Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2295
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van
22 februari 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN 22 FEBRUARI 2021
Introductie
Op maandag 22 februari 2021 vond de Raad Buitenlandse Zaken plaats. De Minister van
Buitenlandse Zaken heeft namens het kabinet deelgenomen. Onder Current Affairs sprak de Raad over Myanmar, de Hoorn van Afrika (Ethiopië, Tigray en de grens met
Soedan), het Zuidelijk Nabuurschap, de Sahel, multilateralisme, Iran, Belarus en Venezuela.
Daarnaast stonden Rusland, Hongkong en het Strategisch Kompas als volledige agendapunten
geagendeerd. Door tijdgebrek moest de bespreking van het Strategisch Kompas worden
uitgesteld. Ook hadden de leden van de Raad een virtuele uitwisseling met de recent
aangetreden Amerikaanse Secretary of State Antony Blinken.
Current Affairs
Myanmar
De Raad stond stil bij de staatsgreep door het Myanmarese leger van 1 februari jl.
en de recente demonstraties waarbij de afgelopen dagen drie doden en meerdere gewonden
vielen door gewelddadig optreden van het leger en de politie. De Raad nam Raadsconclusies
aan waarin de coup wordt veroordeeld en onder meer wordt opgeroepen tot beëindiging
van de noodtoestand, herstel van de civiele regering en onmiddellijke vrijlating van
degenen die zijn gearresteerd. De leden van de Raad uitten grote zorgen over de teloorgang
van de democratische transitie in Myanmar en riepen daarbij op tot de onmiddellijke
vrijlating van politieke gevangenen. Nederland bepleitte uitbreiding van persoonsgerichte
sancties tegen de directbetrokkenen bij de staatsgreep. Hierover bestond brede overeenstemming
en een enkele lidstaat gaf daarbij aan tevens open te staan voor het onderzoeken van
mogelijkheden om bedrijven gelieerd aan het leger te sanctioneren. Uitgangspunt blijft
om de coupplegers te raken en de gewone burgers te ontzien. Ook onderstreepten enkele
lidstaten het blijvende belang van dialoog en diplomatieke middelen om de democratie
in Myanmar te herstellen. De Hoge Vertegenwoordiger benadrukte daarbij het belang
van samenwerking met gelijkgestemde partners in de regio, primair met de ASEAN, en
stelde waar nodig aan actieve outreach te blijven doen.
De Hoorn van Afrika (Ethiopië, Tigray en de grens met Soedan)
De Finse Minister van Buitenlandse Zaken deed tijdens de Raad verslag over het bezoek
dat hij begin februari op verzoek van de Hoge Vertegenwoordiger aan Ethiopië en Soedan
bracht. De Finse Minister lichtte toe dat de humanitaire toegang tot Tigray zeer problematisch
blijft, en door de Ethiopische overheid wordt beperkt tot gebieden waar overheid controle
heeft. Tegelijkertijd zijn er voortdurende gevechten tussen gewapende milities, Eritrese
en Ethiopische troepen en de oppositie. De meeste humanitaire organisaties lukt het
daarom slechts in een klein deel van het gebied hulp te verlenen. Nederland wees op
het gesprek tussen premier Abiy en premier Rutte dat 17 februari jl. plaatsvond waarin
Nederland zorg uitsprak over de mensenrechtensituatie, opriep tot onbelemmerde humanitaire
toegang tot de Tigray regio en het belang van een vreedzame oplossing voor het conflict
onderstreepte. De Finse Minister verwees tevens naar berichten over grove mensenrechtenschendingen,
inclusief seksueel geweld, door de verschillende partijen in Ethiopië. Verscheidene
lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten het belang van sterke betrokkenheid van
de EU en de noodzaak van een nationale dialoog op korte termijn.
Het Zuidelijk Nabuurschap
De Raad stond, mede ter voorbereiding op de Europese Raad van 25 en 26 februari 2021,
stil bij de gezamenlijke mededeling «Hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap.
Een nieuwe agenda voor de Middellandse Zee» die de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger
op 9 februari jl. publiceerden. De Kabinetsappreciatie van deze mededeling ging uw
Kamer toe in de Geannoteerde Agenda van 12 februari (Kamerstuk 21 501–02, nr. 2267). HV Borrell en Commissaris Varhelyi lichtten hun voorstel voor een hernieuwde en
ambitieuze agenda ten aanzien van het Zuidelijk Nabuurschap toe, en onderstreepten
het belang van het opkomen voor gezamenlijke waarden en gedeelde belangen. Daarbij
dient enerzijds aandacht te zijn voor economisch herstel na de COVID-pandemie, onder
meer door middel van een economisch- en investeringsplan voor de regio, alsook veiligheidsvraagstukken.
Enkele lidstaten pleitten daarbij voor meer aandacht voor hybride dreigingen en irreguliere
migratie. Nederland verwelkomde de Gezamenlijke Mededeling en onderstreepte daarbij
de noodzaak voor versterkte samenwerking ten aanzien van migratie, waaronder terugkeer.
In dit kader verwelkomde Nederland de aankondiging van de HV dat op 15 maart een virtuele
gezamenlijke raad RBZ/JBZ zal plaatsvinden over de externe aspecten van migratie en
brede partnerschappen met derde landen. De Hoge Vertegenwoordiger kondigde aan dat
de RBZ van maart opnieuw zal spreken over de verdere uitwerking van de gezamenlijke
mededeling over het Zuidelijk Nabuurschap.
De Sahel
De Raad stond kort stil bij de uitkomsten van de G5 top van 16 februari jl. Nederland
sprak tijdens de G5 top waardering uit voor de constructieve samenwerking met de Sahel
regio op het gebied van veiligheid, migratie en ontwikkeling. Nederland onderstreepte
daarbij het belang van mensenrechten als onderdeel van dit brede partnerschap met
Europa. De HV wees erop dat alle deelnemers aan de top tevreden waren over de resultaten
van de militaire inzet, waaronder EU missies, van de afgelopen periode, maar dat zij
ook het belang benadrukten van een stevige en geïntegreerde civiele inzet om de regio
verder te stabiliseren. EU Commissaris voor Internationale Partnerschappen Jutta Urpilainen
stelde daarop dat dit de kern zal vormen van de herziening van de EU Sahel strategie.
Multilateralisme
De Hoge Vertegenwoordiger verwees naar de recent uitgebrachte gezamenlijke mededeling
van de Europese Commissie en EDEO van 17 februari jl. die de EU-inzet ten behoeve
van multilateralisme in een uitdagende geopolitieke context steviger vorm dient te
geven. De mededeling gaat onder meer in op EU strategische prioriteiten zoals mensenrechten,
veiligheid en duurzaam herstel, het doorvoeren van hervormingen in het VN-systeem,
en het opbouwen en verdiepen van strategische partnerschappen en allianties met regionale
organisaties en derde landen. Commissaris Urpilainen benadrukte daarbij het belang
van EU eenheid en een inclusief debat met het maatschappelijk middenveld. De HV wil
de mededeling in een aankomende Raad agenderen. Het kabinet zal uw kamer in een BNC-fiche
informeren over zijn appreciatie van de Mededeling.
Iran/JCPOA
De Raad besprak de zorgelijke ontwikkelingen in Iran met betrekking tot het Iraanse
nucleaire programma, waaronder de Iraanse aankondiging alle transparantiemaatregelen
uit het JCPOA per 23 februari 2021 te zullen opzeggen. Dit betekent dat de toegang,
inspectie en verificatie van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) aanzienlijk
worden ingeperkt, hetgeen leidt tot verminderd zicht op het Iraanse nucleaire programma.
Deze stappen volgen uit een nucleaire wet van het Iraanse parlement van december jl.
die de regering dwingt escalerende stappen te nemen ten aanzien van het nucleaire
programma zolang sanctieverlichting vanuit Amerikaanse zijde uitblijft. Verscheidene
lidstaten, waaronder Nederland, uitten grote zorgen over deze recente provocatie en
riepen Iran op zich te houden aan zijn verplichtingen onder het JCOA, inclusief het
behoud van de IAEA monitorings- en verificatieactiviteiten in Iran. Nederland alsook
andere lidstaten insisteerden daarbij op een duidelijk en eensgezinde EU boodschap
jegens Iran. Het Kabinet blijft de onverminderde inzet van de EU voor terugkeer naar
volledige implementatie van het JCPOA steunen, inclusief de inspanningen van de Hoge
Vertegenwoordiger en de E3 (Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) daartoe.
In dit kader verwelkomt het kabinet de positieve boodschap van de Amerikaanse President
Biden dat hij waarde hecht aan terugkeer naar het JCPOA, mits Iran zich weer gaat
houden aan de afspraken uit het nucleaire akkoord. Daarnaast noemde een enkele lidstaat
de verklaring van de DG van het IAEA en Iran van 21 februari jl. een stap in de goede
richting. Met deze afspraken tussen het IAEA en Iran kunnen monitorings- en verificatietaken
de komende drie maanden doorgang vinden.
Belarus
De Hoge Vertegenwoordiger gaf een korte toelichting op de stand van zaken in Belarus
en onderstreepte dat de situatie zeer zorgwekkend blijft. Een groot aantal lidstaten
veroordeelden daarbij de voortdurende repressieve maatregelen jegens het maatschappelijke
middenveld en journalisten. Zoals de Hoge Vertegenwoordiger na afloop van de RBZ aangaf
zal in dit licht gesproken worden over aanname van verdere EU-sancties. Voorts lichtte
de EU Commissaris Oliver Varhelyi de huidige EU steun aan het maatschappelijk middenveld
toe. Zoals reeds aan uw Kamer werd bericht in het verslag van de Raad Buitenlandse
Zaken van 12 oktober 2020 (Kamerstuk 21501–02, nr. 2224) wordt eerder aan Belarus gealloceerde steun zoveel mogelijk omgebogen om maximaal
ten goede komt aan het maatschappelijk middenveld en hervormingsgezinde krachten.
Venezuela
Tevens stond de Raad kort stil bij de humanitaire situatie in Venezuela. De Raad heeft
nieuwe sancties aangenomen tegen negentien personen. De uitbreiding van de sanctielijst
vindt plaats vanwege grove mensenrechtenschendingen en ondermijning van de democratie
in Venezuela en is een directe reactie op de parlementsverkiezingen van 6 december
jl. Deze verkiezingen voldeden op geen enkele wijze aan de democratische standaarden
en zijn daarom niet vrij, eerlijk of transparant verlopen. De sancties zijn enkel
gericht tegen de personen op de lijst en raken op geen enkele manier de Venezolaanse
bevolking. De sancties zijn omkeerbaar in geval van gedragsverandering en onderdeel
van een bredere strategie. Zo probeert de EU onder andere via de International Contact Group bij te dragen aan het bewerkstelligen van een geloofwaardige dialoog en toegang van
humanitaire hulp in Venezuela. Daarnaast vertrekt binnenkort een delegatie van de
Europese Civiele Bescherming en Humanitaire hulpoperaties (ECHO) naar Venezuela om
over de vaccinatiestrategie te spreken.
Rusland
De Raad sprak over de EU-Rusland relatie in den brede, inclusief de implementatie
van de vijf guiding principles die het kader vormen voor deze relatie, ter voorbereiding op de Europese Raad van
25 en 26 maart 2021. De Hoge Vertegenwoordiger bracht verslag uit van zijn bezoek
aan Moskou van 4 en 5 februari jl. en sprak zijn zorgen uit over de groeiende kloof
tussen de EU en Rusland, en de provocerende acties van Rusland. Hij benadrukte daarbij
de beperkte mogelijkheden voor constructieve samenwerking en het grote belang van
EU eenheid. Veel lidstaten onderstreepten deze boodschappen. In reactie op de arrestatie
en veroordeling van Navalny en daaropvolgend gewelddadig politieoptreden tegen demonstraten
bereikten de leden van de Raad een politiek akkoord om persoonsgerichte sancties op
te leggen tegen de betrokkenen rondom de arrestatie en veroordeling van Navalny middels
het EU mensenrechtensanctieregime. Nederland onderstreepte daarbij het belang van
spoedige aanname. Verscheidene lidstaten wezen, naast het uitoefenen van blijvende
druk op Rusland, ook op de noodzaak tot selectief engagement met de autoriteiten op
terreinen waar de EU een duidelijk belang heeft bij samenwerking met Rusland. Nederland
verwees hierbij onder meer naar de thema’s klimaat, contraterrorisme en wapenbeheersing
conform de motie Stoffer/Verhoeven. Er bestond brede consensus onder de leden van
de Raad over het belang van steun aan civil society en het intensiveren van people-to-people contacten, met name ten aanzien van de Russische jeugd. Enkele lidstaten waaronder
Nederland wezen daarbij op de mogelijkheden om Erasmus+ voor Russische studenten uit
te breiden. Tot slot onderstreepten enkele lidstaten het belang van commitment aan
het Oostelijk Partnerschap, het tegengaan van desinformatie en coördinatie met de
VS, het VK en de NAVO.
En marge van de Raad Buitenlandse Zaken sprak een aantal leden van de Raad, waaronder
de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken, op uitnodiging van Litouwen ook met
de kabinetschef van Navalny, Leonid Volkov, en de CEO van zijn anti-corruptiestichting,
Ivan Zhdanov.
Hongkong
De Raad stond stil bij de verslechterende situatie in Hongkong als gevolg van de invoering
van de Nationale Veiligheidswet voor Hongkong. Er was brede overeenstemming onder
de leden van de Raad dat de situatie een eensgezinde en krachtige EU-reactie vereist.
De Hoge Vertegenwoordiger riep daarbij op tot EU-eenheid en benadrukte het belang
van een duidelijk signaal richting zowel de autoriteiten in Hongkong als ook de centrale
autoriteiten in Peking. Verscheidene leden van de Raad, waaronder Nederland, drongen
aan op verdere implementatie van de Raadsconclusies van 24 juli 2020 en spraken steun
uit voor nieuwe Raadsconclusies met aanvullende maatregelen indien China’s Nationale
Volkscongres tijdens zijn jaarlijkse bijeenkomst in maart besluiten neemt die de democratie
en rechtsstaat in Hongkong verder ondermijnen. Nederland wees daarbij tezamen met
een aantal lidstaten op het belang van een breed afwegingskader waarbij ook de EU-Chinarelatie
wordt meegenomen. Tevens benadrukte Nederland dat de EU zich met één stem dient uit
te spreken zodra de extraterritoriale werking van de Veiligheidswet rechtstreeks aan
EU-burgers en -belangen raakt.
Uitwisseling met Secretary of State Antony Blinken
De leden van de Raad hadden een eerste onderhoud met de Amerikaanse Secretary of State (SoS) Antony Blinken. De uitwisseling vond in uitstekende sfeer plaats en zowel de Europese
als Amerikaanse zijde toonden zich enthousiast over het verder verstevigen van de
Trans-Atlantische relatie. De Hoge Vertegenwoordiger benadrukte het strategische karakter
van de Trans-Atlantische relatie en de intentie van de EU om hier als sterke en actieve
partner in op te treden. De HV erkende daarbij ook de noodzaak van een meer evenredige
lastenverdeling tussen de VS en de EU. De Hoge Vertegenwoordiger ging daarbij specifiek
in op het belang van samenwerking op het gebied van economisch herstel na de COVID-19
crisis, een ambitieuze klimaatagenda, Rusland, China, Iran, Turkije en multilateralisme.
In dit kader verwelkomden de Hoge Vertegenwoordiger en de EU lidstaten de terugkeer
van de VS naar het akkoord van Parijs, de WHO en als waarnemer bij de VN Mensenrechtenraad.
SoS Blinken onderstreepte dat de EU een zeer gewaardeerde partner is, onder meer vanwege
de gedeelde waarden zoals democratie, mensenrechten en rechtsstatelijkheid. In het
gesprek tussen de EU en SoS Blinken kwam een breed scala aan onderwerpen aan de orde
waar mogelijkheden liggen tot het verstevigen van de Trans-Atlantische samenwerking,
onder andere op het gebied van klimaat, de COVID-pandemie, China en het JCPOA.
De VS verwelkomde daarbij de mogelijkheid om nauwer samen te werken met de EU inzake
veiligheid en defensie, onder meer in het kader van het door NL geleide PESCO-project
voor militaire mobiliteit. Nederland sprak hiervoor steun uit. Nederland onderstreepte
verder het belang van het op regels gebaseerde multilaterale stelsel en sprak steun
uit voor de door de VS georganiseerde Summit for Democracy. Ook vroeg Nederland aandacht voor samenwerking op het gebied van economische veiligheid
en de rol die de Trade & Tech council hierin kan spelen, zoals voorgesteld door de
HV en de Commissie in de Gezamenlijke Mededeling «EU-US Agenda for Global Change».
Nederland en de Benelux partners uitten ten slotte de wens dat de VS de sancties tegen
het Internationaal Strafhof snel opheft.
Maritieme veiligheid Golf van Guinee
Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik uw kamer te informeren over de nieuwe
pilot gecoördineerde maritieme aanwezigheid (Coordinated Maritime Presences – CMP) in het licht van de dreigingen voor de maritieme veiligheid in de Golf van
Guinee. Het CMP-mechanisme1 heeft als doel de capaciteit van de EU als betrouwbare partner en handhaver van maritieme
veiligheid te vergroten. Het moet zorgen voor meer Europese operationele inzet en
grotere EU aanwezigheid in specifieke maritieme aandachtsgebieden. De Golf van Guinee
is aangemerkt als maritiem aandachtsgebied (Maritime Area of Interest, MAI). Nederland heeft actief bijgedragen aan de vormgeving van het nieuwe CMP-concept
en de pilot in de Golf van Guinee. Coördinatie van Europese inzet en het delen van
informatie kan de lidstaten gezamenlijk beter in staat stellen de maritieme veiligheidssituatie
te verbeteren, zonder dat daar een geheel nieuwe maritieme operatie voor wordt opgetuigd.
Het concept drijft op de vrijwillige en tijdelijke aanwezigheid van maritieme capaciteiten
van de lidstaten en opereert op basis van nationaal gedragen inzet. Op basis van de
resultaten van de pilot zal worden bezien of het CMP-concept kan worden ingezet binnen
andere gebieden die voor de EU van belang zijn.
Bijeenkomst met de aanklager van het Internationaal Strafhof
En marge van de Raad vond op uitnodiging van de Benelux een bijeenkomst plaats met
de aanklager van het Internationaal Strafhof, Fatou Bensouda. Bensouda zal in juni
2021 het stokje overdragen aan de Brit Karim Khan, die op 12 februari jl. door de
Vergadering van verdragspartijen van het Strafhof werd verkozen. Bensouda lichtte
de stand van zaken van de activiteiten van haar kantoor en de uitdagingen van het
Strafhof toe. Er werd verder onder andere gesproken over de recente uitspraak van
het Hof in de Palestijnse gebieden, de Review van het Strafhof en de sancties van de VS tegen Bensouda en een directeur binnen haar
kantoor. Nederland onderstreepte tijdens de bijeenkomst de Nederlandse steun aan het
Strafhof en bedankte Fatou Bensouda voor de uitstekende samenwerking de afgelopen
9 jaar. Samenwerking van verdragspartijen, maar ook de bredere internationale gemeenschap,
is cruciaal om gerechtigheid voor slachtoffers te bewerkstelligen, zo onderstreepte
Nederland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken