Brief regering : Evaluatie Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS)
28 140 Evaluatie orgaandonatie
Nr. 111
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2021
In de afgelopen jaren is veel veranderd in de orgaan- en weefselketen. De nieuwe donorwet
geldt vanaf 1 juli 2020, waardoor alle mensen boven 18 jaar in Nederland in het donorregister
komen te staan. Financiering van de uitname van postmortale organen en weefsels is
structureel geborgd via een beschikbaarheidsbijdrage. De weefseluitname is via een
aanbesteding belegd bij de stichting Weefsel Uitname Organisatie Nederland (WUON).
En weefselbanken ontvangen sinds 2019 een vergoeding van de zorgaanbieders voor de
weefsels die zij leveren voor transplantatie, in plaats van de eerdere begrotingsfinanciering
via de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS). Vanaf januari 2021 financiert VWS
het merendeel van de begroting van de NTS via een instellingssubsidie, waaronder haar
wettelijke taken als Orgaancentrum volgens de Wet op de orgaandonatie (WOD)1.
Ik vind het belangrijk dat VWS en NTS samen werken aan het continu verbeteren van
de orgaan- en weefselketen en dat dat het hoofddoel is. Hierin heeft de NTS als Zelfstandig
Bestuursorgaan (ZBO) en Orgaancentrum een belangrijke en onafhankelijke positie. Conform
de afspraak tussen VWS en de NTS vindt elke 5 jaar een evaluatie van de NTS plaats.
De evaluatie heeft in de tweede helft van 2020 plaatsgevonden en het eindrapport is
begin dit jaar opgeleverd door Twynstra Gudde. Tijdens de evaluatie is onderzocht
in hoeverre de NTS haar taken en activiteiten doelmatig en doeltreffend uitvoert binnen
het complexe speelveld van de orgaan- en weefselketen. Ook de governance van de NTS
en aansturing vanuit VWS maakten deel uit van de evaluatie. Met deze brief zend ik
u het eindrapport en mijn reactie daarop2.
De evaluatie concludeert dat NTS haar wettelijke taken als Orgaancentrum adequaat
en doeltreffend uitvoert. De NTS is een bevlogen en betrokken organisatie. De samenwerking
met Eurotransplant verloopt goed en de organisatie is sinds de vorige evaluatie verder
geprofessionaliseerd.
De evaluatie doet vijf concrete aanbevelingen. Hieronder licht ik deze toe, alsmede
de acties die ik zal ondernemen naar aanleiding van iedere aanbeveling.
1. Zorg voor helderheid over opdracht, verantwoordelijkheden, rollen en taken.
De onderzoekers constateren dat het onvoldoende duidelijk is wat de precieze taken,
rollen en verantwoordelijkheden van de NTS en van VWS zijn. Wettelijke en niet-wettelijke
rollen lopen soms in elkaar over. De regierol is onvoldoende uitgewerkt, wat ook in
de vorige evaluatie is geconstateerd.
Dit beeld en de behoefte tot verduidelijking herken ik. Duidelijkheid is niet alleen
van belang voor VWS en de NTS, maar ook voor de veldpartijen. Ik werk samen met de
NTS een concreet overzicht uit van alle taken die de NTS nu uitvoert, daarbij expliciet
benoemd of deze wettelijke, niet-wettelijke of aanvullende taken zijn. Op basis daarvan zal ik per taak met de NTS bespreken
of de NTS de juiste partij is om deze taken uit te voeren en zo ja, welke rol en verantwoordelijk
de NTS als ZBO en opdrachtnemer hierin heeft ten opzichte van VWS en veldpartijen.
Hierdoor zal ook duidelijk worden of de wettelijke taken voldoende helder zijn gedefinieerd
en afgebakend, of dat hier nadere uitleg nodig is.
2. Verstevig het opdrachtgever- en opdrachtnemerschap.
Het evaluatierapport constateert dat de opdrachtformulering vanuit VWS in de afgelopen
jaren is verbeterd. Wel kunnen de gewenste resultaten en prestatie-indicatoren nog
scherper worden geformuleerd. De opdrachtverlening van VWS aan de NTS moet duidelijkheid
bieden over de opdracht, de relatie tussen VWS en NTS, afspraken over onvoorziene
ontwikkelingen, en uitwisseling van informatie.
Ook dit beeld herken ik, en ik neem het advies over om het opdrachtgeverschap verder
te versterken. De taken die de NTS uitvoert, zowel wettelijk als niet-wettelijk, en
de gewenste resultaten zullen door VWS in overleg met de NTS strakker worden geformuleerd.
Ten aanzien van data en informatie over de orgaan- en weefselketen zal explicieter
worden gemaakt welke informatie en duiding van de NTS wordt gevraagd. De verwachtingen
van VWS ten aanzien van de algemene adviserende rol van NTS, als input voor het VWS-beleid,
zullen nader worden gepreciseerd en aanpassingen zullen worden vastgelegd in het relatiestatuut
tussen VWS en NTS.
3. Bepaal of en wanneer NTS een regierol heeft en versterk deze.
Deze aanbeveling sluit aan op aanbeveling 1 over de taken, rollen en verantwoordelijkheden
van de NTS. Het evaluatierapport constateert hierbij dat een regierol niet zozeer
gaat om inhoudelijke expertise, maar om gezag, vertrouwen en het sturen op verschillende
belangen en het proces. In gezamenlijk overleg en door consultatie met veldpartijen
moet hier snel duidelijkheid over komen. Waar de regierol van de NTS-versterking behoeft, zal conform de aanbeveling ingezet worden op de competenties die
de organisatie nodig heeft om de regierol te vervullen. VWS zal de NTS hierbij ondersteunen.
4. Organiseer periodiek overleg met stakeholders.
Ik vind dit een belangrijke aanbeveling en voer deze in de praktijk ook al uit. Om
beleid te maken en goed uit te kunnen voeren is goed overleg met en draagvlak van
veldpartijen nodig. In de afgelopen maanden zijn voorbereidingen getroffen om een
Landelijk Overleg Donatie in te stellen, waar alle stakeholders die betrokken zijn
bij donatie en transplantatie bij elkaar worden gebracht. NTS is daarbij een van de
stakeholders. In dit bestuurlijke overleg, onder een onafhankelijke voorzitter, kunnen
onderwerpen die van belang zijn voor de keten worden geagendeerd en afspraken gemonitord.
Het Landelijk Overleg Donatie wordt door VWS georganiseerd en secretarieel ondersteund.
5. Kom tot advies toekomst NTS middellange termijn.
Tot slot adviseert Twynstra Gudde om onderzoek te doen naar de toekomstige organisatie
van de NTS: wat voor organisatie past bij de ontwikkelingen en bij de wensen en behoeften
van VWS en het veld, en welke partijen zijn het beste in staat om bepaalde taken uit
te voeren. Dit hangt nauw samen met aanbeveling 1 en de acties die daaruit voortkomen.
Ik zal daarom samen met de NTS eerst aanbeveling 1 uitvoeren, om daarna het advies
over de toekomstige organisatie van de NTS op te pakken.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Indieners
-
Indiener
T. van Ark, minister voor Medische Zorg