Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake "Het Rode Boekje met zwarte stippen” van de Landelijke StichtingTegenZinloosGeweld
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 655 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2021
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft op 28 januari 2021 gevraagd een
                  reactie te geven op «Het Rode Boekje met zwarte stippen» van de Landelijke StichtingTegenZinloosGeweld.
                  Met deze brief reageer ik mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs
                  en Media.
               
De Landelijke StichtingTegenZinloosGeweld heeft mij op 18 november 2020 verzocht om
                  de productie- en verzendkosten van het zogeheten Rode Boekje te subsidiëren. Zij heeft
                  eveneens het verzoek voor financiële ondersteuning gericht aan de Minister voor Basis-
                  en Voortgezet Onderwijs en Media. De stichting doet dit verzoek met het oog op een
                  campagne gericht op de kinderen van groep 6, 7 en 8 met als doel het geven van directe
                  voorlichting en het creëren van meer bewustwording rondom zinloos geweld. Het Rode
                  Boekje is een 40 pagina’s tellend handboek. De stichting is voornemens om het boekje
                  op zoveel mogelijk scholen uit te delen.
               
Laat ik vooropstellen dat ik verheugd ben dat vanuit de samenleving dergelijke initiatieven
                  worden genomen. Het is belangrijk dat geweld zoveel mogelijk wordt voorkomen.
               
Mijn inzet is erop gericht de aanpak op diverse geweldsfenomenen te stimuleren op
                  basis van wetenschappelijk onderzoek naar risico- en beschermende factoren.1 De aanpak ziet op het voorkomen van daderschap en slachtofferschap van high impact
                  crimes (geweld, overvallen, straatroof, woninginbraken), hidden impact crimes (ondermijning)
                  en virtual impact crimes (cybercrime). In samenwerking met diverse partners wordt
                  beleid ontwikkeld en worden bijvoorbeeld gemeenten ondersteund bij de uitvoering van
                  pilots en de implementatie van (innovatieve) beleidstrajecten. Meer concreet gaat
                  het bijvoorbeeld om het initiëren en stimuleren van de inzet van effectieve gedragsinterventies
                  voor kinderen in wijken en op scholen waar meer dan gemiddeld risicofactoren aanwezig
                  zijn. Het financieren van productie- en verzendkosten van het zogeheten Rode Boekje
                  ten behoeve van een dergelijke brede en algemene voorlichtingscampagne gericht op
                  kinderen in de groepen 6, 7 en 8 past onvoldoende binnen het beleid en de specifieke
                  aanpak van mijn ministerie op het terrein van het terugdringen van geweld.
               
De aard van de voorlichtingscampagne interpreteer ik als breed en onvoldoende gericht
                  op risicogroepen. Over het algemeen is het beleid erop is gericht om initiatieven
                  te ondersteunen die een meer gerichte en ook wel persoonsgerichte aanpak hanteren.
                  Het verzoek voor financiële ondersteuning is afgewezen door de Minister voor Basis-
                  en Voortgezet Onderwijs en Media. Het Ministerie van OCW is zeer terughoudend in het
                  financieel ondersteunen van externe leermiddelen vanwege de vrije keuze der leermiddelen
                  van de onderwijsinstellingen (artikel 23, zesde lid Grondwet).
               
Desalniettemin vinden er momenteel gesprekken plaats vanuit mijn ministerie met de
                  LSTZG om te bezien of het Rode Boekje in een ten behoeve van de doelgroep aangepaste
                  vorm een rol kan spelen bij de aanpak van geweld tegen hulpverleners.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid