Brief regering : Voortgangsbrief aanpak online seksueel kindermisbruik en zeden
31 015 Kindermishandeling
Nr. 223
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2021
Vanaf januari 2018 heb ik mij hard gemaakt voor een versterkte en brede bestrijding
van online seksueel kindermisbruik. Op programmatische wijze heb ik verschillende
projecten in gang gezet om deze vreselijke vorm van criminaliteit stap voor stap aan
te pakken, gezamenlijk met maatschappelijke organisaties, private partijen, politie,
Openbaar Ministerie (OM) en andere ministeries. Deze brede aanpak past bij dit hardnekkige
maatschappelijke probleem van online seksueel kindermisbruik, omdat strafrechtelijk
handelen alleen niet meer volstaat. In voorliggende voortgangsbrief rapporteer ik
over de projecten die afgelopen maanden tot resultaat hebben geleid, projecten gericht
op preventie en een schoner internet. Daarnaast bericht ik u over andere zedenonderwerpen,
zoals het Wetsvoorstel seksuele misdrijven. Ook zal ik een aantal toezeggingen behandelen.
Online seksueel weerbaar
De digitale wereld speelt een grote rol in het onderlinge contact tussen minderjarigen,
ook op het gebied van seksualiteit. Dit maakt dat het vervaardigen, delen en verkrijgen
van kinderpornografisch materiaal door minderjarigen gemakkelijk is, terwijl minderjarigen
de risico’s daarvan lang niet altijd overzien. Daarom heb ik een lesprogramma en een
wegwijzer laten ontwikkelen.
Lesprogramma voor kinderen over online risico’s
Samen met Rutgers en uitgeverij Young & Connected heb ik een lesprogramma laten maken
voor kinderen in de leeftijd 8 tot 12 jaar. Rond deze leeftijd krijgen kinderen vaak
hun eerste smartphone en kunnen zij ongevraagd geconfronteerd worden met kinderporno
of grooming. Sinds oktober 2020 kunnen docenten in het basisonderwijs gebruik maken
van digibordlessen over seksueel gedrag online. Op 29 oktober 2020 heb ik een les
bijgewoond op basisschool De Vlinderboom in Loon op Zand, waarin het thema online
seksueel gedrag centraal stond. Met vroegtijdige voorlichting dragen docenten bij
aan de bewustwording van online risico’s en het versterken van de seksuele weerbaarheid
van kinderen. Bijpassend voorlichtingsmateriaal is bij veel basisscholen en ouders
bezorgd via de educatieve tijdschriften Kidsweek en Samsam.
Wegwijzer «Seksualiteit Online»
Er is zowel lokaal als landelijk een groot aanbod van programma’s gericht op seksualiteit
online. Uit gesprekken met professionals bleek een behoefte aan overzicht op alle
programma’s en best practices. Daarom heb ik de wegwijzer «Seksualiteit Online» laten
maken, inclusief een bijbehorend netwerk om ervaringen en kennis uit te wisselen.
De wegwijzer is ontwikkeld in samenwerking met Halt, Stichting School en Veiligheid,
Rutgers, Expertisebureau Meldpunt Kindermisbruik (EOKM) en de ministeries van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport. Het Centrum voor
Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) heeft dit proces ondersteund. De wegwijzer
geeft een duidelijk overzicht van alle preventieve en curatieve programma’s en van
betrokken experts uit de strafrechtketen, het onderwijs, de zorg, en kenniscentra.
Zo kunnen inzichten, ervaringen en praktijkvoorbeelden rondom de aanpak van online
ongewenst seksueel gedrag blijvend worden uitgewisseld. Ook helpt de wegwijzer scholen
bij incidenten, bij het ontwikkelen van beleid en bij keuzes voor beschikbare lesprogramma’s.
In november 2020 zijn de wegwijzers verspreid via de kanalen van bovengenoemde samenwerkingspartners,
waaronder alle «Gezonde School Adviseurs» van de GGD.
HashCheckService
In mijn voorgaande brieven aan uw Kamer1 noemde ik de toename van het aantal checks van de HashCheckService. Om de effectiviteit
van de HashCheckService te kunnen bepalen, heb ik aan het EOKM gevraagd in 2021 een
«check op de hashcheck» te laten bouwen. Deze beoogde nieuwe techniek moet volautomatisch
inzicht gaan geven of een bedrijf accuraat opvolging geeft aan een hit van de HashCheckService.
Verder heb ik tijdens het AO Cybersecurity (9 december 2020) aan Kamerlid Van Dam
(CDA) toegezegd om de Kamer te informeren of de HashCheckService in staat is om een
foto met aanpassingen nog te detecteren. De HashCheckService is recent uitgebreid
met de techniek van Photo-DNA, wat betekent dat ook foto’s met een aanpassing kunnen
worden gedetecteerd. De HashCheckService is nog maar een paar maanden werkzaam, deze
aanvullende Photo-DNA techniek zal naar verwachting in de loop van 2021 worden toegepast.
Innovatief meldingenverwerkingssysteem
Afgelopen jaar heeft het meldpunt Kinderporno van het EOKM een innovatief meldingenverwerkingssysteem
genaamd SCART geïmplementeerd, dat zorgt voor een meer automatische verwerking van
meldingen. Het systeem verwerkt meldingen over kinderpornografische afbeeldingen sneller,
het ontlast medewerkers en sluit beter aan op bedrijven die de meldingen krijgen.
Het systeem SCART betreft een zogenaamd «open-source systeem», wat betekent dat ook
andere meldpunten hier gebruik van kunnen maken.
Internationaal
Het is van groot belang dat Europa samenwerkt in de bestrijding van online seksueel
kindermisbruik, omdat internet zich niet aan landgrenzen houdt. Het stevige optreden
van Nederland tegen het hosten van kinderpornografisch materiaal mag niet tot gevolg
hebben dat het materiaal verschuift naar andere landen. Ik zal daarom middels een
brief aan de Europese Commissie voorstellen de HashCheckService ook voor andere lidstaten
beschikbaar te stellen, zodat afbeeldingen ook daar kunnen worden gedetecteerd en
verwijderd. In voornoemde brief wil ik tevens alle Meldpunten uit andere lidstaten
uitnodigen om te kijken of het bovengenoemde nieuwe meldingenverwerkingssysteem SCART
ook voor hun Meldpunten geschikt zou zijn. Met de inzet van de HashCheckSerive en
SCART wil ik bereiken dat Nederland op een concrete wijze kan bijdragen aan een schoner
internet, ook buiten onze landsgrenzen.
Autoriteit
Op 20 november 2020 berichtte ik u over mijn voornemen een nieuwe Autoriteit op te
richten, die met een bestuursrechtelijk handhavingsinstrumentarium internetbedrijven
dwingt om ook de laatste openstaande meldingen van dit type beeldmateriaal accuraat
weg te werken.2 Ik zal hiervoor een conceptwetsvoorstel in internetconsultatie geven. Stapsgewijs
werk ik zo toe naar een sluitend systeem van zowel zelfregulering als overheidsregulering
voor internetbedrijven, met het strafrecht als ultimum remedium. Een nadere uitleg
over de Autoriteit en haar beoogde activiteiten volgt in reactie op uw vragen hierover
uit het «Inbreng verslag van een schriftelijk overleg».3
Monitor
Op 8 oktober 2020 heb ik u bericht over de «CSAM hosting monitor» van de Technische
Universiteit Delft4, waarin namen en prestaties van bedrijven staan die meldingen van kinderporno krijgen.
Ik ben met de universiteit in gesprek om deze monitor de komende twee jaar te blijven
uitvoeren, zodat bedrijven in beeld blijven. Daarbij heb ik ook gevraagd om de monitor
zo in te richten, dat deze naadloos kan worden overgenomen en toegepast door de beoogde
Autoriteit. Daarmee wil ik borgen dat het hosten van kinderporno door bedrijven in
Nederland ook op de lange termijn nooit meer ongezien zal zijn.
Pedohandboek
Zoals ik uw Kamer heb aangekondigd in mijn brief van 7 juli 20205, heeft de afgelopen tijd uitwerking plaatsgevonden van de in uw Kamer aangenomen
gewijzigde motie van Kamerlid Van Wijngaarden (VVD) tot strafbaarstelling van het
«pedohandboek» (Kamerstuk 31 015, nr. 190). In juli 2020 is een wetsvoorstel hiertoe in (internet)consultatie gegaan. Het wetsvoorstel
stelt een vrij breed scala aan voorbereidingshandelingen met het oog op het plegen
van seksueel misbruik van een kind zelfstandig strafbaar. Hieronder vallen gedragingen
als het (online) verspreiden, verwerven of in bezit hebben van «instructief materiaal
tot het plegen van kindermisbruik». Hierop komt een gevangenisstraf van maximaal vier
jaar te staan. De consultatietermijn is september 2020 gesloten. Het streven is het
wetsvoorstel in de eerste helft van 2021 in te dienen bij de Tweede Kamer.
Kindersekspoppen
Bij een werkbezoek kreeg ik een signaal van de Douane dat enkele kindersekspoppen
zijn aangetroffen. Het verschijnen van kindersekspoppen op doorvoer in Nederland,
of op de Nederlandse markt, vind ik een zorgelijke ontwikkeling. Het in omloop brengen
van poppen die een subcultuur van seksueel misbruik van kinderen normaliseert, conflicteert
met de verantwoordelijkheid om onze kinderen te beschermen. Naar aanleiding van het
signaal van de Douane heb ik daarom een verkenning gestart om uit te zoeken of een
verbod op kindersekspoppen wenselijk en mogelijk is. Over de uitkomst van de verkenning
zal ik uw Kamer eind dit jaar informeren.
Misstanden pro-ana websites
De misstanden op pro-ana websites (pro anarexia of ook wel «pro-vermageringssites
genoemd), waar of naar aanleiding waarvan soms ook seksueel misbruik plaatsvindt)
zijn zorgelijk en pak ik integraal aan met drie actielijnen. Ten eerste de proactieve
signalering en bescherming van (potentiële) slachtoffers van seksueel misbruik en
seksuele uitbuiting online. Om een impuls te geven aan de mogelijkheden om slachtofferschap
online te voorkomen, is door mijn ministerie in december 2020 een subsidie verleend
aan het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) om een online outreach programma op te zetten, gericht op het verkennen en nader ontwikkelen van een instrument om
online met slachtoffers in contact te komen. Er zal gewerkt worden met verschillende
doelgroepen, waaronder mogelijke slachtoffers op pro-ana forums. Hierbij worden ook
de juridische mogelijkheden beoordeeld om dit instrument in te zetten. Blijkt dat
mogelijk, dan kan het CKM met een team van professionele online hulpverleners hulp
en bescherming bieden en waar mogelijk slachtofferschap voorkomen. Hiermee geef ik
uitvoering aan de motie van Van der Graaf c.s.6, die de regering verzoekt te verkennen hoe een online outreach programma kan worden ontwikkeld gericht op (potentiële) slachtoffers van seksueel misbruik
en seksuele uitbuiting.
Ten tweede zet ik in op het snel offline halen van illegaal beeldmateriaal. Tijdens
de plenaire vergadering inzake het VSO «seksueel misbruik door pro-ana coaches» heeft
uw Kamer middels de motie van de leden Kuik (CDA) en Van der Graaf (CU) de regering
verzocht pro-ana websites uit de lucht te halen waarvan blijkt dat er seksuele roofdieren
actief zijn.7Hoewel ik de wens van de leden begrijp, heb ik in mijn brief van 30 september 20198 en het VSO inzake pro-anorexia coaches9, aangegeven dat het offline halen van pro-ana websites averechts en ineffectief is.
Mijn beleid is daarom gericht op het offline halen van illegale content, ook wanneer
deze is geplaatst op pro-ana websites. Wanneer websites daar niet accuraat gehoor
aan geven, biedt de eerdergenoemde wet straks ook hier de mogelijkheid bestuursrechtelijk
in te grijpen als sprake is van kinderpornografisch materiaal.
Ten derde blijf ik doorlopend investeren in online oren en ogen om seksueel grensoverschrijdend
gedrag aan te pakken. Tijdens het debat het ik toegezegd een digitale opsporingsstrategie
te ontwikkelen, waarin kwetsbare personen specifiek worden aangemerkt als prioriteit.10 Momenteel vinden gesprekken plaats tussen het CKM, de politie en experts op het gebied
van eetstoornissen. Op basis van de uitkomsten van deze gesprekken en een barrièremodel
wordt gekeken naar de modus operandi van pro-anorexia coaches. Hiermee kan worden
bepaald wanneer en met welke methoden het werk van dergelijke criminelen verstoord,
dan wel stopgezet kan worden. Zodra dit scherper in beeld is, wordt met de betrokken
partners besproken hoe we met de juiste middelen dit doel kunnen bereiken. Hiermee
doe ik de bovengenoemde moties van de leden Kuik (CDA) en Van der Graaf (CU) gestand.
Implementatie Wetsvoorstel seksuele misdrijven
De modernisering van de wetgeving inzake seksuele misdrijven is in volle gang. Recent
heb ik uw Kamer hierover bericht in mijn brief van 29 september 2020 en het schriftelijk
overleg met uw Kamer van 5 november 2020. In de zomer van 2020 heeft (internet)consultatie
plaatsgevonden over een voorontwerp van het wetsvoorstel seksuele misdrijven. Momenteel
worden de reacties op het voorontwerp, alsmede de aandachtspunten uit het schriftelijk
overleg, verwerkt in een nieuwe versie van het wetsvoorstel. Het is mijn streven om
in het voorjaar van 2021 de consultatie te starten. Tegelijk met de voorbereiding
van de nieuwe wetgeving worden voorbereidingen getroffen voor de implementatie hiervan,
zodat de betrokken organisaties hun werkwijzen kunnen aanpassen op de nieuwe wetgeving.
Als gevolg van op onderdelen nieuwe en verruimde strafbaarstellingen, zoals die van
verkrachting en aanranding, neemt het aantal zaken in potentie toe.
Om de implementatie van de nieuwe wetgeving en de uitvoering daarvan in de praktijk
te begeleiden en faciliteren, wordt door het Ministerie van JenV een implementatieprogramma
opgestart. Dit programma heeft tot doel de implementatie van de nieuwe wetgeving op
gestructureerde en gecoördineerde wijze vorm te geven, in nauwe samenwerking met de
betrokken uitvoeringsorganisaties. Dit voorjaar worden de voorbereidingen voor de
start van het programma getroffen. De daadwerkelijke start van het programma kan parallel
lopen aan het wetgevingstraject.
INDIGO
Tijdens het Algemeen Overleg Zeden op 18 december 2019 heeft het Tweede Kamerlid Kuiken
(PvdA) naar aanleiding van het evaluatierapport «Niet meer doen! Een onderzoek naar
de INDIGO-afdoening»11 gevraagd of er meer hercontroles na afloop van de INDIGO-afdoening kunnen worden
uitgevoerd en of er meer (onverwachte) hercontroles kunnen worden uitgevoerd tijdens
de INDIGO-afdoening. Over beide vragen wordt overlegd met het OM en de reclassering.
Dit overleg is nog niet afgerond omdat het OM recent zijn beleidsregels in nauw overleg
met mijn departement en ketenpartners heeft herijkt. Nu deze beleidsregels inmiddels
zijn gepubliceerd in de Staatscourant12, kan dit nieuwe beleid met de ketenpartners gedeeld en meegenomen worden in het overleg
met hen dat concreet is toegespitst op de toezeggingen aan de Tweede Kamer over INDIGO.
Daarbij zal eerst duidelijk moeten worden hoe het nieuwe beleid in de praktijk vorm
krijgt en wat dit voor alle ketenpartners betekent. Pas dan kan bezien worden wat
mogelijk is met betrekking tot de wens van de Tweede Kamer tot versterkte hercontroles.
Als het overleg is afgerond zal ik u over de uitkomsten informeren.
Capaciteit politie
Tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid heb
ik Kamerlid Buitenweg (GroenLinks) toegezegd de Kamer te informeren over de toename
van kinderporno en daarbij in te gaan op de politiecapaciteit. In de bijlage van deze
brief treft u politiecijfers aan over het werkaanbod en de capaciteit van de Teams
voor de Bestrijding van Kinderporno en Kindersekstoerisme (TBKK)13. Uit bijgaand overzicht blijkt dat het werkaanbod voor TBKK sterk is toegenomen.
Tenslotte
In de aanpak van online seksueel kindermisbruik hebben we gezamenlijk met verschillende
partijen – publiek en privaat – belangrijke eerste stappen gezet en ook concrete resultaten
geboekt. Ik ben ervan overtuigd dat we online seksueel kindermisbruik in de toekomst
verder kunnen indammen, mits we dit met een integrale aanpak blijven bestrijden en
daarin bovenal volhardend zijn. De argumentatie voor blijvende actie is even simpel
als beklemmend: we moeten onze kinderen beschermen en we zijn het aan de slachtoffers
verplicht.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid