Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Van Helvert c.s. over een alternatieve locatie voor de radar in Herwijnen
27 830 Materieelprojecten
Nr. 336
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2021
Op 9 februari 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 54, Stemmingen) is de motie van het
lid Van Helvert c.s. (Kamerstuk 27 830, nr. 332) aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht de RCR-procedure in Herwijnen stop
te zetten en een alternatieve locatie voor de SMART-L radar te zoeken.
Het is mijn intentie om uitvoering te geven aan de motie. Tegelijkertijd vereist de
zorgvuldigheid dat ik meer zicht heb op de gevolgen van het stoppen van de RCR-procedure,
zodat duidelijk is hoe op andere wijze invulling zou kunnen worden gegeven aan de
bewaking van het Nederlandse luchtruim. Het is de verantwoordelijkheid van Defensie
en het kabinet om een afweging te maken tussen de motie, het nationaal veiligheidsbelang
van de bewaking van het luchtruim en een zorgvuldige inpassing in de omgeving. De
lokale en nationale belangen dienen in balans te zijn en elkaar niet onnodig te schaden.
Het onderzoeken van de juridische consequenties en de alternatieve mogelijkheden om
het luchtruim te bewaken vergt op zijn minst enkele weken tijd. Deze onderzoeken zijn
gericht op het stoppen van de RCR-procedure in Herwijnen. Mijn streven is om u in
april/mei 2021 hierover te informeren. Tot die tijd worden er geen onomkeerbare stappen
gezet.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie