Brief regering : Rapport burgemeestersonderzoek: "Teveel van het goede? De staat van het burgemeestersambt anno 2020"
35 570 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021
Nr. 89
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2021
Hierbij doe ik u het rapport «Teveel van het goede?1 De staat van het burgemeestersambt anno 2020» toekomen. In mijn brief van 10 maart
2020 heb ik dit onderzoek naar de staat van het ambt aangekondigd in het kader van
de uitwerking van de Agenda burgemeester, en heb ik toegezegd u over de uitkomsten
van dit onderzoek te informeren.2
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek «Teveel van het goede? De staat van het burgemeestersambt anno 2020»
is een verrijking en verdieping van het laatste uitgebreide empirische onderzoek uit
2014 over de staat van het burgemeestersambt, «Majesteitelijk en Magistratelijk» en
richt zich op de vraag wat de invloed is van de bestuurlijke en maatschappelijke veranderingen
(die zich sinds het laatste onderzoek hebben voorgedaan) op de verschillende rollen
en de positie van de burgemeester.
In het licht van die veranderingen bestond behoefte aan kennisontwikkeling over de
stand van het Nederlandse burgemeestersambt anno 2020.
Het onderzoek is uitgevoerd door een onderzoeksteam van Universiteit Twente, onder
leiding van prof. dr. Marcel Boogers. De leidende vraag voor dit rapport luidde: «Wat
is de huidige staat van het burgemeestersambt?»
Uitkomsten onderzoek
Tevredenheid over het ambt
Uit het onderzoek blijkt dat hoewel het werk omvangrijker en complexer is geworden,
het werkplezier van burgemeesters nog altijd overwegend groot is en dat zij tevreden
zijn over de meeste aspecten van hun ambt.
Het onderzoek laat daarnaast zien dat ook inwoners, raadsleden en wethouders over
het algemeen positief oordelen over het functioneren van burgemeesters. Er kan geconcludeerd
worden dat het anno 2020 goed gaat met de invulling van het burgemeestersambt.
Het ambt is veeleisender geworden
Niettemin komt ook uit het onderzoek naar voren dat het burgemeestersambt zoals we
dat nu kennen steeds meer onder druk komt te staan. Het burgemeesterschap was altijd
al een veeleisende en veelzijdige baan, maar door een aantal externe ontwikkelingen
– én de daaruit voortvloeiende veranderingen binnen het ambt – is het werk omvangrijker
en complexer geworden, zeker in grotere gemeenten, aldus het onderzoek. Het betreft
dan onder meer de uitbreiding van het gemeentelijk takenpakket, de financiële druk
op gemeenten, de complexe (regionale) bestuurlijke context, fragmentatie en polarisatie
in lokale samenleving en politiek, de toename van nieuwe partijen en onervaren wethouders,
meer aandacht voor openbare orde en veiligheid en de «verveiliging» van veel gemeentelijk
beleid en meer aandacht voor integriteit en integriteitskwesties. Niet voor elke burgemeester
leidt elke ontwikkeling tot een even sterke (taak-)verzwaring, maar over de volle
breedte is het ambt aanzienlijk veeleisender geworden. Het onderzoek roept de vraag
op of het burgemeestersambt in zijn huidige vorm teveel van het goede is.
De diverse politiek-maatschappelijke en bestuurlijk-juridische ontwikkelingen zorgen
ervoor dat de spanningen, tussen de verschillende rollen die de burgemeester vervult,
groter worden. Er zou volgens de onderzoekers dan ook onder andere moeten worden ingezet
op betere ondersteuning van burgemeesters.
Aangedragen denkrichtingen voor gedachtevorming over toekomst ambt
De bovengenoemde uitkomsten van het onderzoek kunnen worden betrokken bij de verdere
uitwerking in 2021 van de Agenda burgemeester, die zich richt op het bestendigen van
de rol en positie van de burgemeester, met oog voor de ontwikkeling van het openbaar
bestuur als geheel.
Naast het beantwoorden van de onderzoeksvraag hebben de onderzoekers in het rapport
ook een aantal mogelijke denkrichtingen opgenomen om de gesignaleerde spanningen te
verlichten en het ambt in hun visie toekomstbestendig te houden.
De uitkomsten van het onderzoek, daaronder begrepen de denkrichtingen vanuit de wetenschap,
vragen om nadere gedachtevorming en zie ik, zoals ik eerder ook heb aangegeven als
onderdeel van de discussie over het lokaal bestuur als geheel.3 Het is van groot belang het geheel aan keuzes en gevolgen voor de rol en positie
van de burgemeester in samenhang te bezien.
Vervolg
De uitkomsten van het onderzoek en de oproep om zuinig te zijn op het ambt, te blijven
inzetten op ondersteuning van burgemeesters en alert te zijn op de (toebedeling van)
taken aan de burgemeester worden ook breder gesignaleerd, bijvoorbeeld in de klankbordgesprekken
met burgemeesters die de afgelopen periode vanuit mijn ministerie hebben plaatsgevonden
in het kader van de uitwerking van de Agenda burgemeester. De gesprekken worden voortgezet
in het kader van de eerder aangekondigde Agenda Versterking positie gemeenteraden4 en de uitwerking van de brief over de toekomst van het openbaar bestuur van 18 oktober
2019.5 Rode draad uit de consultaties tot nu toe is het belang van een integrale benadering
van de versterking en ondersteuning van het lokaal bestuur. De komende tijd bezie
ik daarom de uitkomsten van het onderzoek zorgvuldig, vanzelfsprekend in brede samenspraak
met (vertegenwoordigers van) het decentraal bestuur.
Een nadere, inhoudelijke beleidsreactie op de bevindingen in het onderzoeksrapport
zal worden gegeven nadat een aantal partijen in de gelegenheid is gesteld om een reactie
te geven op de inhoud van het rapport. Daartoe zal ik het rapport in ieder geval ter
consultatie voorleggen aan het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten en de kring van Commissarissen van de Koning.
Tot slot
Het onderzoek is een waardevolle aanvulling op het eerdere onderzoeksrapport «Majesteitelijk
en Magistratelijk» (Bijlage bij Kamerstuk 33 750 VII, nr. 52) en biedt een overzicht van de huidige staat van het ambt. Ik ben blij met de uitkomst
dat het werkplezier van burgemeesters nog altijd overwegend groot is. Het onderzoek
geeft ook nogmaals inzicht in de veelzijdigheid van het ambt. Deze veelzijdigheid
maakt het burgemeestersambt tot een bijzonder ambt, dat ook veeleisend kan zijn. Ik
heb grote waardering voor het vele werk dat burgemeesters doen, ook in deze coronacrisis,
en de verbindende rol die zij daarin vervullen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties