Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake Reactie op voorstel voor een besluit van de raad over de toevoeging van een stof aan tabel I bij het Verdrag van de VN tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen
26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties
Nr. 191 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2021
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van
19 februari 2020 heeft de commissie verzocht de Kamer een reactie te doen toekomen
op het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie
tijdens de 63e zitting van de Commissie Verdovende Middelen in te nemen standpunt over de toevoeging
van een stof aan tabel I bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel
in verdovende middelen en psychotrope stoffen. Door middel van deze brief geef ik
hier een reactie op. Daarnaast koppel ik ook graag een aantal andere uitkomsten terug
van deze 63e bijeenkomst van de Commissie Verdovende Middelen (CND: Commission on Narcotic Drugs)
van de Verenigde Naties (VN).
Van 2 tot 6 maart 2020 vond de 63e bijeenkomst plaats van de CND te Wenen. Voor het verslag van deze bijeenkomst verwijs
ik u naar bijlage 1.1 Drie punten licht ik graag nader toe:
Uitkomst stemming over toevoeging stof tabel I VN Verdrag tegen de sluikhandel in
verdovende middelen en psychotrope stoffen
De CND heeft tijdens haar 63e bijeenkomst gestemd over het toevoegen van een stof aan tabel I bij het Verdrag van
de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Het ging om de stof methyl alpha-phenylacetoacetate (MAPA). Volgens de beoordeling
van de International Narcotics Control Board (INCB) wordt MAPA vaak gebruikt bij de
illegale vervaardiging van amfetamine en methamfetamine. Door MAPA op te nemen in
de lijst van geregistreerde stoffen in de tabellen bij het verdrag worden landen verplicht
om maatregelen te treffen om de legale handel in MAPA te controleren en te monitoren.
Dat is van essentieel belang om misbruik te voorkomen. In lijn met zowel het Nederlandse
standpunt als het standpunt van de EU, zoals vastgelegd een Besluit van de Raad2, was de uitkomst van de stemming dat deze stof wordt toegevoegd aan tabel I bij het
Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope
stoffen.
Stemmingen over aanbevelingen WHO nieuwe psychoactieve stoffen en cannabis
Ik informeer u graag over de uitkomst van de stemmingen in de CND betreffende aanbevelingen
van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aangaande cannabis en het toevoegen van
nieuwe psychoactieve stoffen aan de internationale lijsten met verboden stoffen.
Tijdens de CND is gestemd over aanbevelingen van de WHO voor het toevoegen van twaalf
nieuwe psychoactieve stoffen aan de lijsten bij de verdragen. Het betreft onder andere
een aantal fentanyl-achtige stoffen (opioïden), benzodiazepinen, synthetische cannabinoïden
en cathinonen.
Nederland en de EU waren voorstander van deze aanbevelingen en de CND heeft alle aanbevelingen
unaniem aangenomen.
Zoals in de voorgaande brief aangegeven, lagen de zes aanbevelingen over de herschikking
van het controleregime op cannabis en cannabis-gerelateerde stoffen bij sommige leden
van de CND bijzonder gevoelig. Bij meerdere leden van de CND waren er bovendien inhoudelijke
vragen over de reikwijdte van aanbevelingen. Kort voor de start van de CND werd de
behandeling van de aanbevelingen daarom uitgesteld tot december 2020.
Op 2 december 2020 heeft de CND gestemd over de zes aanbevelingen. De eerste aanbeveling
werd nipt aangenomen, de overige vijf zijn verworpen. Aanname van de eerste aanbeveling
betekent dat cannabis wordt geschrapt van lijst IV van het Verdrag van 1961 inzake
verdovende middelen, die stoffen bevat die zeer verslavend zijn en zelden medisch
worden toegepast. De schrapping brengt de lijsten meer in lijn met de wetenschappelijke
ontwikkelingen sinds cannabis voor het eerst in het Verdrag inzake verdovende middelen
werden opgenomen. Het schrappen van cannabis van lijst IV kan gunstig zijn voor het
bevorderen van de collectieve kennis over het therapeutische nut van cannabis en kan
het doen van wetenschappelijk onderzoek vergemakkelijken. Deze schrapping leidt niet
tot een wijziging van het internationale controleniveau van cannabis. Cannabis blijft
namelijk op lijst I van het Verdrag staan. Het schrappen van cannabis van lijst IV
leidt niet tot aanpassing van de huidige wetgeving in Nederland en zal ook geen invloed
hebben op het experiment met een gesloten coffeeshopketen.
De overige vijf aanbevelingen die zijn verworpen, betreffen herschikking binnen de
lijsten van de verdragen van cannabis-gerelateerde stoffen THC, CBD, farmaceutische
preparaten met THC, en een aanpassing in terminologie. Veel landen hadden nog vragen
bij deze aanbevelingen, bijvoorbeeld ten aanzien van de controlelast of juridische
onduidelijkheid, en konden daarom niet voor stemmen.
De EU heeft zijn positie over de aanbevelingen op 23 november jl. vastgelegd in een
Raadsbesluit.3 De EU-lidstaten die lid zijn van de CND stemden conform het Raadsbesluit in met de
eerste vier aanbevelingen. De EU kon niet instemmen met de aanbevelingen over CBD
en farmaceutische preparaten, gezien de onduidelijkheid over de juridische gevolgen
en mogelijke regelgevingslasten.
Resolutie geïnitieerd door Nederland
De EU heeft, op initiatief van Nederland, tijdens de CND een resolutie ingediend:
«Promoting and improving the collection and analysis of reliable and comparable data
to strengthen balanced, integrated, comprehensive, multidisciplinary and scientific
evidence-based responses to the world drug problem». De resolutie roept op tot het ontwikkelen van standaarden voor dataverzameling en
gerichte capaciteitsopbouw om landen te ondersteunen in het verzamelen van data en
monitoren van hun beleid. Nederland beoogde met deze resolutie het werk gerelateerd
aan drugs van de VN en haar lidstaten te versterken door het verbeteren van dataverzameling,
het uitvoeren van meer onderzoek en evaluatie en het uitwisselen van resultaten en
ervaringen. Zo ontstaat een beter beeld van het mondiale drugsprobleem en kunnen beleidsmaatregelen
op basis daarvan effectiever worden. De onderhandelingen over de resolutie verliepen
in constructieve sfeer. De ontwerptekst werd breed gesteund en kon op co-sponsorschap
rekenen van onder meer Rusland en de VS. De resolutie werd tijdens de CND-bijeenkomst
in maart met consensus aangenomen.
64e bijeenkomst CND
De 64e bijeenkomst van de CND zal in de week van 12 april 2021 worden gehouden, waarschijnlijk
in hybride format met fysieke aanwezigheid van de diplomaten in Wenen en met online
deelname vanuit de hoofdsteden.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg