Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Laçin over uit de schappen halen van cosmeticaproducten met asbest (Kamerstuk 29383-351)
25 834 Problematiek rondom asbest
Nr. 179
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 maart 2021
Motie Kamerstuk 29 383, nr. 351 van het lid Laçin, waarin de regering wordt verzocht er zo snel als mogelijk is voor
te zorgen dat cosmeticaproducten waarvan bekend is dat er asbest in zit, uit de schappen
worden gehaald, is in uw Kamer aangenomen op 9 februari 2021 (Handelingen II 2020/21,
nr. 54, Stemmingen). Ik wil graag uiteenzetten hoe de toezichthouder (NVWA) dit aanpakt.
Wanneer er signalen of meldingen komen dat cosmetische producten asbest bevatten worden
deze signalen opgepakt door de NVWA. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat een persoon
of organisatie een handhavingsverzoek doet, of ook vanuit de toezichthouder zelf.
De NVWA neemt vervolgens contact op met de fabrikant, importeur of leverancier van
het verdachte product om een administratieve controle uit te voeren. Indien blijkt
dat de veiligheid niet gegarandeerd kan worden volgen maatregelen. Ook kan de NVWA
besluiten zelf aanvullend onderzoek uit te voeren. Wanneer uit dit vervolgonderzoek
blijkt dat de verdenking van de aanwezigheid van asbest juist is wordt verkoop van
het vervuilde product (per direct) verboden.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg