Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de beschikbaarheid van COVID-vaccins in ontwikkelingslanden en de inzet van Nederland en de EU hierop, inclusief aantallen en tijdlijnen
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1096 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2021
Hierbij bied ik u het antwoord aan op de schriftelijke vragen gesteld door de Algemene
Commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de beschikbaarheid
van COVID-vaccins in ontwikkelingslanden en de inzet van Nederland en de EU hierop.
Deze vragen werden ingezonden op 17 december 2020. Omdat op 18 december 2020 een specifieke
brief over dit onderwerp aan uw Kamer is aangeboden, hebben uw vragen deze brief gekruist.
Ik ben er evenwel vanuit gegaan dat met de brief van 18 december 2020 (Kamerstuk 25 295, nr. 902), de brief van 12 januari 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 874) en de brief van 10 februari 2021 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1647) uwvragen zijn beantwoord. Volledigheidshalve vindt u in de bijlage nog mijn formele
antwoord op bovengenoemde vragen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Vragen van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
om de Kamer schriftelijk te informeren over de beschikbaarheid van COVID-vaccins in
ontwikkelingslanden en de inzet van Nederland en de EU hierop, inclusief aantallen
en tijdlijnen, met betrekking tot:
a) de financiële middelen voor vaccins in ontwikkelingslanden;
b) het ter beschikking stellen van extra ingekochte vaccins voor ontwikkelingslanden;
c) discussies binnen de WTO over opheffing van patentbescherming rond COVID-vaccins en
medicijnen, in lijn met het voorstel van Zuid Afrika en India, en daarbij de Kamer
tevens te informeren over de uitvoering van de aangenomen moties over dit thema.
Antwoord:
Graag informeer ik de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hierbij dat de
bovenstaande vragen beantwoord zijn in de Kamerbrief van 18 december 2020 inzake de
Kabinetsinzet solidaire verdeling COVID-19 vaccins,(Kamerstuk 25 295, nr. 902), de Kamerbrief van 12 januari 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 874) en de Kamerbrief van 10 februari 2021 over het bericht «De strijd om het coronavaccin
brandt nu pas echt los» (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1647).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking