Brief regering : Verslag van de informele videovergadering van de Raad WSBVC van 22 februari 2021
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 603 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2021
Bijgaand ontvangt u het verslag van de informele videovergadering van de Raad WSBVC
                  van 22 februari 2021.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  W. Koolmees
VERSLAG INFORMELE VTC RAAD WERKGELENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 22 FEBRUARI 2021
               
De Raad heeft ’s ochtends in drie verschillende parallelle sessies van gedachten gewisseld
                     over onderwerpen die onder het overkoepelende thema «banen, vaardigheden en cohesie:
                     prioriteiten voor een sterk sociaal Europa» hangen. De volgende drie onderwerpen werden
                     besproken:
                  
1. «Post-Covid-19, banen en werkgelegenheid: een economische en sociale prioriteit»;
2. «Vaardigheden als middel voor een dynamisch, inclusief en duurzaam herstel en toekomst»
3. «Het aanpakken van armoede en sociale exclusie om weerbare samenlevingen te bevorderen».
Nederland heeft deelgenomen aan de tweede sessie. ’s Middags vond een plenair debat
                  plaats over het thema «gendergelijkheid als motor voor herstel».
               
Beleidsdebat over vaardigheden als middel voor een dynamisch, inclusief en duurzaam
                     herstel en toekomst
De lidstaten waren het met elkaar eens dat vaardigheden een zeer belangrijk instrument
                  zijn voor een dynamisch, inclusief en duurzaam herstel om de uitdagingen waarmee we
                  worden geconfronteerd als gevolg van de COVID 19 pandemie het hoofd te bieden. De
                  betrokkenheid van belanghebbenden op alle niveaus is nodig en overheidsbeleid om vaardigheden
                  te bevorderen is essentieel. Aandacht werd besteed aan de vaardigheden paradox: diegene
                  die al over meer vaardigheden beschikken, zijn gedurende hun hele leven actiever bij
                  het aanleren van nieuwe vaardigheden. Zij hebben de leercultuur geïnternaliseerd.
                  Daarom is een goede leercultuur van jongs af aan belangrijk. Meerdere lidstaten gaven
                  aan erg benieuwd te zijn naar het actieplan voor de implementatie van de Europese
                  pijler voor sociale rechten van de Commissie en hierin graag algemene doelen op EU-niveau
                  te willen zien.
               
Nederland heeft benadrukt dat het aan de lidstaten is om alle middelen die we tot
                  onze beschikking hebben, zoals de Recovery and Resilience Facility en het Europees
                  Sociaal Fonds + effectief te gebruiken om te werken aan een duurzaam en inclusief
                  herstel. Arbeidsmarkten moeten worden hervormd. Voor werkenden nu en in de toekomst
                  zullen opleiding en aanpassingsvermogen daarbij cruciaal zijn. Nederland heeft aangegeven
                  dat specifieke aandacht moet worden besteed aan de digitale en groene transitie. Verder
                  heeft Nederland het nationale pakket van maatregelen gericht op bijscholing en omscholing,
                  voor onder andere werknemers die het zwaarst door de crisis zijn getroffen, toegelicht.
                  Ook heeft Nederland benadrukt dat we de leercultuur in het MKB moeten verbeteren en
                  moeten zoeken naar manieren om publiek-private samenwerking tot stand te brengen om
                  het onderwijs te vernieuwen.
               
Beleidsdebat over gendergelijkheid als motor voor herstel
Meerdere lidstaten benadrukten dat de COVID 19 crisis het risico met zich mee brengt
                  dat de verbeteringen op het gebied van gendergelijkheid op de arbeidsmarkt, ongedaan
                  worden gemaakt. In de meeste lidstaten lijkt de crisis namelijk vrouwen zwaarder te
                  treffen dan mannen. Zo werken in de meest geraakte sectoren meer vrouwen en heeft
                  thuiswerken ook invloed op de werk-privé balans. Gewaarschuwd werd dat de fouten die
                  gemaakt zijn in reactie op de economische crisis van 2008 – toen gendergelijkheid
                  geen integraal onderdeel was van herstelplannen en de ongelijkheid toenam – niet mogen
                  worden herhaald. Slecht twee lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan in eigen land
                  geen genderverschillen gemeten te hebben bij baanverlies.
               
Veel lidstaten benoemden de ongelijke verdeling van zorgtaken als probleem en benadrukten
                  de noodzaak van toegankelijke, betaalbare en kwalitatieve kinderopvang en (tijdelijke)
                  verlenging van (betaald) ouderschaps- of zorgverlof.
               
Enkele lidstaten gaven aan naast gevaren van de crisis voor gendergelijkheid ook kansen
                  te zien in het vooruitzicht dat thuiswerken ook na de pandemie genormaliseerd zal
                  worden en flexibel werk uitkomsten kan bieden voor een betere werk-privé balans. Veel
                  landen benadrukken de noodzaak van meer meisjes en vrouwen in STEM-studies en -sectoren.
                  In deze context werd het belang van het elimineren van genderstereotypen genoemd.
               
Verder werd benadrukt dat het noodzakelijk is om EU-ontwerpwetgeving op het gebied
                  van gendergelijkheid vooruit te helpen en gaven meerdere lidstaten aan uit te kijken
                  naar het Richtlijnvoorstel over loontransparantie.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid