Brief regering : Stand van zaken chemische recycling
29 696 Structurele duurzame economische groei
30 872 Landelijk afvalbeheerplan
Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2021
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, een rapport
aan over chemische recycling1. In het rapport wordt een roadmap uiteengezet voor de ontwikkeling van chemische recycling2 van kunststoffen in Nederland richting 2030. Deze roadmap is een uitkomst van de Versnellingstafel chemische recycling, die in 2019 onder de
vlag van het Versnellingshuis Nederland Circulair! in samenwerking met VNO/NCW is
opgestart. Aan deze tafel worden diverse partijen uit het afvalverwerkend bedrijfsleven,
chemie en belanghebbende partijen uit het maatschappelijk middenveld bij elkaar gebracht
om de opbouw van recyclingcapaciteit in kaart te brengen, te versnellen en in goede
banen te leiden.
In deze brief ga ik eerst nader in op de toegevoegde waarde van chemische recycling
voor de transitie naar een circulaire economie en het verduurzamen van de Nederlandse
basisindustrie. Na deze context geschetst te hebben, geef ik een toelichting op de
inhoud van het rapport en mijn reactie hierop.
Toegevoegde waarde van chemische recycling
In de reactie op de transitieagenda’s voor een circulaire economie heeft het kabinet
in 2018 het streven aangekondigd om in 2030 geen kunststofafval meer te verbranden.
Naast het verminderen van onnodig gebruik van kunststoffen werd onder meer aangekondigd
dat hiertoe wordt ingezet op opschaling van chemische recycling (Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 59). Onder chemische recycling vallen meerdere technieken die gemeen hebben dat ze de
door middel van een chemisch proces koolstof-houdende materialen (GFT, kunststof,
textiel, papier, karton en hout) terugbrengen naar de oorspronkelijke bouwstenen van
het materiaal (polymeren, monomeren of atomen), zodat hiervan nieuwe materialen gemaakt
kunnen worden. Dit biedt een oplossing om meer koolstof in de keten te houden en niet
door verbranding als CO2 in de atmosfeer te brengen.
De ontwikkeling van chemische recycling is momenteel met name gericht op kunststoffen.
Ongewenste vervuiling en additieven in kunststoffen zoals kleurstoffen, weekmakers
en brandvertragers kunnen hiermee uit het materiaal gefilterd worden zodat een zuiver
recyclaat ontstaat dat geschikt is voor hoogwaardige toepassingen, zoals nieuwe kunststoffen
die geschikt zijn als voedselcontactmateriaal. Chemische recycling vormt een waardevolle
aanvulling op mechanische recycling. Met doorontwikkeling en opschaling van innovaties
in chemische recycling kunnen kunststoffen die nu nog verbrand worden en niet geschikt
zijn voor hoogwaardige mechanische recycling, worden verwerkt tot grondstoffen met
een hoge kwaliteit die geschikt is voor de productie van nieuwe hoogwaardige kunststoffen.
Het in 2019 tot Nationaal Icoon uitgeroepen Nederlandse bedrijf Ioniqa is een voorbeeld
van nieuwe innovatieve bedrijvigheid die ontstaat met chemische recycling technologie,
die door middel van het afbreken van polymeren tot monomeren, PET en polyester afval
kan verwerken tot grondstof voor de productie van nieuwe PET. De kwaliteit van deze
nieuw geproduceerde PET is gelijkwaardig aan die geproduceerd uit ruwe olie, terwijl
de CO2 voetafdruk 75% lager is. Dit type innovatie in nieuwe recyclingtechnieken kan een
belangrijke bijdrage leveren aan het reduceren van broeikasgasemissies door de industrie
zoals beoogd in het klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 193), het behalen van de doelstellingen uit het Nederlands Plastic Pact (om in 2025 eenmalige
plastic producten en verpakkingen voor minimaal 70% te recyclen en minimaal 35% uit
recyclaat te produceren) en het behalen van vergelijkbare doelen uit het Europees
Plastic Pact. Het behalen van deze doelstellingen vraagt om innovatie en opschaling
van nieuwe recyclingprocessen, waarmee kunststof afval wordt omgevormd tot een hoogwaardige
grondstof, ter vervanging van fossiele grondstoffen voor de productie van kunststoffen
in de Nederlandse basisindustrie.
Verduurzaming van de basisindustrie
Zoals door de Minister van Economische Zaken en Klimaat is aangegeven in zijn visie
verduurzaming basisindustrie 2050 (Kamerstukken 29 696 en 25 295, nr. 15) zal de industriële productie in Nederland klimaatneutraal moeten worden. Om dit
te bereiken, moeten we niet alleen toe naar vrijwel volledige CO2-vrije energieopwekking, maar ook naar grootschalig hergebruik van koolstof. Uitgangspunt
voor de toekomstvisie over de basisindustrie is dat alle koolstof die we nodig hebben,
bijvoorbeeld voor de productie van kunststof, niet meer uit fossiele bronnen gedolven
wordt maar verkregen wordt uit koolstof die al in de kringloop aanwezig is, onder
meer via recycling.
Deze visie heeft ook betrekking op de productie van kunststoffen in Nederland, die
nu nog nagenoeg volledig op basis van fossiele grondstoffen plaatsvindt. In de roadmap chemische recycling wordt geschat dat de productie van kunststof in 2030 5.550 kiloton
bedraagt, waarvan 55% dan wordt geëxporteerd. Hoewel onnodig gebruik van kunststoffen,
bijvoorbeeld als wegwerpplastic, aangepakt wordt, zal in veel andere toepassingen
kunststof de meest duurzame en effectieve optie blijven. Omdat het materiaal sterk,
licht en veelzijdig is, heeft het tal van toepassingen zoals voor veilig en energiezuinig
vervoer, isolatiemateriaal in zonnecellen en als verpakkingsmateriaal voor consumentengoederen
en voedingsmiddelen. Toepassingen leveren ten opzichte van het gebruik van andere
materialen veelal een bijdrage aan het verminderen van CO2-emissies. Deze kunststoffen zullen in lijn met de visie op de basisindustrie duurzaam
geproduceerd moeten worden, onder meer door middel van mechanische en chemische recycling.
Zoals aangegeven in deze visie kan door het grootschalig toepassen van hoogwaardig
recyclaat voor de productie van nieuwe kunststoffen de kunststofproductie in Nederland
zich omvormen naar een «kunststofrecycling-hub», gekoppeld aan de transitie naar een
klimaat neutrale basisindustrie.
Roadmap chemische recycling 2030
Met de roadmap wordt een inzicht gegeven in de potentie van chemische recycling van kunststoffen
in Nederland. Naar voren komt dat er concrete initiatieven zijn voor de bouw en opschaling
van chemische recycling. De roadmap geeft de ambitie van chemische recyclers weer om in 2030 10% van de jaarlijkse Nederlandse
kunststofproductie met recyclaat uit chemische recycling te vervangen, wat neerkomt
op 555 kiloton per jaar. Hiermee zou dan 22,2% van de kunststofproductie voor de Nederlandse
markt van recyclaat kunnen worden voorzien. Totstandbrenging van deze ambitie zou
volgens het rapport leiden tot een emissiereductie van tussen de 0,515 en 2,27 megaton
CO2 door vervanging van fossiele grondstoffen en door het voorkomen van verbranding.
De bandbreedte in de geschatte emissiereductie wordt onder meer verklaard door verschillen
in het energiegebruik van verschillende recyclingtechnieken. Recycling door middel
van pyrolyse en vergassing is bijvoorbeeld meer energie-intensief dan andere technieken.
Een optimale bijdrage van deze technieken aan de klimaatopgave hangt daarmee nadrukkelijk
samen met de bredere verduurzaming van de basisindustrie op basis van hernieuwbare
energiebronnen. Voor de productie van 555 kiloton kunststof uit chemische recycling
is tussen de 1000 en 1500 kiloton kunststofafval nodig. Het verschil tussen het benodigde
afval en het geproduceerde recyclaat wordt verklaard doordat afhankelijk van de toegepaste
techniek een deel als residu en energie vrij komt, bijvoorbeeld in de vorm van gas.
Daarnaast wordt er in de inschatting van uitgegaan dat een deel van het gewicht net
als bij mechanische recycling uitvalt bij het sorteren en wassen voordat daadwerkelijke
recycling plaatsvindt. Afvalstromen met minder vervuiling leveren hierdoor een hoger
recyclingpercentage. Dit jaar laat ik een verkenning uitvoeren naar methoden om het
recyclingpercentage van de verschillende vormen van chemische recycling accuraat te
meten.
Over de ambitie van de sector om 10% van de Nederlandse kunststofproductie met recyclaat
uit chemische recycling te vervangen ben ik positief gestemd. Met oog op de genoemde
variaties in recyclingpercentages hecht ik er wel waarde aan dat afval zodanig gescheiden
en gesorteerd wordt dat een zo hoog mogelijk aandeel geschikt is voor een zo hoogwaardig
mogelijke vorm van recycling, waarbij zo min mogelijk materiaal in het proces verloren
gaat. Ik roep de sector op om dit aspect mee te nemen bij de totstandbrenging van
recyclingcapaciteit. In de tweede wijziging van het Landelijk Afvalbeheerplan is hiertoe
inzicht gegeven in de vormen van chemische recycling en hoe deze zich verhouden tot
mechanische recycling. In de bijlage van deze brief geef ik hier een nadere toelichting
op. Met de sector blijf ik graag in gesprek hoe het ambitieniveau uit de roadmap zo efficiënt mogelijk, met een optimale CO2 besparing behaald kan worden.
In de roadmap wordt naast recycling van Nederlands kunststof afval gekeken naar import uit omliggende
landen. Geschat wordt dat in Nederland nog circa 645 kiloton kunststof verbrand wordt,
en dat circa 5.000 kiloton wordt verbrand of gestort in omliggende landen (Duitsland,
Verenigd Koninkrijk, België en Denemarken). Deze kunststoffen zijn alleen geschikt
voor recycling als ze op de juiste wijze ingezameld en gesorteerd worden. Overbrenging
van buitenlands afval voor recycling in Nederland is mogelijk binnen de kaders van
de EVOA (Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen). In het kader van de herziening
van de EVOA zet ik, waar mogelijk en verantwoord, in op het versnellen van de doorlooptijd
van procedures voor deze overbrengingen voor recycling binnen de EU. In de roadmap wordt hier aandacht voor gevraagd.
Ondersteuning van mechanische en chemische recycling
In de roadmap worden diverse punten aangedragen waarop nationaal en Europees ondersteunend beleid
wordt gevraagd dat bij zou kunnen dragen aan de opbouw van chemische recycling in
Nederland, onder meer op het gebied van afvalscheiding, het creëren van afzetmarkten
voor recyclaat en met betrekking tot subsidie instrumentarium. In overleg met de Versnellingstafel
chemische recycling zal ik samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat
de mogelijkheden verkennen om hieraan tegemoet te komen.
Door in te zetten op Europese verplichtingen voor de toepassing van recyclaat, bijvoorbeeld
in verpakkingen, en door te sturen op het scheiden van recyclebare materialen, streef
ik ernaar om de business case voor recycling te verstevigen. Daarnaast heeft het kabinet
ondersteuning geboden aan de opbouw van chemische en mechanische recycling via de
DEI+ Regeling voor pilot- en demonstratieprojecten op het gebied van recycling, en
via de MOOI Regeling die is opengesteld voor onderzoek en ontwikkeling gericht op
optimalisatie van mechanische en chemische recycling, inclusief inzameling, voorbewerking,
sortering en scheiding van kunststof afval. Ook via Invest-NL wordt ondersteuning
geboden. Zo is directe en indirecte financiering van (kunststof) recycling onderdeel
van de strategische en circulaire prioriteiten van Invest-NL, waarbij actief onderzoek
wordt gedaan naar investeringen op dit terrein, en is InvestNL eveneens deelnemer
en sponsor van de Versnellingstafel chemische recycling.
Onder meer via de Versnellingstafel chemische recycling blijf ik, in samenwerking
met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, met partijen in gesprek over mogelijkheden
om mechanische en chemische recycling verder te stimuleren en eventuele belemmeringen
te adresseren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Bijlage Chemische recycling in het Landelijk Afvalbeheerplan
In het beleidskader van het derde Landelijk Afvalbeheerplan (LAP3) wordt nader inzicht
gegeven in de vormen van chemische recycling en hoe deze zich verhouden tot mechanische
recycling. Binnen de afvalhiërarchie worden hiertoe categorieën voor hoogwaardige
(C1) en minder hoogwaardige recycling (C2) aangeduid. Voor mechanische recycling geldt
dat sortering van afval naar mono-stromen en inzet in een met het originele gebruik
vergelijkbare toepassing (bijvoorbeeld van verpakking tot verpakking) tot de meest
hoogwaardige categorie behoort. Inzet van gemengde afvalstromen in een toepassing
met lagere kwaliteitseisen, zoals toepassing van gemengde kunststofstromen als beton-
of houtvervanger, behoort tot de tweede hoogwaardigheidsklasse C2.
Naast mechanische recycling wordt chemische recycling expliciet erkend als vorm van
recycling. In de tweede herziening van LAP3 is een nadere specificatie aangebracht
in de positie van verschillende chemische recyclingtechnieken, variërend in de mate
waarin materialen worden afgebroken tot de originele bouwstenen. Chemische recycling
in de vorm van «monomeer recycling» en «solvolyse»3 produceert recyclaat voor hoogwaardige toepassingen en is energie-efficiënt. Deze
technieken worden daarom als C1 gekwalificeerd. Chemische recycling met een hogere
temperatuur, via pyrolyse en vergassen4 wordt op niveau C2 ingeschaald. Deze technieken leveren ook hoogwaardig recyclaat
maar zijn meer energie-intensief. Wanneer pyrolyse of vergassing toegepast wordt voor
de productie van brandstof is er volgens het LAP geen sprake van recycling.
De technieken kunnen complementair naast elkaar worden toegepast. De voor pyrolyse
en vergassing beoogde materialen zijn doorgaans niet geschikt voor een meer hoogwaardige
chemische of mechanische verwerking. Hierbij kan gedacht worden aan gemengde kunststofstromen
met een te hoge mate van vervuiling, die nu nog verbrand worden. Welke recyclingtechniek
kan worden ingezet is afhankelijk van het type materiaal en de zuiverheid van de afvalstroom.
Het doel van de indeling in het LAP is om duidelijkheid te verschaffen over het concept
hoogwaardige recycling en de verhouding tussen chemische en mechanische recycling.
De indeling wordt op dit moment nog niet gebruikt voor het stellen van minimumstandaarden
voor afvalverwerking. Het eventueel stellen van een hogere minimumstandaard kan alleen
als voor verwerking op dat niveau voldoende goed functionerende verwerkingscapaciteit
in Nederland beschikbaar is. Opbouw van chemische recyclingcapaciteit zou daarmee
in de toekomst kunnen leiden tot het vereisen van recycling voor materialen die nu
nog verbrand worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat