Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de stand van zaken moties en toezeggingen met betrekking tot Suriname
20 361 Suriname
Nr. 194
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2021
Met deze brief reageert het kabinet op het verzoek van uw Kamer om geïnformeerd te
worden over de uitvoering van de aangenomen moties, ingediend tijdens het notaoverleg
van 28 januari jl. (Kamerstuk 20 361, nr. 192). Tevens wordt u geïnformeerd over de gedane toezeggingen tijdens het notaoverleg,
alsmede over de stand van zaken van de toegezegde technische assistentie aan Suriname.
Tot slot vindt u een toelichting op het onderwerp technische assistentie.
I Moties
Anton de Kom
Naar aanleiding van de motie van het Lid Van Ojik (Kamerstuk 20 361, nr. 189) informeert het kabinet u als volgt. Sinds het notaoverleg is contact gelegd met
de vertegenwoordiger van de familie de Kom, met het oog op het mogelijk maken van
een gesprek tussen de Minister van Buitenlandse Zaken en de nabestaanden van Anton
de Kom. Dit gesprek zal binnenkort plaatsvinden. Uw Kamer zal daarna over de invulling
van de motie worden geïnformeerd.
Archieven over de Nederlandse betrokkenheid bij Suriname in de jaren tachtig
De motie van het Lid Karabulut (Kamerstuk 20 361, nr. 190 gewijzigd en ter vervanging van Kamerstuk 20 361, nr. 185) verzoekt het kabinet de archieven over de Nederlandse betrokkenheid bij Suriname
in de jaren tachtig van de vorige eeuw vrij te geven voor onderzoek met waarborging
van de privacy. De motie verzoekt de regering daarbij om de voorwaarden van openbaarheid
van deze documenten te wijzigen, zodat informatie daarin gebruikt en openbaar gemaakt
kan worden door journalisten, onderzoekers, wetenschappers en betrokkenen.
Zoals tevens toegezegd tijdens het notaoverleg, is het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in overleg getreden met het Nationaal Archief (NA) om de beperkingen op de betreffende
dossiers opnieuw tegen het licht te houden. Daarbij zal de Archiefwet, die de regering
verplicht om bijvoorbeeld de belangen van derden en de persoonlijke levenssfeer te
beschermen, nog steeds leidend zijn. Uw Kamer zal worden geïnformeerd over de uitkomsten
van dit proces.
Documentatie die zich nog in het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
bevindt is onderhevig aan andere wet- en regelgeving. Deze documentatie is in de regel
beschikbaar voor inzage door journalisten, onderzoekers, wetenschappers en betrokkenen.
Daarvoor kan bij Buitenlandse Zaken een verzoek worden ingediend.
Culturele samenwerking
Naar aanleiding van de motie van het Lid Van den Hul (Kamerstuk 20 361, nr. 191 gewijzigd en ter vervanging van Kamerstuk 20 361, nr. 187), die het kabinet verzoekt een extra impuls te geven aan culturele samenwerking met
Suriname, inclusief de mogelijkheid tot uitwisseling van jongeren en studenten, informeert
het kabinet u als volgt. Er hebben inmiddels gesprekken over intensivering van culturele
samenwerking plaatsgevonden tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Nederlandse ambassade in Suriname, het Nationaal
Archief en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Er zijn naar verwachting mogelijkheden
de lopende samenwerking met Suriname op het gebied van culturele samenwerking uit
te breiden op het gebied van museumsamenwerking, restauratie, archivering en digitalisering
van collecties. Hierbij wordt uitdrukkelijk gekeken naar het opleiden van jongeren
en vergroten van stage- en werkervaring middels uitwisseling. Een eerste stap daartoe
is een behoeftestelling door Suriname, gekoppeld aan beschikbare capaciteit aan Surinaamse
zijde. Gesprekken hierover worden de komende periode voortgezet. Uw Kamer wordt over
de uitkomsten geïnformeerd.
Staatsbezoek
De motie van het Lid Kuzu (Kamerstuk 20 361, nr. 193 gewijzigd en ter vervanging van Kamerstuk 20 361, nr. 188) verzoekt het kabinet een staatsbezoek te brengen aan Suriname in het kader van de
46-jarige onafhankelijkheidsviering, mits de situatie omtrent de pandemie dit toestaat,
en daarbij een delegatie af te vaardigen met het staatshoofd.
De regering staat positief tegenover een intensivering van bezoeken van Suriname naar
Nederland en van Nederland naar Suriname. Sinds het aantreden van de regering Santokhi
in juli 2020, hebben meerdere bezoeken over en weer plaatsgevonden. Zo bezocht Minister
Blok op 25 november 2020 Suriname in het kader van de onafhankelijkheidsviering van
het land. De intentie is de intensivering van bezoeken de komende periode voort te
zetten. Over de planning van staatsbezoeken wordt niet publiekelijk gecommuniceerd.
II Toezeggingen
Via deze brief doet het kabinet tevens de in het notaoverleg gedane toezegging over
de stand van zaken van het Makandra-programma gestand.
Technische Assistentie (Makandra-programma)
De visie van het kabinet op de recente ontwikkelingen in Suriname en de bilaterale
relatie is uiteengezet in de Kamerbrief van 2 oktober jl. (Kamerstuk 20 361, nr. 184). Daarin is ook het voornemen medegedeeld opnieuw samen te werken met de Surinaamse
regering en deze van technische assistentie (TA) te voorzien. Binnen dit kader is
er in november 2020 een hoogambtelijke interdepartementale missie naar Suriname afgereisd
om samen met de Surinaamse autoriteiten in kaart te brengen waar de behoefte in Suriname
voor technische assistentie het grootst is. Deze conclusies zijn ondergebracht in
een Gemeenschappelijke Verklaring.
Naar aanleiding van de gedeelde wens van Nederlands en Suriname om op overheidsniveau
samen te werken, is een programma opgezet dat de beoogde TA financiert en coördineert.
Dit is het Makandra-programma; Makandra staat voor «samen optrekken» in het Sranan
Tongo. Makandra is een meerjarig (2021–2025) programma van in totaal 6 miljoen euro,
gericht op technische assistentie aan Suriname. Via het Makandra-programma geeft de
regering ook invulling aan de amendementen ingediend door het CDA en D66 tijdens de
begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken in november 2020.
De inzet van het programma is een bijdrage van Nederland, in nauw overleg met Suriname,
aan het versterken van de rechtsstaat in Suriname, het verbeteren van goed bestuur
en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het
opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische
groei.
In zijn algemeenheid zal gekeken worden naar samenwerking op bovenstaande thema’s
waarbij de prioriteiten zoals opgetekend in de Gemeenschappelijke Verklaring van de
hoogambtelijke interdepartementale missie van 4 november 2020 centraal staan. De bedoeling
is dat projecten zoveel mogelijk uitgevoerd worden door Nederlandse (semi)overheidsinstellingen
in samenwerking met Surinaamse counterparts. Wanneer dit, bijvoorbeeld om capaciteitsredenen,
niet mogelijk blijkt te zijn, kunnen andere partners worden betrokken.
Goed bestuur
Op het vlak van goed bestuur beoogt het programma een bijdrage te leveren aan de kwaliteit
en transparantie van het openbaar bestuur in Suriname op de prioritaire beleidsterreinen.
Opbouw en versterking van de rechtsstaat
Op het gebied van versterking van de rechtsstaat zal het programma zich met name richten
op ondersteuning van de Surinaamse overheid op het gebied van justitie en politie,
de rechtspraak en rechtsvervolging. Tevens zal Nederland assistentie verlenen op het
gebied van de voorwaarden waaraan Suriname moet voldoen om in aanmerking te komen
voor Europese visumliberalisering.
Capaciteitsopbouw en versterking van de economische (niet-fysieke) infrastructuur
Hier gaat het om ondersteuning van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen
waarmee de juiste kaders en randvoorwaarden worden geschapen voor duurzame ontwikkeling
en economische groei.
De uitvoerende instantie van het Makandra programma is de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO), dat veel ervaring heeft met dergelijke programma’s, bijvoorbeeld
het Shiraka-programma voor TA aan de MENA-regio. RVO is onderdeel van de rijksoverheid
en is het gehouden aan de wet- en regelgeving van het Ministerie van Financiën en
de rijksoverheid.
De verwachting is dat de eerste projecten binnen het Makandra-programma op korte termijn
ontwikkeld zullen gaan worden.
III Overig
Graag zou het kabinet van deze gelegenheid gebruik willen maken om onderstaande kwestie
nader toe te lichten.
Ten aanzien van technische assistentie benadrukt het kabinet dat er bereidheid is
dergelijke assistentie te leveren op diverse terreinen, waaronder op economisch-financieel
vlak. Er ligt echter geen rol voor Nederland om assistentie te verlenen ten behoeve
van de gesprekken tussen het IMF en Suriname over een IMF-programma.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken