Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 15 en 16 maart 2021
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1745 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2021
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en de informele Ecofinraad
van 15 en 16 maart a.s. Deze vergaderingen zullen middels videoconferentie worden
gehouden. Ik ben voornemens deel te nemen, maar gezien de samenloop met de Tweede
Kamerverkiezingen is het nog onzeker of ik de volledige vergaderingen kan bijwonen.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
In deze geannoteerde agenda (onder het item «Economisch herstel in de Europese Unie»)
ga ik tevens in op de toezegging uit het Wetgevingsoverleg Eigenmiddelenbesluit van
23 februari jl. (Kamerstuk 35 711, nr. 12), waarbij ik heb toegezegd om na te gaan bij de Minister van Economische Zaken en
Klimaat hoe andere actoren betrokken worden bij de totstandkoming van de plannen voor
het gebruik van de Europese herstelfaciliteit.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Geannoteerde agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofinraad 15 en 16 maart 2021
Eurogroep
Reguliere samenstelling
Sectorale impact en structurele veranderingen in de eurozone door COVID-19
Document: The Sectoral Impact of the COVID-19 Crisis. Dit document zal worden gepubliceerd
op https://www.consilium.europa.eu/en/council-eu/eurogroup/eurogroup-docum…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over het effect van COVID-19 op verschillende
sectoren en welke structurele veranderingen kunnen plaatsvinden. De Europese Commissie
schetst in een notitie een aantal gevolgen van COVID-19 op korte en lange termijn
voor verschillende sectoren. Zo zijn voornamelijk sectoren met contactberoepen zoals
de horeca en de toeristische sector hard getroffen door de maatregelen om de verspreiding
van het virus te beperken. Op lange termijn zal COVID-19 ook invloed hebben op digitalisering,
de groene transitie en wereldwijde productieketens.
In de Eurogroep staan drie vragen centraal: 1) Wat zijn de lessen van de eerste twee
golven van de pandemie? 2) Hoe kan men het best beleid vormen dat bedrijven en werkgelegenheid
ondersteunt en reallocatie faciliteert en tevens de digitale en groene transitie bevordert?
3) Zou steun gericht moeten zijn op sector- of bedrijfsniveau?
Nederland erkent dat sectoren asymmetrisch zijn getroffen. Bij het vormen van beleid
is het belangrijk dat de economische en gezondheidsmaatregelen goed op elkaar zijn
afgestemd. Verder is het belangrijk dat de steun van de overheid automatisch reageert
op de ontwikkelingen in de pandemie en een tijdelijk karakter heeft. Door voor directe
crisissteun doelen voor digitalisering en de ecologische transitie toe te voegen bestaat
het risico dat instrumenten minder effectief worden. Steunmaatregelen dienen zo gericht
als mogelijk bedrijven te ondersteunen die door de crisis worden getroffen. Bij de
crisissteun voor het herstel, zoals met de Europese herstelplannen, worden middelen
terecht ook gericht op digitalisering en de ecologische transitie.
Stand van zaken ondersteunende maatregelen in de eurozone
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
In de Eurogroep zal worden stilgestaan bij de maatregelen die lidstaten hebben genomen
in reactie op de COVID-19-crisis. De Europese Commissie heeft daartoe de totale omvang
van de budgettaire steun in kaart gebracht. Het gaat daarbij zowel om steun in de
vorm van discretionaire maatregelen als om de inzet van automatische stabilisatoren.
In de eurozone is er volgens de berekeningen van de Commissie in 2020 in totaal ter
grootte van 8,2 procent van het bbp aan budgettaire steun gegeven. In 2021 wordt dit
geschat op 6 procent van het bbp.1 Ongeveer de helft daarvan was in 2020 te danken aan automatische stabilisatoren.
De verschillen tussen de omvang van de totale steun in percentage van het bbp van
lidstaten zijn daarbij beperkt. Nederland heeft volgens de Commissie in 2020 ter grootte
van in totaal 9,1 procent van het bbp aan budgettaire steun gegeven en voor 2021 wordt
dit percentage op 7,7 procent van het bbp geschat.
Daarnaast heeft de Commissie een overzicht opgesteld van zogenaamde liquiditeitssteun
die lidstaten hebben gegeven. Dit betreft vooral afgegeven publieke garanties, maar
ook uitgestelde belastinginkomsten. In totaal besloeg de liquiditeitssteun in 2020
19,2 procent van het bbp in de eurozone, in Nederland was dit 6,2 procent van het
bbp.
Nederland onderschrijft de uitzonderlijke situatie vanwege de huidige crisis en erkent
de noodzaak van de maatregelen die in reactie hierop zijn genomen. Het begrotingsbeleid
van lidstaten moet het economisch herstel in 2021 blijven ondersteunen. De huidige
crisis illustreert hoe belangrijk het is dat lidstaten hun automatische stabilisatoren
kunnen inzetten om tijdig en adequaat op een crisis te kunnen reageren. Nederland
is van mening dat de stimulerende maatregelen die lidstaten nemen tijdelijk moeten
zijn en dat de schuldhoudbaarheid op de middellange termijn in acht moet worden genomen
door lidstaten.
Wisselkoersontwikkelingen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Europese Commissie zal een presentatie geven van de ontwikkelingen op het gebied
van de wisselkoers van de euro. De Eurogroep spreekt elk halfjaar over wisselkoersontwikkelingen.
De bespreking in de Eurogroep dient ter voorbereiding van internationale bijeenkomsten
zoals de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds, waar tevens over de
wisselkoersontwikkeling van de euro en andere valuta kan worden gesproken.
In effectieve reële termen was de euro stabiel in december 2020 ten opzichte van augustus
2020 en de euro lag 3% boven haar lange termijn gemiddelde sinds 1999. De euro versterkte
ten opzichte van de Amerikaanse dollar, waar een depreciatie ten opzichte van de Chinese
renminbi, opkomende markt valuta’s en valuta’s van grondstoffen exporterende landen
tegenover stond. In vergelijking met februari 2020 is de euro in januari 2021 bijna
12% sterker dan de Amerikaanse dollar.
De ontwikkelingen van de valuta’s zullen sterk beïnvloed worden door het toekomstige
verloop van de crisis. Daarnaast kunnen beleidsmaatregelen van de nieuwe Amerikaanse
regering van invloed zijn. Vooral de verwachtte aanzienlijke Amerikaanse schulduitgifte
om crisismaatregelen mee te financieren, kan een opwaarts effect hebben op het rendement
van Amerikaanse staatsobligaties, waardoor de Amerikaanse dollar kan gaan stijgen.
Handelsspanningen met China kunnen echter een tegenovergesteld effect hebben.
Negende enhanced surveillance-rapport Griekenland
Document: Enhanced surveillance report, Greece 2021, https://ec.europa.eu/info/publications/enhanced-surveillance-report-gre…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Elk kwartaal wordt de balans opgemaakt door de Europese Commissie t.a.v. onder andere
de macro-economische ontwikkelingen, overheidsfinanciën, arbeidsmarktbeleid, openbaar
bestuur en het rechtssysteem in Griekenland. Daarnaast wordt elk halfjaar, op basis
van een verscherpt-toezichtrapport en een terugkoppeling door de Europese instellingen,
door de Eurogroep beoordeeld of Griekenland aan de afgesproken hervormingen heeft
voldaan. Indien dat het geval is kunnen de lidstaten besluiten of de schuldmaatregelen,
zoals afgesproken in juni 20182, worden geactiveerd. Tijdens deze Eurogroep ligt dergelijke besluitvorming niet voor.
Dit rapport is korter dan gewoonlijk vanwege de focus van de Europese Commissie op
het concept herstelplan (Recovery and Resilience Plan; RRP) van Griekenland voor de Europese Recovery and Resilience Facility (RRF).
Het rapport signaleert dat er op een deel van de prioriteiten voortgang wordt geboekt,
maar ook dat er bij andere hervormingen vertragingen zijn opgelopen en dat het momentum
voor hervormingen afneemt. De COVID-19-crisis is de hoofdoorzaak voor de vertragingen.
De overheid heeft wel specifieke routekaarten opgesteld met het doel om goede voortgang
te boeken voor het volgende rapport in mei (onder andere ten aanzien van hervormingen
in de financiële sector, operationalisering van de Project Preparation Facility en de Strategic Projects Pipeline, het terugbrengen van niet presterende leningen (NPLs) en de aanname van de gemoderniseerde
Arbeidswet). Het verwachte overheidstekort voor 2021 wordt nu op 3,9% bbp geraamd,
tegenover een raming van het tekort van 3,4% bbp bij de laatste herfstraming. Positieve
elementen zijn de cash-buffer die eind 2020 op € 31 miljard stond (voldoende voor
2 jaar rente- en aflossingsverplichtingen) en het feit dat de toegang tot de kapitaalmarkt
goed is; de laatste 10-jaarsobligatie werd tegen een effectieve rente van 0,81% in
de markt gezet.
Nederland kan zich vinden in de bevindingen uit het rapport. Er is enige voortgang
op de hervormingen ondanks COVID-19, maar er is wel sprake van vertragingen op een
aantal terreinen. Vanwege COVID-19 heeft Nederland hier begrip voor, maar Nederland
onderstreept dat het doorvoeren van hervormingen essentieel is voor de potentiële
economische groei en weerbaarheid van Griekenland. Door de COVID-19-crisis wordt de
economische en budgettaire opgave voor Griekenland nog groter, en daarmee wordt ook
de noodzaak van het doorvoeren van alle hervormingen op termijn groter. Daarnaast
is het noodzakelijk dat Griekenland de schuldhoudbaarheid op middellange termijn waarborgt
en tijdig een passende begrotingsinspanning vaststelt.
Inclusieve samenstelling
Voorbereiding van de Eurotop in maart
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal in inclusief verband spreken over de internationale rol van de euro,
ter voorbereiding van de Eurotop in maart. Tijdens de Eurogroep van 15 februari jl.
is reeds gesproken over dit onderwerp.3
Onder lidstaten wordt het belang van een grotere internationale rol van de euro breed
gedeeld. Dit levert voordelen op in termen van grotere monetaire autonomie, lagere
transactie-, risicomanagement- en financieringskosten en een lagere gevoeligheid voor
buitenlandse wisselkoersschokken.
Recent heeft de Europese Commissie aandacht besteed aan de internationale rol van
de euro als onderdeel van de mededeling over het bevorderen van een open, sterk en
veerkrachtig Europees economisch en financieel systeem. De Kamer is hierover geïnformeerd
in een BNC-fiche.4 In de mededeling werd vooral ingegaan op flankerende maatregelen die bijdragen aan
het vergroten van de internationale rol van de euro, zoals het bevorderen van het
gebruik van de euro in internationale grondstoffenmarkten en financiële markten en
het verder versterken van de kapitaalmarktunie en de bankenunie. Daarnaast werd verwezen
naar de mogelijke uitgifte van groene obligaties en de mogelijke introductie van een
digitale euro.
Nederland onderstreept in het kader van deze discussie vooral het belang van gezonde
nationale economieën en overheidsfinanciën en van sterke EMU-fundamenten. Dit zijn
cruciale elementen voor het vertrouwen in de euro en daarmee een belangrijke voorwaarde
voor een grotere internationale rol van de euro.
Ecofinraad
Stand van zaken financiële diensten dossiers
Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering
op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Progress on financial services legislative files»
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Het voorzitterschap van de Raad voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie
over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten. De Europese
Commissie geeft ook een overzicht van de implementatie van afgeronde Europese trajecten
inzake financiële diensten. Nederland zal de updates van het voorzitterschap van de
Raad en de Europese Commissie ten aanzien van financiële diensten dossiers aanhoren.
Raadsconclusies strategie voor retailbetalingen in de EU
Document: ST 6694/21
Aard bespreking: (gedachtewisseling ten behoeve van) besluitvorming over – aanname Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Consensus
Toelichting:
In de Ecofinraad liggen Raadsconclusies voor ten aanzien van de strategie voor retailbetalingen
in de Europese Unie, die in september 2020 door de Europese Commissie is gepubliceerd.5 De Raadsconclusies zullen na de Ecofinraad worden goedgekeurd middels een schriftelijke
procedure.6
De strategie beoogt voorwaarden te scheppen om de ontwikkeling van instant payments7 en Europese betaaloplossingen mogelijk te maken, een hoog niveau van consumentenbescherming
en veiligheid van betaaloplossingen te bieden en de Europese afhankelijkheid van grote
wereldwijde (niet-Europese) spelers op dit gebied te verminderen. De strategie is
onderdeel van de mededeling betreffende het Digital Finance Package van de Europese Commissie. Dit pakket bevat maatregelen ten aanzien van de kansen
en risico’s van digitalisering in de financiële sector.8
In de voorliggende Raadsconclusies geeft de Raad aan dat zij het eens is met de vier
door de Commissie geïdentificeerde hoofdpijlers die nauw met elkaar verweven zijn,
namelijk: 1) toenemende digitale betaaloplossingen, waaronder instant payments, met een pan-Europees bereik; 2) een innovatieve en competitieve markt voor het retailbetalingsverkeer;
3) efficiënte en interoperabele betaalsystemen en andere ondersteunende infrastructuur
en 4) efficiënte internationale betalingen. Als prioriteiten worden daarbij aangemerkt:
het bevorderen van instant payments, toekomstbestendige wetgeving met het oog op digitalisering en het bevorderen van
een innovatief, open, weerbaar, veilig en inclusief ecosysteem voor betalingen. Daarbij
wordt de focus op consumentenbescherming benadrukt voor het behalen van de doelstellingen
in de strategie. Ook wordt bijvoorbeeld de evaluatie van PSD2 verwelkomt, waarbij
onder meer aandacht wordt gevraagd voor het adresseren van privacy-gerelateerde risico’s.
Zoals ook in het BNC-fiche ten aanzien van deze strategie is aangegeven, beoogt het
kabinetsbeleid een veilig, betrouwbaar, efficiënt en toegankelijk betalingsverkeer
te waarborgen.9 Daarbij beoogt het beleid bij te dragen aan innovatie in de sector, waarbij consumentenbescherming
en het waarborgen van privacy prioriteit heeft. Het kabinet heeft gegevensbeschermingsrisico’s
bij datadeling benadrukt in het kader van de evaluatie van PSD2 en eventuele toekomstige
voorstellen ten aanzien van open finance en zal hiervoor aandacht blijven vragen bij de nadere stappen die gezet worden naar
aanleiding van deze strategie.10
De inhoud van de Raadsconclusies sluiten aan bij het standpunt van het kabinet zoals
beschreven in het BNC-fiche. Nederland is daarom voornemens in te stemmen met de Raadsconclusies.
De aanpak van de uitdagingen op het gebied van belastingen die voortvloeien uit de
digitalisering van de economie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal gesproken worden over de voortgang van de discussie over
de digitale economie in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
(OESO) en welke consequenties dat kan hebben voor de verdere eventuele vervolgstappen
in de Europese Unie.
De discussie over de digitale economie omvat grofweg twee belangrijke onderdelen:
Pijler 1: een gemeenschappelijke aanpak voor het aanpassen van de regels over belastbare
aanwezigheid en winsttoerekening in de winstbelasting. Onder voorwaarden kunnen landen
belasting heffen over (meer) winst van bedrijven die in het land actief zijn, ook
als zij daar niet fysiek aanwezig zijn.
Pijler 2: maatregelen om te waarborgen dat internationaal opererende ondernemingen
altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen.
Deze discussies over beide pijlers worden nog volop gevoerd in de OESO. In oktober
2020 heeft de OESO blauwdrukken gepubliceerd welke vervolgens publiekelijk zijn geconsulteerd.
De opmerkingen die zijn binnen gekomen worden meegenomen in de verdere discussies.
De OESO streeft er naar om medio 2021 tot een overeenkomst te komen.
Deze Ecofinraad zal zich primair bezig houden met de vraag hoe de EU, gegeven de bovenstaande
situatie, zich het beste kan positioneren met het oog op een wereldwijde oplossing.
Zoals al eerder is aangegeven, steunt Nederland het werk aan dit OESO project.11 Gezien de complexiteit en de verbondenheid van de wereldwijde economie heeft een
wereldwijde oplossing de voorkeur. Echter, voorkomen moet worden dat de noodzaak tot
een wereldwijde oplossing leidt tot een impasse waarbij landen op elkaar blijven wachten.
Hier ligt een mogelijkheid voor de EU om, waar nodig, de voortgang te behouden van
de besprekingen over de digitaliserende economie. Nederland is daarbij van mening
dat eventuele Europese initiatieven op dit vlak als doel moeten hebben om de voortgang
van de wereldwijde discussie (en uitkomst) over de digitale economie zoveel mogelijk
te ondersteunen.
Economisch herstel in de Europese Unie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
In de Ecofinraad zullen lidstaten spreken over de economische situatie in de Europese
Unie als gevolg van de COVID-19-pandemie. Sinds het uitbreken van de COVID-19-crisis
is hier meermaals over gesproken. Er zal onder andere worden stilgestaan bij de mededeling
die de Commissie op 3 maart jl. heeft gepubliceerd12 over het verdere proces ten aanzien van de algemene ontsnappingsclausule van het
Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en het in mei verwachte lentepakket van het Europees
Semester (waaronder ook de landspecifieke aanbevelingen over begrotingsbeleid van
lidstaten). De Tweede Kamer zal begin volgende week en voorafgaand aan het schriftelijk
overleg Eurogroep/Ecofinraad nader geïnformeerd worden over deze mededeling.
Tijdens de gedachtewisseling over de economische situatie zal er ook gesproken worden
over de stand van zaken met betrekking tot de Recovery and Resilience Facility (RRF).13 De meeste lidstaten zijn momenteel in gesprek met de Europese Commissie over de inhoud
van hun concept herstelplannen. Het kabinet is van mening dat het van belang blijft
dat lidstaten inzetten op het versterken van hun economie om duurzame groei en de
weerbaarheid te vergroten. De RRF, waarbij lidstaten een plan opstellen met structurele
hervormingen en investeringen die de landspecifieke aanbevelingen adresseren, kan
daar aan bijdragen.
Naar aanleiding van de toezegging van de Minister van Financiën aan het lid Sneller
tijdens het Wetgevingsoverleg over het Wetsvoorstel tot goedkeuring van het Eigenmiddelenbesluit
van de Raad van de Europese Unie met de vaste commissie voor Financiën op 23 februari
jl. is bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat nagegaan hoe andere actoren
betrokken worden bij de totstandkoming van de plannen voor het gebruik van de Europese
herstelfaciliteit. Zoals gecommuniceerd in een brief van 27 november jl.14 heeft het kabinet opdracht gegeven tot een ambtelijke verkenning naar de mogelijke
inhoud van een Nederlands herstelplan (RRP). Het kabinet hecht waarde aan de input
van stakeholders voor het Nederlandse RRP. Voor deze inventarisatie wordt daarom gebruik
gemaakt van overleg met stakeholders en bij diverse maatregelen wordt samengewerkt
om de kwaliteit van voorstellen te verbeteren. Denk hierbij aan de stichting van de
arbeid, diverse sectoren en buurlanden. De inventarisatie wordt de komende weken afgerond
zodat deze klaarligt voor besluitvorming door een nieuw kabinet.
Internationale vergaderingen – Terugkoppeling G20-vergadering van Ministers van Financiën
en Presidenten van Centrale Banken op 26 februari 2021
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Het Portugese voorzitterschap en de Europese Commissie zullen een terugkoppeling geven
over de eerste G20-vergadering van Ministers van Financiën en Presidenten van Centrale
Banken
onder het Italiaanse Voorzitterschap, die op 26 februari jl. plaatsvond. Nederland
is door Italië uitgenodigd om als gastland deel te nemen aan de G20.
Tijdens de bijeenkomst is gesproken over de stand van de mondiale economie en de gezamenlijke
uitdaging voor een duurzaam en inclusief economisch herstel na de COVID-19-crisis.
Daarnaast is stilgestaan bij de momenteel passende beleidsrespons en mogelijkheden
om met name kwetsbare landen te ondersteunen. Vervolgens hebben landen het belang
benadrukt van het bereiken van een akkoord over belastingheffing in een digitaliserende
economie. Tot slot is van gedachten gewisseld over zaken aangaande de financiële sector,
zoals de vergroening van de financiële sector. De Tweede Kamer zal op korte termijn
een uitgebreider verslag ontvangen van de bijeenkomst van 26 februari jl. Ook ontvangt
de Tweede Kamer binnenkort van de Minister van Buitenlandse Zaken een appreciatie
van het Italiaanse werkprogramma.
Internationale vergaderingen – Voorbereiding G20-vergadering van Ministers van Financiën
en Presidenten van Centrale Banken en de voorjaarsvergadering van het IMF april 2021
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal spreken over de G20-vergadering van Ministers van Financiën en Presidenten
van Centrale Banken op 7 april a.s. en over de voorjaarsvergadering van het IMF op
8 april a.s.
Naar verwachting zal op de G20-vergadering uitgebreid worden stilgestaan bij de herstelfase
van de COVID-19-crisis en hoe gecoördineerd beleid van de G20-landen daar een rol
in kan spelen. Daarnaast zal een discussie over de mogelijkheden om kwetsbare landen
te helpen een belangrijk onderwerp zijn tijdens de vergadering. Hierbij kan gedacht
worden aan een eventuele verlenging van het in 2020 overeengekomen Debt Service Suspension Initiative (DSSI) en een versterking van het mondiale financiële vangnet door een generieke
allocatie van speciale trekkingsrechten (Special Drawing Rights) door het IMF. Besluitvorming over een generieke allocatie van speciale trekkingsrechten
vindt plaats binnen het IMF.
Vanwege de COVID-19-crisis wordt de voorjaarsvergadering van het IMF, net als de vergadering
van de G20, virtueel gehouden. België vertegenwoordigt dit jaar de Nederlands-Belgische
kiesgroep in het International Monetary and Financial Committee (IMFC), het hoogste politieke orgaan waarin Ministers van Financiën en Presidenten
van Centrale Banken deelnemen. De Kamer wordt apart over deze inzet geïnformeerd door
middel van de DG-conclusies.
De EU-inzet voor de G20-vergadering zal worden afgestemd door middel van een EU Terms of Reference (EU ToR). De EU-inzet voor het IMFC zal worden uitgedrukt in de EU IMFC-verklaring
(IMFC statement). De Ecofinraad zal door het voorzitterschap worden geïnformeerd omtrent het proces
met betrekking tot de EU ToR en de IMFC-verklaring. Aangezien de volgende Ecofinraad
pas na de G20-vergadering en het IMFC plaatsvindt, zal het voorzitterschap voorstellen
dat het EFC de inzet zal vaststellen.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.