Brief regering : Verslag van de bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 23 en 24 maart 2021
28 676 NAVO
Nr. 359 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2021
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Defensie, het verslag aan van de bijeenkomst
van NAVO ministers van Buitenlandse Zaken van 23 en 24 maart 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG BIJEENKOMST VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN NAVO VAN 23 EN 24 MAART
2021
Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister van Defensie, het verslag van de bijeenkomst
van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken die plaatsvond op dinsdag 23 maart en
woensdag 24 maart. De Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok nam deel aan deze
vergadering. Voor het eerst sinds het van kracht worden van de COVID-19 maatregelen
kwamen de ministers weer fysiek bijeen.
De ministeriële bijeenkomst stond mede in het teken van de eerste reis van de nieuwe
Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken naar Europa. Blinken herbevestigde
in Brussel het commitment van de VS aan de NAVO in het algemeen en artikel 5 in het bijzonder.
De eerste twee sessies vonden plaats op dinsdag 23 maart. Tijdens de eerste sessie
stonden Afghanistan en de ontwikkelingen in de bredere Euro-Atlantische regio centraal.
Gezien de recente ontwikkelingen concentreerden ministers zich in hun interventies
op Afghanistan en gingen beperkt in op de ontwikkelingen in de bredere Euro-Atlantische
regio. In de tweede sessie bespraken de ministers de voorstellen van de Secretaris-Generaal
(SG) van de NAVO om de organisatie toekomstbestendig te maken, op basis van een aangepast
voorstel voor NAVO2030, en de voorbereiding van de komende NAVO Top (waarschijnlijk
in juni van dit jaar). De derde sessie vond plaats op 24 maart en was gewijd aan Rusland
en wapenbeheersing. Hierbij waren ook de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de ministers
van Buitenlandse Zaken van de NAVO-partnerlanden Zweden en Finland aanwezig.
De ministers van de dertig bondgenoten gaven na afloop een korte politieke verklaring
uit, waarin de focus ligt op trans-Atlantische eenheid, art. 5 bijstand en onze gedeelde
democratische waarden. Deze verklaring gaat u toe in de bijlage1.
Afghanistan
De focus in de eerste sessie lag op Afghanistan. De nieuwe Amerikaanse regering heeft
onlangs een review aangekondigd van het VS-Taliban akkoord dat op 29 februari vorig jaar werd ondertekend.
Deze review is nog niet afgerond.
Een inclusief vredesakkoord tussen de partijen biedt de beste kans op een stabiel
en vredig Afghanistan. Met dat in gedachten verwelkomde Nederland de hernieuwde diplomatieke
inspanningen om het vredesproces te katalyseren. Ook de andere bondgenoten verwelkomden
de inzet van de VS en gaven aan dat het van belang is dat vordering in het vredesproces
bijdraagt aan de stabiliteit van Afghanistan. Uitgangspunt is dat de vooruitgang die
de afgelopen 20 jaar is bereikt, onder andere op het gebied van veiligheid, onderwijs,
infrastructuur en mensenrechten (waaronder voor vrouwen en kinderen), behouden blijft
en dat Afghanistan niet opnieuw een uitvalsbasis wordt voor terrorisme.
Er was tijdens de sessie opnieuw brede steun voor het principe «in together, adjust together, out together». Als de veiligheidssituatie dit vereist, staat Nederland klaar om een aanvullende
bijdrage te leveren aan het waarborgen van de veiligheid van de NAVO-troepen in Mazar-e-Sharif.
Dit is onderdeel van de voorzorgsmaatregelen die zijn getroffen ter voorbereiding
op een mogelijke verhoogde dreiging jegens coalitietroepen.2 Minister Blinken benadrukte tot slot dat de VS zich niet zonder overleg met hun bondgenoten
zullen terugtrekken uit Afghanistan. Er is tijdens deze ministeriële bijeenkomst geen
besluit genomen over de inzet in Afghanistan en de toekomst van missie Resolute Support.
Zuidflank
Ten aanzien van de zuidflank van het bondgenootschap toonden bondgenoten zich bezorgd
over de groeiende invloed van Rusland en China en de invloed van non-statelijke actoren.
Ten aanzien van afschrikking en verdediging herbevestigden de ministers het belang
van de 360-graden benadering en nauwe samenwerking met de Europese Unie, Afrikaanse
Unie en Verenigde Naties in de regio. Deze organisaties hebben immers complementaire
mandaten en gereedschapskisten en kunnen elkaar goed aanvullen. Frankrijk benadrukte
het belang van coördinatie en complementariteit met de EU, in het bijzonder waar het
de Sahel betreft. Bondgenoten onderstreepten eveneens het belang van NAVO defence capacity building in o.m. Irak, Jordanië en Tunesië. Nederland riep daarbij op om te onderzoeken of
er vaker gebruik kan worden gemaakt van mobiele training teams voor advies en training
op maat.
NAVO2030 en voorbereiding NAVO Top
De tweede sessie was na de Defensie ministeriële van 17 en 18 februari 2021 een volgende
stap in de voorbereiding van de NAVO-top later dit jaar (waarschijnlijk in juni).
Dat zou naar verwachting de eerste ontmoeting van president Joe Biden met de andere
29 NAVO-staatshoofden en regeringsleiders kunnen zijn.
In de tweede sessie spraken ministers over de voorstellen van de SG NAVO in het kader
van NAVO2030. Naar aanleiding van een eerdere bespreking in bovengenoemde Defensie
ministeriële en in de NAR op ambassadeursniveau, had de SG zijn voorstellen iets aangepast.
Volgens SG NAVO dient de NAVO «bold and ambitious» te zijn, met een «forward-looking agenda», om huidige en nieuwe uitdagingen, zoals cyber, China, terrorisme, nieuwe technologieën
en Rusland het hoofd te bieden. De kernpunten van zijn voorstel zijn: 1. meer aandacht
voor versterken eenheid, cohesie en solidariteit van de NAVO; 2. het vergroten van
de weerbaarheid; 3. behoud van technologische voorsprong; 4. versterking en verbreding
van politieke consultaties; 5. een wereldwijde benadering van toekomstige dreigingen
(global approach); 6. klimaatverandering; 7. het bevorderen van stabiliteit door opleiding en capaciteitsopbouw;
8. het herzien van het Strategisch Concept uit 2010.
De voorstellen van de SG NAVO met betrekking tot versterkte politieke consultaties,
aandacht voor klimaat en het inzetten op partnerschappen konden op brede steun rekenen.
Vooral het idee voor meer bijeenkomsten op ministerieel niveau, inclusief het betrekken
van vakministers, alsook op ambtelijk niveau, werd door bondgenoten gesteund. Over
besluitvormingsprocedures waren bondgenoten het eens dat het consensus-principe niet
ter discussie staat. Nederland bracht net als tijdens de Defensie ministeriële het
idee naar voren dat bondgenoten die NAVO besluitvorming in hun eentje willen blokkeren,
dat alleen op ministerieel niveau kunnen doen. Er was brede steun om de SG NAVO bij
de komende Top opdracht te geven voor een update van het Strategisch Concept.
Nederland heeft de voorstellen van SG NAVO in algemene zin verwelkomd. Inzake de EU-NAVO
verhouding heeft Nederland aangegeven de samenwerking tussen beide organisaties te
willen intensiveren. Verder heeft Nederland SG NAVO gevraagd zijn voorstellen over
technologie en resilience nader uit te werken en daarbij in het bijzonder te kijken waar de NAVO een toegevoegde
waarde heeft ten opzichte van reeds bestaande nationale en EU bevoegdheden.
Ten aanzien van de financiële consequenties van de verschillende voorstellen is door
de bondgenoten naar een nadere uitwerking gevraagd zodat in de aanloop naar de Top
een goed gefundeerd besluit kan worden genomen.
In de komende weken wordt de besluitvorming over de voorstellen die de SG NAVO tijdens
de Top zal voorleggen aan staatshoofden en regeringsleiders, verder voorbereid.
China
Bondgenoten zien de uitdagingen waarvoor China ons stelt. Daarbij zijn bondgenoten
het erover eens dat het NAVO-bondgenootschap een zeer geschikt forum is om analyses
te delen en de informatiepositie te versterken over ontwikkelingen met betrekking
tot China en dreigingen die daaruit voortvloeien, ook met partners uit de Indo-Pacific
regio. Daarnaast werd coördinatie van de wijze waarop bondgenoten hierop reageren
van belang geacht. Tegelijkertijd hechten bondgenoten belang aan betrokkenheid bij
China op het terrein van onder meer ruimte, wapenbeheersing, non-proliferatie en risk reduction maatregelen.
Rusland en wapenbeheersing
In de derde sessie spraken de ministers samen met de EU Hoge Vertegenwoordiger en
de ministers van Buitenlandse Zaken van NAVO-partnerlanden Zweden en Finland over Rusland en diens toegenomen assertiviteit op het wereldtoneel.
Het externe en destabiliserende optreden van Rusland, met hybride handelingen inclusief
cyberaanvallen, is een van de belangrijkste geopolitieke uitdagingen en dreigingen
voor de NAVO. De interne problemen in Rusland vergroten de zorgen. Rusland keert zich
in toenemende mate af van de internationale rechtsorde en de bestaande veiligheidsordening
in Europa, is de afgelopen jaren voortgegaan met op grote schaal te investeren in
militaire capaciteiten en afschrikking, en maakt gebruik van ongewenste inmenging,
spionage (zoals onlangs bleek in Bulgarije), hybride- en cyberoperaties in westerse
landen. Ook ten aanzien van buurlanden – waaronder Georgië en Oekraïne – is een patroon
van agressief gedrag te zien.
Nederland heeft zijn zorgen hierover uitgesproken en bracht naar voren dat het onlangs
zeven jaar is geleden dat Rusland de Krim illegaal annexeerde en dat het neerhalen
van MH17 nog altijd een open wond is in Nederland. Bondgenoten spraken eensgezind
over de vele uitdagingen vanuit Rusland waarmee de NAVO kampt. Ministers benadrukten
dat versterking van afschrikking en verdediging van belang blijft in de relatie met
Rusland, en dat de «dual track»-benadering van druk en dialoog moet worden voortgezet.
Dialoog – bij voorkeur via de NAVO Rusland Raad – is in ons belang om communicatielijnen
open te houden en om een minimum aan vertrouwen op te bouwen. Naast het versterken
van de bondgenootschappelijke Deterrence and Defence, onder andere op het gebied van cyber, moet ook wapenbeheersing een rol blijven spelen.
Daarom verwelkomde ook Nederland de verlenging van New START door de VS en de Russische
Federatie. De verlenging biedt een kans voor bredere wapenbeheersingsafspraken over
meer systemen en met meer partijen, met name China. Samenwerking met Rusland op het
gebied van wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie is wenselijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.