Brief regering : Humanitaire hulp en diplomatie 2021
34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland
Nr. 128
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2021
Internationale humanitaire actie blijft een onlosmakelijk onderdeel van het Nederlandse
ontwikkelingsbeleid. Instabiliteit en geweld als gevolg van (geo)politieke geschillen,
natuurrampen, klimaatverandering en uitbraken van infectieziektes leiden ertoe dat
in 2021 grote aantallen mensen in noodsituaties terecht komen. Of blijven: veel humanitaire
crises zijn immers langdurig van aard.
Nederland blijft als lid van de internationale gemeenschap op dit terrein zijn verantwoordelijkheid
nemen. Deze brief schetst hoe het Kabinet dit in 2021 beleidsmatig en financieel beoogt
vorm te geven.
1. MONDIALE PROJECTIES 2021
Het geschatte aantal mensen dat dit jaar noodhulp nodig heeft, loopt op tot minimaal
235 miljoen. Die projectie staat in het Global Humanitarian Overview 2021 (GHO)1, het raamwerk van de VN voor internationale humanitaire actie. Het GHO omvat zeven
regionale en 27 nationale appeals voor humanitaire crises: van Afghanistan tot Zuid-Soedan. De benodigde middelen om
in dit kader 165 miljoen mensen van noodhulp te voorzien, berekent de VN op USD 35
miljard.
Het GHO schetst tevens trends die het humanitaire werkveld beïnvloeden. Dat betreft
als eerste COVID-19. De pandemie had in 2020 ook op de humanitaire situatie in de
wereld een grote impact. Het leidde ertoe dat vergeleken met 2019 anderhalf keer meer
mensen noodhulp nodig hadden. De pandemie zorgde ook voor grote organisatorische uitdagingen.
Dankzij het Global Humanitarian Response Plan
for COVID-19 van de VN, extra financiering daarvoor, en de inzet van internationale én local responders kon in lopende en nieuwe humanitaire operaties evenwel worden gewerkt aan bestrijding
en indamming van het virus en aan het dempen van de gevolgen ervan. Nederland droeg
in dit kader extra bij vanuit het bredere steunpakket voor de internationale aanpak
van de effecten van de pandemie2. De VN heeft voor 2021 de COVID-19-respons geïncorporeerd in de plannen voor de bredere
humanitaire respons.
Andere humanitaire uitdagingen die het GHO schetst, zijn het steeds intenser worden
van politieke conflicten waardoor burgers zwaarder worden geraakt; het groeiende aantal
mensen dat binnen eigen land op de vlucht is; de gestage toename van honger en voedselonzekerheid;
de effecten van extreem weer als gevolg van klimaatverandering; en besmettelijke ziekten
als Ebola.
COVID-19 maakte ook extra duidelijk dat het humanitaire systeem een aantal zwakke
plekken kent. Dat deed de discussie over de aanpak ervan versnellen. Het betreft onder
meer het vigerende financieringsmodel en de zogenoemde funding gap (de noden groeien, maar de financiering groeit onvoldoende mee en rust bovendien
teveel op een beperkt aantal donoren), effectiviteit en efficiëntie in de hulppraktijk,
en het belang meer ruimte en stem te geven aan lokale en nationale actoren. Blijvende
internationale zorgen zijn er verder over de politisering van noodhulp, de schending
en ondermijning van het internationaal humanitair recht, en de krimpende manoeuvreerruimte
van hulporganisaties door beleid gericht op contra-terrorisme.
Het GHO noemt als positieve trends de mobiliserende rol van jongeren, de samenwerking
en afstemming tussen noodhulp-, ontwikkelingsactiviteiten en vredesopbouw, en de mogelijkheden
van grotere internettoegang en innovatieve data-technologie. Bij dit laatste is een
scherp oog voor de privacy-aspecten van belang.
2. BELEID IN EEN NOTENDOP
Als het gaat om humanitaire actie werkt Nederland – in lijn met de nota «Mensen Eerst!»
(2019)3 – langs twee samenhangende sporen:
• noodhulpverlening mogelijk maken; en
• politieke, diplomatieke en beleidsmatige initiatieven.
Noodhulpverlening mogelijk maken
Om noodhulp mogelijk te maken, financiert Nederland voorspelbaar en zonder te «oormerken»
het werk van humanitaire VN-organisaties en -fondsen, van de internationale beweging
van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan en van de Dutch Relief Alliance.
Nederland kiest in dit verband expliciet voor meerjarige en flexibel in te zetten financiering. Partners beschikken zo tijdig
over middelen die ze snel kunnen inzetten, daar waar de nood het hoogst is. Het leeuwendeel
van het noodhulpbudget is daarom ook niet thematisch of geografisch opgeknipt of gekoppeld.
Politieke, diplomatieke en beleidsmatige initiatieven
Omdat humanitaire actie niet alleen over geld gaat, ontplooit Nederland ook activiteiten
die erop zijn gericht:
○ dat hulpverlening gebeurt in overeenstemming met het zogenoemde «humanitair imperatief»
(het recht op het ontvangen van levensreddende hulp en het bieden daarvan) én volgens
de principes van menselijkheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en neutraliteit;
○ dat bij conflicten het humanitaire recht wordt nageleefd, inclusief het recht op bescherming
en de plicht tot het verlenen van humanitaire toegang; en
○ dat hulpverlening effectief en efficiënt gebeurt, met goed onderbouwde prioriteitstelling,
transparant, rekening houdend met de lokale situatie en met een stem van de mensen
om wie het gaat.
Relevant is in dit verband dat Nederland als lidstaat ook bijdraagt aan de humanitaire
hulp en diplomatie van de Europese Unie. ECHO – de noodhulporganisatie van de EU –
is met een groot budget en haar internationale netwerk een belangrijke speler in het
humanitaire systeem.
3. BELEIDSUITVOERING IN 2021
Financiering
Het budget voor humanitaire hulp en diplomatie is voor 2021 vastgesteld op EUR 375
miljoen. Daarmee steunt Nederland noodhulporganisaties, zodat levens worden gered
en lijden wordt verlicht, alsmede activiteiten gericht op verbetering van de randvoorwaarden
van humanitaire actie.
Algemene bijdragen
In het kader van meerjarige afspraken financiert Nederland de activiteiten van het
Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) en het door OCHA beheerde UN Central Emergency Response Fund (CERF), het VN-Kinderfonds UNICEF, de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR, de VN-organisatie
UNRWA, het Wereldvoedselprogramma WFP, het Contingency Fund for Emergencies (CFE) van de Wereldgezondheidsorganisatie, het door UNICEF beheerde onderwijsfonds
Education Cannot Wait, en de internationale beweging van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan.
Crisis-specifieke bijdragen
Voor het lenigen van noden in een aantal specifieke crises steunt Nederland VN-fondsen
op landenniveau via zogenoemde Country-Based Pooled Funds en via de Dutch Relief Alliance DRA. In 2021 draagt Nederland zo bij aan het verlichten van de noden van mensen in
o.a. de Democratische Republiek Congo, Jemen, Soedan, Somalië, Syrië en Zuid-Soedan.
Gezien de verslechterende humanitaire vooruitzichten in de Sahel zullen naast de algemene
bijdragen via Rode Kruis en VN, eventuele middelen die in 2021 vrijkomen ten goede
komen aan noodhulp in deze regio.
Om te kunnen reageren op acute crises kunnen de DRA en het Nederlandse Rode Kruis
(NRK) een beroep doen op zogenoemde «blokallocaties». Besluitvorming daarvoor vindt
plaats via versnelde procedures. De afspraken met het NRK bieden ook ruimte voor de
inzet in langerlopende crises van experts op het terrein van water, sanitatie en gezondheid.
Steun aan het START Network dat bestaat uit 55 nationale en internationale NGO’s, maakt snelle, kleinschalige
financiering bij ondergefinancierde kleine en middelgrote crises mogelijk.
Met het oog op acute crises houdt Nederland gedurende het jaar ook een reserve aan.
Het grootste deel (EUR 15 miljoen) betreft ODA-middelen bedoeld voor noodhulp bij
crises in landen die volgens OESO/DAC worden gerekend tot «ontwikkelingslanden». Een
kleiner deel (EUR 1 miljoen) betreft non-ODA-middelen die kunnen worden ingezet voor
noodhulp in andere landen en regio’s. Het budget van deze laatste optie is voor 2021
uitgeput. De middelen zijn aan het begin van het jaar aangewend in reactie op moties
van uw Kamer om middelen ter beschikking te stellen voor hulp aan de opvang van vluchtelingen
en migranten in Griekenland. Uw Kamer is daarover per brief geïnformeerd (Kamerstuk
19 637, nr. 2697).
Voor respons bij acute crises zet Nederland ook kennis en expertise in. Water- en
sanitatie-experts worden uitgezonden via de Dutch Surge Support Water (DSS Water), experts op het gebied van geestelijke gezondheidszorg via het Dutch Surge Support MHPSS. In 2020 werden vanuit deze faciliteiten waterexperts ingezet voor crises in onder
andere Kameroen, Mali, Oeganda en Niger, en MHPSS-experts in Armenië, Burkina Faso,
DR Congo, Ethiopië, Jemen en Libanon. Op verzoek stelt Nederland ook – zoals in 2020
na de grote explosie in Beiroet – specialistische teams als het Urban Search & Rescue Team (USAR) beschikbaar.
Thematische bijdragen
Om beleidsmatige initiatieven mogelijk te maken en om de randvoorwaarden van humanitaire
actie te verbeteren, financiert Nederland verder diverse thematische activiteiten.
Dit betreft de activiteiten van het Centre for Humanitarian Data van OCHA in Den Haag; programma’s gericht op innovatie in het humanitaire domein;
training van hulpverleners en diplomaten gericht op het realiseren van humanitaire
toegang; advisering over de veiligheid van hulpverleners; activiteiten in het kader
van Nederlandse initiatieven op het terrein van MHPSS-diensten, accountability en het tegengaan van het inzetten van honger als oorlogswapen; en activiteiten gericht
op kennisontwikkeling.
De verdeling van de beschikbare financiële middelen is op hoofdlijnen als volgt:
FINANCIËLE INZET 2021
EUR mln
1. Algemene bijdragen
205
2. Bijdragen voor specifieke crises, incl. reserves voor acute crises (ODA en non-ODA)
en technische assistentie (in-kind)
139
3. Thematische en overige bijdragen
31
Totaal
375
Voor de uitwerking van deze inzet verwijs ik u naar de bijlage.
Diplomatie en beleid
In 2021 blijft crisis-gerelateerde diplomatie een essentieel onderdeel van het humanitaire
beleid. De nadruk ligt daar op de inzet – in bilateraal, VN- en EU-verband – van politieke
en diplomatieke middelen voor het bewerkstelligen van bescherming van burgers en ongehinderde
toegang van hulp, en op eerbiediging van het internationale humanitaire recht, waaronder
het uitbannen van uithongering als oorlogswapen. Nederland zal zich in dit verband
in ieder geval richten op ontwikkelingen in Jemen, Syrië, de Hoorn van Afrika en de
Sahel.
Nederland blijft ook investeren in effectiviteit en efficiëntie binnen het humanitaire
systeem. Met de internationale afspraken daarover als leidraad – de zogenoemde «Grand Bargain» – werkt Nederland aan betere kwaliteit en flexibiliteit van de internationale noodhulp,
aan betere internationale afstemming, en aan het delen van risico’s. Dit laatste is
belangrijk om de rol van lokale hulpactoren – gouvernementeel én non-gouvernementeel
– te versterken.
Andere thema’s blijven het integreren van geestelijke gezondheid en psychosociale
steun (MHPSS) in de internationale noodhulprespons en het tegengaan van grensoverschrijdend
gedrag in de internationale hulpverlening. Het is van belang dat slachtoffers hun
verhaal kunnen doen en hun gelijk kunnen halen. Bescherming en empowerment van vrouwen
en meisjes en andere kwetsbare groepen is binnen alle activiteiten een aandachtspunt.
Aandacht zal ook uitgaan naar klimaatverandering als driver van humanitaire crises en de mogelijkheden hierop te anticiperen, meer te doen aan
preventie en versterking van de veerkracht van de kwetsbaarste mensen en gebieden,
en noodhulp en ontwikkelingssamenwerking dichter bij elkaar te brengen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
BIJLAGE: FINANCIËLE INZET 2021 – UITGEWERKT
FINANCIËLE INZET 2021
EUR mln
1. Algemene bijdragen
205
2. Bijdragen voor specifieke crises, incl. reserves voor acute crises (ODA en non-ODA)
en technische assistentie (in-kind)
139
3. Thematische bijdragen
31
Totaal
375
1. ALGEMENE BIJDRAGEN 2021
EUR mln
CERF
55
UNOCHA
7
UNICEF
17
UNHCR
33
UNRWA
13
WFP
36
WHO/CFE
1
Education Cannot Wait
2
ICRC/IFRC (internationale Rode-Kruisbeweging)
41
Totaal
205
2. CRISIS-SPECIFIEKE BIJDRAGEN 2021
Totaal
Eur mln
Waarvan direct uit BHOS (via CBPF’s)
Waarvan via DRA
CAR
4
4
DRC
11
6
5
Jemen
18
12
6
Nigeria
4
4
Soedan
10
6
4
Somalië
13
7
6
Syrië
19
13
6
Zuid-Soedan
13
8
5
Sahel
PM
Reserve acute crises ODA
15
Reserve acute crises non-ODA
1
DRA – overig (blokallocatie)
15
15
NRK – blokallocatie
12
START Network
4
Totaal
139
52
55
3. THEMATISCHE EN OVERIGE BIJDRAGEN
EUR mln
Bijdragen om beleidsmatige initiatieven mogelijk te maken en om de randvoorwaarden
van humanitaire actie te verbeteren.
311
X Noot
1
In dit bedrag is rekening gehouden met het amendement Bouali c.s. dd 2 december 2020
(Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 11).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.