Brief regering : Toedracht treinongeval Hooghalen
29 893 Veiligheid van het railvervoer
Nr. 250
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2021
Op vrijdag 23 mei 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd1 over een zeer ernstig treinongeval op een Niet Actief Beveiligde Overweg (NABO) in
Hooghalen waarbij de machinist van de trein is komen te overlijden en ook enkele treinreizigers
lichtgewond zijn geraakt. Naar aanleiding van dit ongeval is door zowel ProRail als
NS onderzoek uitgevoerd2. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de onderzoeksresultaten van NS en ProRail
en de maatregelen die ProRail en NS naar aanleiding hiervan reeds hebben getroffen
en nog gaan treffen.
De impact van het ongeval in Hooghalen was en is groot, in het bijzonder voor de familieleden
en de collega’s van de overleden machinist. Ook gaan mijn gedachten uit naar de nabestaanden
van de dodelijke ongevallen bij Wijster op 12 januari jl. en Zenderen op 7 maart jl.
Ook deze tragische ongevallen hebben indruk gemaakt op de spoorsector. Elk ongeval
op een NABO is er één te veel.
Toedracht Treinongeval Hooghalen
Op 22 mei 2020 vond een ongeval plaats op het traject Zwolle–Assen. Op NABO 38.6 kwam
een NS sprinter in botsing met een tractor met lading. Door deze zware aanrijding
verloor de machinist zijn leven. Twee reizigers en een hoofdconducteur raakten (licht)
gewond. De bestuurder van de tractor bleef ongedeerd. De schade aan de trein en de
infrastructuur was omvangrijk.
Direct na het ongeval en in de loop van 2020 hebben NS en ProRail, op basis van reeds
bestaande inzichten, extra acties ondernomen om de veiligheid bij NABO’s te vergroten.
Zo is afgelopen september de NABO waar het ongeval heeft plaatsgevonden definitief
afgesloten en heeft ProRail bij meerdere NABO’s, bovenop het reguliere snoeiwerk,
extra begroeiing gesnoeid om het zicht te verbeteren. Ook hebben machinisten van NS
direct na het ongeval de instructie gekregen om de frontlampen feller te zetten tijdens
het rijden om zo de zichtbaarheid van de treinen te vergroten.
ProRail en NS hebben vervolgens een team samengesteld dat onderzoek heeft gedaan naar
de precieze toedracht van het ongeval. Dit onderzoek is parallel gestart aan het nog
lopende onderzoek van het Openbaar Ministerie. Uit het onderzoek van ProRail en NS
naar de toedracht van het ongeval komt naar voren dat de bestuurder van de tractor
de trein door hoofdzakelijk de weersomstandigheden niet of te laat heeft gezien en
de overweg is opgereden, waardoor de trein op de tractor met lading is gebotst.
Aanvullend onderzoek NABO’s naar aanleiding van Hooghalen
ProRail en NS hebben ook aanvullend onderzoek gedaan naar NABO’s in het algemeen en
hoe deze zich verhouden tot het trein- en wegverkeer3. Eerder heeft de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OvV) namelijk geconcludeerd dat
breder onderzoek een vollediger beeld zou geven van de problematiek met betrekking
tot overwegen en hierdoor ook grotere veiligheidswinst zou kunnen worden geboekt.
Zwaar en/of lang verkeer heeft in bepaalde gevallen te weinig tijd om de NABO over
te steken
Uit bovengenoemd onderzoek van ProRail en NS komt één specifieke bevinding. Volgens
nieuw inzicht heeft zwaar verkeer4 meer tijd nodig voor het oversteken van een NABO dan in eerste instantie door ProRail
werd verondersteld. Dit is relevant omdat ProRail hierdoor het risico van overstekend
zwaar verkeer met andere uitgangspunten moet gaan beoordelen. ProRail heeft naar aanleiding
hiervan de NABO’s geïdentificeerd waar dergelijk verkeer met regelmaat gebruik van
maakt. ProRail, als de infrastructuurbeheerder van het spoor, heeft in dit geval de
wettelijke bevoegdheid om bij deze NABO’s maatregelen te treffen indien zij dat vanuit
veiligheidsperspectief nodig acht en is direct, samen met vervoerders, gestart met
het uitvoeren van risicoanalyses op deze NABO’s.
Uit de uitgevoerde risicoanalyses op alle 277 (openbare en niet-openbare) NABO’s op
het reizigersnet is gebleken dat dit nieuw geconstateerde risico zich volgens ProRail
kan voordoen bij 137 NABO’s. Een door ProRail gehanteerde risicoclassificatie en afwegingskader
van de maatregelen zijn vervolgens leidend om bij deze NABO’s tijdelijke maatregelen
te kunnen treffen.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft op mijn verzoek een reflectie gegeven
op deze instrumenten. De ILT heeft hierbij een aantal aandachtspunten aan ProRail
meegegeven en zal de komende tijd toezicht houden op een juiste uitvoering van de
spoorveiligheid. Mede op basis van deze input en een externe toets wordt door ProRail
het afwegingskader en de risicoclassificatie van deze NABO’s de komende periode verder
uitgewerkt. De totstandkoming van een voldragen afweegkader en risicoanalyse moet
zorgvuldig worden ontwikkeld.
Bij het afwegen van maatregelen kijkt ProRail vanuit haar verantwoordelijkheid voor
het systeem als geheel. Niet alleen naar de situatie ter plekke, maar ook naar veiligheidsrisico’s
elders in het spoorsysteem die door deze maatregelen zouden kunnen ontstaan. Hierbij
moet bijvoorbeeld worden gedacht aan overwegen elders waarbij de spoorbomen langer
dicht blijven. In sommige gevallen kunnen maatregelen getroffen moeten worden die
een impact kunnen hebben op de dienstregelingen van vervoerders. Deze tijdelijke maatregelen
worden door ProRail zorgvuldig en in afstemming met vervoerders en andere betrokkenen
afgewogen. Daarbij heb ik ProRail gevraagd om zich, samen met alle vervoerders, maximaal
in te spannen om de eventuele ongewenste effecten voor de reizigers, omwonenden en
andere betrokkenen te minimaliseren.
Voorlopige maatregelen
ProRail zal op korte termijn tijdelijke maatregelen treffen voor een tiental NABO’s
waar het onderzoek reeds is afgerond door NS en ProRail. ProRail onderzoekt momenteel
voor de resterende NABO’s, in overleg met NS, regionale vervoerders, decentrale overheden,
omwonenden en andere betrokkenen, welke maatregelen op deze NABO’s de komende periode
moeten worden getroffen. Dit is een proces dat, op grond van maatwerk per NABO, zorgvuldig
moet worden doorlopen.
Voor de zomer zal ik uw Kamer over de voortgang van de ontwikkelingen van het afweegkader,
de risicoanalyse en de tijdelijke maatregelen nader informeren.
Vervolg van de overwegenaanpak
Dat de overwegenaanpak tegelijkertijd complex en ontzettend belangrijk is, onderschrijven
alle betrokken partijen, getuige ook de rapporten van NS en ProRail. NABO’s zijn in
deze tijden van snel, stil en frequent treinverkeer niet meer van deze tijd.5 Niet alleen het tragische ongeval bij Hooghalen, maar bijvoorbeeld ook de ongevallen
in Zenderen op 7 maart jl. en Wijster op 12 januari jl. onderstrepen nogmaals dat
de aanpak van overwegen van essentieel belang is voor de veiligheid van iedereen die
zich op of rondom het spoor bevindt.
Een goede structurele aanpak van overwegen is belangrijk om de veiligheid op het spoor
te kunnen garanderen en om in de toekomst meer en snellere treinen te kunnen laten
rijden.6 Daarom heb ik de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het beveiligen en opheffen
van overwegen. Zo heb ik als ambitie neergezet om de 180 meest risicovolle NABO’s
op het reizigersnet voor 2024 aangepakt te hebben.7 Inmiddels zijn er met het NABO-programma 67 van deze 180 NABO’s definitief aangepakt
en worden dit jaar volgens de planning van ProRail nog eens 32 aangepakt.
Om het NABO-programma kracht bij te zetten heb ik sinds 2018 ca. € 194 mln. geïnvesteerd
in de aanpak van NABO’s. Daarnaast heb ik onlangs de aanwijzingsbevoegdheid, een juridisch
instrument dat in ultimo kan worden ingezet bij de sluiting van NABO’s, voorgelegd
aan diverse partijen (Interprovinciaal Overleg, Vereniging der Nederlandse Gemeentes,
NS, ProRail en diverse belangenorganisaties). Na formele consultatie zal ik dit in
wetgeving aan uw Kamer sturen. Al eerder heb ik een landelijk bemiddelaar aangesteld,
juist om ingewikkelde gesprekken met alle betrokkenen tot resultaat te brengen. Verder
heb ik uw Kamer gemeld dat ik ProRail heb gevraagd om te onderzoeken welke tijdelijke
(innovatieve) maatregelen8 kunnen worden getroffen. Daarvoor heeft ProRail ook de expertise van machinisten
ingeroepen en wordt op dit moment gewerkt aan bijvoorbeeld software applicaties en
oplossingen om het gebruik van hekken te stimuleren. Pilots om enkele van deze maatregelen
te testen zijn gestart en de resultaten worden hiervan komende zomer verwacht. Ik
zal uw Kamer over de voortgang hiervan nader informeren.
Een belangrijk onderdeel van de toekomstige aanpak, zoals ik uw Kamer al heb gemeld9, is het traject waarmee ProRail is gestart om te onderzoeken hoe de overwegenaanpak
onderdeel kan worden gemaakt van de vervanging- en vernieuwingsopgave van het spoor
in Nederland. Over de uitkomsten hiervan en de opvolging van de aanbevelingen en maatregelen
uit de onderzoeken naar aanleiding van het incident Hooghalen zal ik uw Kamer ook
voor de zomer nader informeren.
Mijn ambitie in het streven naar nul dodelijke slachtoffers op en rondom overwegen
is onverminderd. Samen met ProRail, NS, regionale vervoerders en decentrale overheden
blijf ik werken aan dit doel.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.