers in
andere EU-landen (dataroaming) is sinds 2017 met een factor 17 toegenomen.
De huidige Europese roamingverordening3 loopt af op 30 juni 2022. Met het onderhavige voorstel wordt de huidige verordening
herzien. Het doel is om de bestaande regels grotendeels te behouden en met tien jaar
te verlengen. Tegelijkertijd wordt een aantal wijzigingen voorgesteld waarvan de belangrijkste
hieronder worden toegelicht.
De belangrijkste voorgestelde wijziging betreft een aanpassing van de zogenoemde groothandelsroamingtarieven.
Dit zijn de tarieven die mobiele telecomaanbieders onderling aan elkaar in rekening
brengen voor de afwikkeling van het roamingverkeer. Het voorstel voorziet in een (verdere)
verlaging van de maximumtarieven voor groothandelsroaming ten opzichte van de tarieven
die gelden tot 30 juni 2022, maar wel zodanig dat er ruimte blijft voor commerciële
onderhandelingen tussen telecomaanbieders. Het doel van het voorstel is dat mobiele
telecomaanbieders enerzijds roam-like-at-home kunnen blijven aanbieden aan hun klanten,
en anderzijds dat de netwerkaanbieders in de gastlanden (blijvend) hun kosten kunnen
terugverdienen.
Een andere belangrijke wijziging betreft de verplichting die wordt opgelegd aan mobiele
telecomaanbieders om ervoor te zorgen dat klanten bij roaming in het buitenland – voor
zover technisch mogelijk – dezelfde kwaliteit van dienstverlening (met name de internetsnelheid)
ervaren als in hun eigen land. Deze verplichting betekent ook dat netwerkaanbieders
in het gastland toegang moeten geven tot alle beschikbare netwerktechnieken en -generaties
(bijvoorbeeld 4G en 5G).
Verder wordt voorgesteld om de informatievoorziening naar eindgebruikers te verbeteren
door (a) een verplichting op te nemen voor mobiele telecomaanbieders om in hun overeenkomsten
met klanten te verduidelijken welke kwaliteit er redelijkerwijs verwacht kan worden
als men gebruik maakt van roaming in de EU. In deze contracten dient (b) ook informatie
opgenomen te worden over diensten die voorwerp zijn van hogere kosten (omdat bepaalde
betaalde informatienummers alsnog kunnen leiden tot billshocks). Van dit laatste dient
ook melding gemaakt te worden in de zogenoemde gratis welkom-SMS. In deze welkom-SMS
dient de klant voorts geïnformeerd te worden over (c) de verschillende mogelijkheden
om (gratis) de hulpdiensten te waarschuwen wanneer men in een ander EU-land is. Dit
is met name van belang voor mensen met een beperking.
Het transparantieniveau met betrekking tot nummerreeksen voor betaalde informatienummers
zal ook op groothandelsniveau worden vergroot door de introductie van een centrale
database. Het doel van deze database is dat nationale toezichthouders (in Nederland
de ACM) en mobiele telecomaanbieders kunnen zien welke nummerreeksen zorgen voor hogere
kosten. De database zal worden bijgehouden door BEREC4 en dient eind 2023 gereed te zijn.
Voorts worden er maatregelen genomen die ervoor zorgen dat burgers gratis de hulpdiensten
kunnen waarschuwen bij een verblijf in een ander EU-land en dat daarbij gratis locatie-informatie
gedeeld kan worden.
b) Impact assessment Commissie
In haar impact assessment overweegt de Commissie vier opties voor de herziening/verlenging
van de roamingverordening. De eerste optie betrof het enkel verlengen van de verordening
na 2022 zonder daarbij inhoudelijke wijzigingen aan te brengen. De tweede optie betrof
het verlengen van de verordening aangevuld met maatregelen om de transparantie te
vergroten op het gebied van de kwaliteit van dienstverlening, de betaalde informatienummers
en de toegang tot noodnummers. De groothandelstarieven zouden niet aangepast worden.
In de derde optie worden de groothandelstarieven in de twee stappen verder verlaagd
en worden eisen gesteld aan de kwaliteit van de roaming dienstverlening. Daarnaast
bevat de derde optie de transparantiemaatregelen van optie 2. De vierde optie bevat
de wijzigingen van optie 3 maar gaat daarnaast nog verder. In deze optie worden ook
maatregelen voorgesteld om de positie van MVNO’s5 te verbeteren. Omdat zij niet beschikken over een eigen netwerk is hun onderhandelingspositie
op de Europese groothandelsroamingmarkt minder goed.
De Commissie heeft uiteindelijk gekozen voor de derde optie. De Commissie is van mening
dat met de opties 1 en 2 onvoldoende tegemoet wordt gekomen aan de uitkomsten van
de evaluatie van de roamingregulering. Optie 4 wordt beschouwd als te vergaand, en
leidt ook tot veel administratieve lasten bij de implementatie. Optie 3 is het best
geschikt om roaming op de langere termijn te verbeteren, aldus de Commissie. Door
het verder verlagen van de groothandelstarieven zal het aantal telecomaanbieders dat
een negatieve marge behaalt op roaming dalen en zal het aantal gehonoreerde uitzonderingsverzoeken
verminderen. Lagere groothandelstarieven zijn ook gunstig voor MVNO’s.
Het impact assessment van de Commissie is voorgelegd aan de Regulatory Scrutiny Board die er een positief oordeel over heeft afgegeven.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De overheid bevordert goed functionerende markten met oog voor concurrerende prijzen,
keuzevrijheid voor consumenten en ruimte voor bedrijven om te ondernemen en te innoveren.
Nederland zet in op een goed functionerende digitale interne markt in de EU en is
in dit kader steeds voorstander geweest van het verlagen en vervolgens afschaffen
van de (retail)roamingtarieven.
Er zijn in Nederland verschillende alternatieve manieren beschikbaar om het alarmnummer
1-1-2 te bereiken voor eindgebruikers met een beperking en er wordt gewerkt aan de
introductie van nieuwe alternatieve kanalen. Ter voorkoming van billshocks bij het
bellen naar betaalde informatienummers is een tariefmelding in Nederland reeds verplicht.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is altijd voorstander geweest van de Europese roamingregulering. Zoals
ook blijkt uit de evaluatie die de Europese Commissie heeft laten uitvoeren is het
roaminggebruik (met name data) sinds het afschaffen van de retailroamingtarieven in
2017 zeer fors toegenomen. Veel Nederlanders profiteren daarvan.
Voor de Nederlandse telecombedrijven, die naar verwachting meer aan groothandelstarieven
betalen dan dat zij ontvangen omdat Nederlanders graag naar andere (Zuid-)Europese
landen reizen, zal een verlaging van de tarieven waarschijnlijk positief zijn. Uiteindelijk
kunnen deze lagere kosten doorwerken in de binnenlandse abonnementsprijzen en/of de
omvang van de databundels, hetgeen weer positieve effecten kan hebben voor Nederlandse
consumenten. Het kabinet steunt de verdere verlaging van de groothandelsroamingtarieven.
Voor het kabinet is een belangrijk punt dat gebruikers tijdens het roamen in het buitenland
dezelfde kwaliteit van dienstverlening kunnen ervaren als in eigen land, voor zover
technisch mogelijk in het gastland. Dat wil zeggen 4G als men in Nederland ook 4G
heeft, en dus geen 3G. Het kabinet is verheugd te zien dat de Commissie hiertoe een
verplichting heeft opgenomen in het voorstel. Het kabinet zal zich ervoor inzetten
dat deze maatregel tijdens de onderhandelingen behouden blijft in het voorstel. Het
kabinet heeft nog wel vragen over de verdere uitwerking van deze nieuwe verplichting
en wat de Commissie precies bedoelt met de uitzondering «voor zover technisch mogelijk».
Door het voorstel wordt de (gratis) welkom-SMS die iedere gebruiker krijgt wanneer
hij de grens met een ander EU-land passeert verder uitgebreid. Zo dient de SMS nu
ook te wijzen op de extra kosten van bepaalde betaalde informatienummers en – bijvoorbeeld
ten behoeve van eindgebruikers met een beperking – op de verschillende mogelijkheden
om (gratis) het alarmnummer 1-1-2 te bereiken. Het kabinet heeft nog wel vragen bij
deze verplichtingen en zal aandacht vragen voor de praktische uitvoerbaarheid en gebruiksvriendelijkheid.
Daarbij kan voor 1-1-2 gedacht worden aan een link naar een webpagina met nadere informatie,
zoals reeds in het voorstel is opgenomen voor het geven van informatie over de betaalde
informatiediensten.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De roamingregulering wordt algemeen gezien als een groot Europees succes. Er lijkt
brede steun te zijn voor verlenging van de roamingverordening, de vraag is echter
onder welke voorwaarden.
Algemeen wordt verwacht dat landen met veel inkomend toerisme en waarvan de eigen
burgers minder naar het buitenland op vakantie gaan (met name de Zuid-Europese landen)
minder enthousiast zullen zijn over de (verdere) verlaging van de groothandelstarieven.
Deze landen hebben bij eerdere verlagingen van de groothandelstarieven ook al aangegeven
dat hun mobiele netwerkaanbieders niet kostendekkend konden zijn.
Ook in het Europees Parlement lijkt brede steun te zijn voor voortzetting van de roamingregulering.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het kabinet beoordeelt de bevoegdheid als positief. De voorgestelde rechtsgrondslag
is artikel 114 VWEU. Op grond van dit artikel stelt de EU volgens de gewone wetgevingsprocedure
maatregelen vast die de instelling of goede werking van de Europese interne markt
betreffen.
Het kabinet acht dit de juiste rechtsgrondslag. Het voorstel draagt bij aan het goed
functioneren van de interne markt voor elektronische communicatie omdat de afschaffing
van de retailroamingtarieven wordt voortgezet en de groothandelsroamingtarieven verder
worden verlaagd. Hierdoor worden Europese eindgebruikers beschermd tegen hoge roamingkosten.
Burgers kunnen prettiger reizen binnen Europa en ondernemers kunnen beter grensoverschrijdend
zakendoen.
De Europese roamingregulering betreft, als onderdeel van het Europese interne marktbeleid
(artikel 4, tweede lid, sub a, VWEU), een gedeelde bevoegdheid tussen de Europese
Unie en de lidstaten.
b) Subsidiariteit
Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit van dit voorstel als positief. Zoals ook
blijkt uit Europese jurisprudentie6 is er in de mobiele telecommunicatiesector eigenlijk geen duidelijker voorbeeld van
grensoverschrijdende activiteiten dan roaming. Het grensoverschrijdende karakter van
roaming maakt dat actie door de EU op dit terrein gerechtvaardigd is. In het verleden
is ook gebleken dat zowel lidstaten als nationale toezichthouders niet goed in staat
waren om de problemen met dure roaming adequaat aan te pakken. Pogingen om op nationaal
niveau de tarieven te verlagen hebben niet tot resultaat geleid.
Bovendien kan een herschikking van bestaande EU-regelgeving slechts op EU-niveau plaatsvinden.
Gezien het bovenstaande is optreden op EU-niveau gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
Het kabinet is positief over de proportionaliteit. Het doel van de Europese roamingregels
is om ervoor te zorgen dat gebruikers van openbare mobiele telecommunicatienetwerken,
als zij reizen binnen de EU, geen excessieve prijzen betalen voor roaming in vergelijking
met de binnenlandse prijzen. Dit draagt bij aan het goed functioneren van de interne
markt. Met dit voorstel blijft de roamingregulering de komende jaren in stand, worden
de groothandelstarieven verder verlaagd en is aandacht voor de kwaliteit van roaming.
Daarmee is een goede balans gevonden tussen het geven van zekerheid aan de markt en
ruimte laten voor nieuwe technologische ontwikkelingen. Het reguleren van roamingtarieven
is volgens het kabinet noodzakelijk zo lang de concurrentie op de telecommarkt nog
niet volledig is ontwikkeld. Het voorgaande wordt ook bevestigd in jurisprudentie
van het Europese Hof van Justitie.7
Het voorstel voldoet ook aan de voorwaarde van proportionaliteit omdat gekozen is
voor een beperkte geldingsduur van tien jaar (1 juli 2022 tot en met 30 juni 2032).
Tien jaar is typisch een periode waarin nieuwe generaties mobiele telecomnetwerken
(3G, 4G, 5G) worden uitgerold en nieuwe businessmodellen worden ontwikkeld. Aan de
andere kant is een periode van tien jaar ook bedoeld om zekerheid te geven aan de
markt en om de administratieve lasten te beperken.
5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
a) Consequenties EU-begroting
Uit de financiële analyse van de Commissie kan worden opgemaakt dat er voor de periode
2021–2027 een bedrag van ca. EUR 3,4 miljoen is gemoeid met dit voorstel (Rubriek 1:
interne markt, innovatie en digitaal beleid / Rubriek 7: administratieve uitgaven).
Het gros hiervan betreft echter personele uitgaven.
Ten aanzien van het opzetten van de EU-database door BEREC voor de nummerreeksen van
betaalde informatienummers wordt aangegeven dat deze activiteit binnen het huidige
mandaat van BEREC kan worden opgevangen en dat hiervoor geen aanvullende personele
of financiële middelen nodig zijn.
Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden
binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en
dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale
overheden
De ACM houdt in Nederland toezicht op de roamingverordening (zie onder punt 7 van
dit fiche). Dit toezicht zal in omvang iets toenemen (ca. 0,5 fte alsmede enige extern
ingehuurde expertise) omdat de ACM ook toezicht gaat houden op de kwaliteit van de
roamingdiensten die telecompartijen aanbieden (zie artikel 5 van het voorstel). Daarnaast
zal ACM gaan helpen bij het vullen en up-to-date houden van de BEREC-database met
de Nederlandse nummerreeksen van betaalde informatienummers.
Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke
departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
De financiële gevolgen van dit voorstel zullen voornamelijk neerslaan bij de telecombedrijven.
Lagere groothandelstarieven betekent voor sommige telecombedrijven (met name in Noord-Europa)
dat zij mogelijk minder hoeven af te betalen (al kan dit effect deels teniet gedaan
worden door een grotere data-consumptie van hun klanten in het buitenland). Voor netwerkaanbieders
in andere landen (met name Zuid-Europa) kunnen de lagere groothandelstarieven betekenen
dat zij minder inkomsten verwerven. Zij zullen aangeven dat het voor hen moeilijker
wordt om de kosten van de netwerken terug te verdienen.
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden,
bedrijfsleven en burger
De administratieve lasten zullen met name ontstaan bij de telecombedrijven in Europa.
Ten eerste zullen zij de overeenkomsten met hun partners in het buitenland moeten
aanpassen aan de nieuwe maximum groothandelstarieven en aan de kwaliteitseisen. Als
een Nederlandse aanbieder overeenkomsten heeft met alle Europese netwerkaanbieders
dan kan dat om vele tientallen contracten gaan. Aan de andere kant worden deze contracten
periodiek opnieuw (commercieel) onderhandeld. De wijzigingen kunnen hier dan in meelopen.
De mobiele aanbieders worden straks wel beperkt in hun commerciële vrijheid om in
de contracten afspraken te maken over een eventuele lagere kwaliteit.
Voorts zullen de telecombedrijven volgens het voorstel de voorwaarden bij de contracten
met hun klanten moeten aanpassen om hen te informeren over de kwaliteit die verwacht
kan worden bij roaming in het buitenland en over de extra kosten van betaalde informatienummers.
Daarnaast zal de welkom-SMS aangepast moeten worden om klanten te wijzen op de extra
kosten voor betaalde informatienummers en op de verschillende mogelijkheden om 1-1-2
te bereiken.
e) Gevolgen voor concurrentiekracht
Het belangrijkste onderdeel van dit voorstel betreft een verdere verlaging van groothandelstarieven
die Europese telecombedrijven onderling aan elkaar in rekening brengen voor de afwikkeling
van het roamingverkeer. De verwachting is dat door de lagere tarieven het gebruik
van (met name) data door eindgebruikers in de komende jaren verder zal stijgen. Al
met al zal dit leiden tot een positief effect op het Europese concurrentievermogen.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Omdat het gaat om een Europese verordening zal het voorstel vanaf het moment van inwerkingtreding
rechtstreekse werking hebben in alle EU-landen. In artikel 15.1, derde lid van de
Telecommunicatiewet is de ACM aangewezen om in Nederland toezicht te houden op de
roamingverordening. Op grond van artikel 15.4, derde lid, onderdeel a, van de Telecommunicatiewet,
kan de ACM, bestuurlijke boetes opleggen ter zake van overtredingen van de roamingverordening.
Omdat in de Telecommunicatiewet is gekozen voor een abstracte, kwalitatieve verwijzing
naar de roamingverordening («een op grond van artikel 114 van het VWEU vastgestelde
verordening betreffende roaming op openbare mobiele-communicatienetwerken en de op
grond van die verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen»), lijkt de uitvoering
van het voorstel voor een nieuwe roamingverordening geen wijziging van Nederlandse
regelgeving en/of sanctionering te vergen.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Voor de nieuwe verordening wordt voorgesteld om de Commissie de bevoegdheid toe te
kennen tot het vaststellen van een gedelegeerde handeling voor de wijziging van de
in de verordening vastgestelde maximale groothandelstarieven (art. 21–23 van het voorstel).
De exacte omvang van de eerste twee stappen voor het verder verlagen van de groothandelstarieven
wordt beschreven in de ontwerpverordening. Na 2026 kan de Commissie op basis van een
kostenmodel en actuele data door middel van een gedelegeerde handeling verdere stappen
ondernemen om de groothandelstarieven aan te passen aan de situatie die op dat moment
passend is. Het kabinet kan zich vinden in deze aanpak.
Het aanpassen van de maximum groothandelstarieven door middel van een gedelegeerde
handeling kan in dit geval als niet-essentieel worden aangemerkt omdat de eerste twee
stappen van de verlaging van groothandelstarieven reeds in het voorstel zelf worden
geregeld en dus de volledige wetgevingsprocedure doorlopen. De gedelegeerde handeling
ziet alleen op een verdere aanpassing van de groothandelstarieven na 2026. Een gedelegeerde
handeling ligt hier volgens het kabinet voor de hand, omdat het om een wijziging van
de verordening gaat. Via het kostenmodel, het consulteren van experts en het gebruik
van actuele marktdata is de Commissiebevoegdheid verder voldoende afgebakend.
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De huidige verordening loopt af op 30 juni 2022. Het voorstel voor de nieuwe verordening
zal in werking treden op 1 juli 2022 en de bepalingen zullen (tenzij anders bepaald)
vanaf dat moment van kracht zijn. Omdat het gaat om een Europese verordening zal het
voorstel vanaf het moment van inwerkingtreding rechtstreekse werking hebben in alle
EU-landen. Het voorstel hoeft niet te worden omgezet in nationale wetgeving. Het voorstel
kent een looptijd van 10 jaar (tot en met 30 juni 2032 derhalve). De bijbehorende
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/2286 blijft van kracht totdat een nieuwe uitvoeringsverordening
is vastgesteld.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Het voorstel voorziet in twee evaluatiemomenten waarvan de rapporten gereed dienen
te zijn op resp. 30 juni 2025 en 30 juni 2029. BEREC zal in de tussentijd een belangrijke
rol blijven spelen bij het verzamelen van data van de nationale toezichthouders om
de impact van de EU-maatregelen op het gebied van roaming te monitoren. Daarnaast
zal BEREC de Europese Commissie (blijven) adviseren over roaming.
e) Constitutionele toets
N.v.t.
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
a) Uitvoerbaarheid
ACM voert al sinds de introductie van de roamingregulering in 2007 het toezicht uit.
ACM kan deze taak ook in de toekomst blijven uitvoeren. De meeste voorstellen tot
wijziging behoren tot de categorieën transparantie en prijsregulering. Dit waren ook
altijd al de categorieën die van toepassing waren in de voorgaande regelgeving en
deze kunnen ook nu weer worden uitgevoerd.
Ten aanzien van het voorstel tot regulering van de kwaliteit van de roamingdienstverlening
speelt nog wel een uitvoerbaarheidsissue. Compliance met de voorgestelde regels op
dit vlak kan niet zonder meer getoetst worden op transparant gemaakte gegevens door
de aanbieder zelf of door uitgegeven facturen. Ook openbaar verkrijgbare kwaliteitsmeters
(zoals speedtest) bieden niet altijd soelaas. Om de kwaliteit van roaming te kunnen
toetsen is het waarschijnlijk noodzakelijk om in de systemen van aanbieders te kijken.
De hiervoor benodigde expertise is op dit moment niet aanwezig bij ACM. Deze zal (op
tijdelijke basis) extern ingehuurd moeten worden.
b) Handhaafbaarheid
Het voorstel is grotendeels handhaafbaar binnen de grenzen van de huidige beschikbare
middelen en expertise van de ACM. De benodigde specialistische kennis voor inzage
in de systemen van de aanbieders om overtredingen te kunnen constateren ten aanzien
van de kwaliteit van (data) roaming ontbreekt nog bij de ACM. Hierdoor zal naar verwachting
gedurende de eerste twee jaar na inwerkingtreding van het voorstel extra ACM-inzet
nodig zijn (ca. 0,5 fte) en daarnaast zal in het eerste jaar enige extern ingehuurde
expertise noodzakelijk zijn.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
N.v.t.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken