Brief regering : Raming Gaswinning Groningen 2021/2022
33 529 Gaswinning
Nr. 848
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2021
Door de afbouw van de gaswinning uit het Groningenveld is de veiligheid in Groningen
de afgelopen jaren sterk verbeterd. In het komende gasjaar (2021/2022) wordt de gaswinning
uit het Groningenveld verder verlaagd naar een niveau van 3,9 miljard Nm3 voor een gemiddeld jaar. Het veld blijft vanaf het voorjaar van 2022 alleen nodig
als reservemiddel. Hiervoor moet het veld operationeel blijven en daarom moeten enkele
clusters op een laag niveau produceren. Het blijft de inzet van het kabinet om het
Groningen gasveld zo snel mogelijk na 2022 niet meer nodig te hebben, ook niet als
reservemiddel. Daarmee is de gaswinning veel sneller afgebouwd dan verwacht en blijft
het onder het door Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geadviseerde niveau van 12 miljard
Nm3.
Er is een reële verwachting dat het veld binnen afzienbare tijd gesloten kan worden.
GTS verwacht dat het Groningenveld tussen 2025 en 2028 definitief kan worden gesloten
onder de randvoorwaarde dat gasopslag Norg beschikbaar is en er voldoende aanvoer
en bergingscapaciteit is voor hoogcalorisch gas. Dit kan met twee jaar versneld worden
door het omzetten van de gasopslag Grijpskerk op laagcalorisch gas. De inzet van Grijpskerk
zou wel betekenen dat er eenmalig meer gewonnen moet worden. Dit kan in de jaren daarna
worden gecompenseerd.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het advies dat ik op 29 januari jl. heb
ontvangen van de beheerder van het landelijk gastransportnet, Gasunie Transport Services
(GTS)1. Dit advies bevat de raming van de nog benodigde gaswinning uit het Groningenveld
voor het gasjaar 2021/2022 en de jaren daarna. De raming van GTS dient als vertrekpunt
voor het vaststellen van de operationele strategie voor het komende gasjaar. Het advies
van GTS bouwt voort op het intensieve traject dat ik vorig jaar doorlopen heb met
GTS, GasTerra, NAM, Shell en ExxonMobil waarin bekeken is onder welke voorwaarden
de gaswinning uit het Groningenveld definitief beëindigd kan worden (Kamerstuk 33 529, nr. 726).
Het advies van GTS is bijgevoegd bij deze brief. Aanvullend daarop zijn ook een nieuw
rapport van de Taskforce Monitoring Ombouw Buitenland, een nieuw advies van de Mijnraad
en mijn brief aan NAM met het verzoek om een operationele strategie op te stellen
als bijlage2 meegestuurd. De raming van GTS wordt momenteel gevalideerd door DNV GL. Het definitieve
rapport van de validatie wordt nagezonden.
Komend gasjaar 2021/2022 en winning vanaf medio 2022
Het komende gasjaar 2021/2022 daalt de voor de leveringszekerheid benodigde Groningenproductie
uitgaande van een gemiddeld temperatuurverloop verder naar 3,9 miljard Nm3. Dat winningsniveau is ongeveer een halvering ten opzichte van het winningsniveau
voor het huidige gasjaar 2020/2021 (ingeschat op 8,1 miljard Nm3), maar een lichte verhoging ten opzichte van het vorige advies van GTS voor het gasjaar
2021/2022 van februari 2020 (ingeschat op 3,1 miljard Nm3). De verlaging is grotendeels toe te schrijven aan de verwachte oplevering van de
nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek in april 2022. De lichte verhoging is een gevolg
van de hogere marktvraag in Nederland die volgt uit de Klimaat- en Energieverkenning
2020 (hierna: KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving. Daarnaast betekent de
versnelde afbouw dat er al vanaf de zomer van het komende gasjaar productielocaties
operationeel moeten worden gehouden om in de winter erop voldoende capaciteit te kunnen
garanderen, de zogenoemde minimumflow. In september heb ik uw Kamer geïnformeerd over
de adviezen die ik hierover van van SodM, de Mijnraad en TNO heb ontvangen (Kamerstuk
33 529, nr. 803). Daarbij heb ik een principebesluit genomen over een afbouwscenario dat in mijn
ogen voldoende betrouwbaarheid biedt en tegelijkertijd recht doet aan de maatschappelijke
impact van de gaswinning. Op basis van dit principebesluit heb ik GTS gevraagd de
resulterende volumes voor het komende en daaropvolgende gasjaren mee te nemen in de
raming (zie figuur 1). De benodigde minimumflow leidt voor het gasjaar 2021–2022 tot
een extra winning van circa 0,5 miljard Nm3 bovenop de winning die nodig is om de markt te beleveren. In het gasjaar 2022–2023
is de minimumflow circa 1,3 miljard Nm3.
Figuur 1: Ontwikkeling van het benodigd Groningenvolume in de base case voor een koud,
gemiddeld en warm jaar gedurende de komende tien jaar (bron: advies GTS)
Doordat de winning het komende gasjaar (2021/2022) al zeer laag is zijn de mogelijkheden
om de winning nog verder te verlagen nagenoeg uitgeput. Door de COVID-19-pandemie
is het afbouwtempo bovendien minder voorspelbaar. De grootste onzekerheid in het benodigde
Groningenvolume is de tijdige oplevering van de nieuwe stikstofinstallatie in Zuidbroek
in april 2022. GTS heeft aangegeven dat er inmiddels geen speling meer zit in de planning
en dat er extra gaswinning nodig is mochten zich tegenvallers voordoen die leiden
tot een vertraging in de oplevering. Bij een vertraging van een halfjaar tot een jaar,
leidt dit tot respectievelijk 1,3 tot 3,6 miljard Nm3extra gaswinning uit het Groningenveld, afhankelijk van het temperatuursverloop voor
met name de maanden april en mei. Vooralsnog zijn er nog geen tegenvallers in beeld
voor de komende periode en blijft het uitgangspunt dat de stikstoffabriek in april
2022 gereed is.
Ik heb NAM verzocht voor het winningsniveau van 3,9 miljard Nm3 (in een gemiddeld jaar) tot 7,5 miljard Nm3 (in een koud jaar) een operationele strategie op te stellen en daarbij de hierboven
genoemde uitgangspunten voor de minimumflow concreet invulling te geven (bijlage 2)3. Ook brengt NAM in beeld welke productielocaties kunnen sluiten als gevolg van het
gereed komen van de nieuwe stikstofinstallatie in Zuidbroek. De bij de operationele
strategie behorende dreigings- en risicoanalyse (SDRA) zal dit jaar voor het eerst
door TNO worden uitgevoerd. De adviezen die ten grondslag liggen aan het te gebruiken
model zijn online beschikbaar.4 Zodra de uitkomsten van deze publieke SDRA bekend zijn zal ik uw Kamer hierover informeren.
Naar verwachting is dit in het voorjaar.
Voortgang definitieve sluiting van het veld
Op basis van de huidige inzet en maatregelen die het kabinet treft om de gaswinning
uit het Groningenveld zo snel mogelijk te beëindigen is aan GTS gevraagd om een raming
te maken wanneer het veld definitief gesloten kan worden. GTS verwacht, in lijn met
eerdere ramingen, dat het Groningenveld tussen medio 2025 en medio 2028 definitief
gesloten kan worden. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 33 529, nr. 803) wordt momenteel de mogelijkheid onderzocht om de gasopslag Grijpskerk om te zetten
naar een laagcalorische gasopslag met als doel een snellere sluiting van het Groningenveld.
Het omzetten van de gasopslag Grijpskerk op laagcalorisch gas kan het tijdpad met
ongeveer twee jaar versnellen. Het tijdpad tot sluiting is afhankelijk van een aantal
randvoorwaarden. Hieronder ga ik in op deze verschillende randvoorwaarden.
In mijn brief van 21 februari 2020 (Kamerstuk 33 529, nr. 726) heb ik aangegeven dat er vier randvoorwaarden zijn om de gaswinning uit het veld
medio 2022 naar nul te krijgen en in mijn brief van 21 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 803) heb ik de voortgang gegeven voor de realisatie van deze vier randvoorwaarden. In
deze brief geef ik een nieuwe update. Daarnaast ga ik in op de impact van de coronacrisis
en de mogelijke bijdrage die Grijpskerk kan hebben aan de versnelde sluiting van het
Groningenveld.
Inzet stikstofinstallaties
Essentieel voor het beëindigen van de gaswinning in Groningen is de inzet van bestaande
stikstofinstallaties en de bouw van de nieuwe installatie in Zuidbroek. De inzet van
bestaande stikstofmiddelen is vergroot en wordt sterk uitgebreid door de bouw van
de nieuwe stikstofinstallatie. Naar verwachting komt deze in april van 2022 in bedrijf.
Dit is conform de eerder vermelde planning van GTS. Als gevolg van de coronacrisis
is er, zoals eerder aangegeven, geen ruimte meer in de planning om nieuwe tegenvallers
op te kunnen vangen. Het project kan afhankelijk van het verloop van de pandemie en
de intensiteit en duur van de beperkende maatregelen hinder ondervinden van verstoringen
in de logistieke ketens.
Afbouw van de vraag naar laagcalorisch gas
De ombouw van het buitenland loopt voorspoedig. Uit het nieuwe rapport van de Taskforce
Monitoring Ombouw Buitenland blijkt dat de afbouw van de export op schema blijft,
dankzij grote inspanningen in België, Duitsland en Frankrijk. De vraag naar laagcalorisch
gas is met 5% gedaald sinds vorig jaar. De Taskforce, die wordt ondersteund door het
Benelux Secretariaat, bestaat uit vertegenwoordigers van overheden, netbeheerders
en toezichthouders van vier landen (Nederland, België, Duitsland, Frankrijk) alsmede
het International Energy Agency en ENTSOG, het Europese netwerk van netbeheerders
voor gas, met de Europese Commissie als waarnemer. Het rapport is bijgevoegd bij deze
brief. In 2021 wordt, behoudens de impact van beperkende maatregelen door de COVID-19-pandemie,
het hoogste niveau verwacht voor de volumematige impact van de ombouw in het buitenland.
Dit tempo is alleen in 2021 te realiseren, omdat dan een aantal grote afnemers wordt
omgebouwd en specifieke optimalisatiemogelijkheden zijn gevonden die enkel mogelijk
zijn in bepaalde regio’s in België. De komende jaren blijft het ombouwtempo hoog en
de verwachting is dat de export van laagcalorisch gas in 2029 volledig is afgebouwd.
Voor de ombouw van de negen Nederlandse industriële grootverbruikers heeft GTS mij
conform haar wettelijke plicht geïnformeerd over de planningen. Zoals ik in september
heb laten weten is er bij vier grootverbruikers sprake van een vertraging. GTS geeft
aan dat deze grootverbruikers in de loop van het gasjaar 2022/2023 kunnen worden omgebouwd.
Ik bezie welke mogelijkheden er zijn de vertraging te beperken. Hierover zal ik uw
Kamer op een later moment in detail informeren. Vooralsnog geeft GTS aan dat de vertraging
een gering effect op de benodigde gaswinning heeft.
Gasopslag Norg
Om het Groningenveld te kunnen sluiten moet er voldoende capaciteit beschikbaar blijven
om ook in uitzonderlijke situaties de markt te kunnen blijven beleveren. De gasopslag
in Norg is momenteel de grootste afzonderlijke bron voor capaciteit. Het voortzetten
van de gewijzigde inzet van Norg is daarom noodzakelijk voor de versnelde sluiting
van het Groningenveld. Om dit tot en met het gasjaar 2026/2027 zeker te stellen heb
ik met inachtneming van de leveringszekerheid, een conceptovereenkomst uitgewerkt
met eigenaar NAM en haar aandeelhouders, Shell en Exxon. Ik heb uw Kamer in de brief
van 26 januari jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 840) geïnformeerd over de conceptovereenkomst met de aandeelhouders van NAM. Op 11 februari
2021 zal er een vertrouwelijke technische briefing van uw Kamer plaatsvinden waarin
ik hierop een nadere toelichting zal geven. Daarmee geef ik uitvoering aan uitvoering
aan de motie van het lid Agnes Mulder c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 686) en de motie van het lid Nijboer c.s. (Kamerstuk 35 350, nr. 13).
Voldoende aanvoer van hoogcalorisch gas
Door de toegenomen vraag naar hoogcalorisch gas, dat in stikstofinstallaties wordt
bijgemengd met stikstof om zo laagcalorisch gas te verkrijgen, is de markt voor laagcalorisch
gas voor de leveringszekerheid voor een groter deel afhankelijk geworden van de import
van hoogcalorisch gas. De Taskforce Monitoring Ombouw Buitenland heeft wederom onderzocht
of de aanvoermogelijkheden van hoogcalorisch gas voldoende zijn. ENTSOG heeft simulaties
uitgevoerd voor de leveringszekerheid van gas. Deze zijn bijgevoegd bij het rapport
van de Taskforce. Uit deze simulaties blijkt dat in het geval van storingen in de
gasinfrastructuur er zowel in een gemiddeld jaar als bij situaties met een hoge vraag
voldoende transportcapaciteit beschikbaar blijft om het benodigde gas te leveren aan
de markt voor laagcalorisch gas.
Impact van de coronacrisis
De maatregelen die zijn getroffen om de verspreiding van het coronavirus te remmen
hebben conform mijn brief van 21 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 803) slechts in beperkte mate impact op de voortgang van de afbouw van de gaswinning,
de schadeafhandeling en de versterkingsopgave. De ombouwactiviteiten in het buitenland
hebben begin vorig jaar vertraging opgelopen, zoals eerder aangegeven. Deze vertraging
is bijna volledig ingehaald. De werkzaamheden met betrekking tot de nieuwe stikstofinstallatie
in Zuidbroek lopen zoals hierboven aangegeven nog op schema. Het is afhankelijk van
het verdere verloop van de coronacrisis of er (opnieuw) vertragingen opgelopen worden.
Ik zal de gevolgen van de beperkende maatregelen de komende tijd nauwgezet monitoren
en uw Kamer hier, indien nodig, over informeren.
Mogelijke bijdrage Grijpskerk aan versnelde sluiting
Zoals hierboven aangegeven kan de omzetting van de gasopslag Grijpskerk bijdragen
aan de versnelde sluiting van het Groningerveld. Gasopslag Grijpskerk is in eigendom
van NAM. GTS en NAM onderzoeken of de inzet van Grijpskerk als gasopslag voor laagcalorisch
gas technisch mogelijk is. Deze studies bevinden zich in de afrondende fase. De voorlopige
resultaten van de raming van GTS laten zien dat de inzet van Grijpskerk de sluiting
van het Groningenveld met twee jaar kan versnellen. De eerste inschattingen laten
weliswaar zien dat de inzet van Grijpskerk in het gasjaar 2021/2022 en het gasjaar
2022/2023 kan leiden tot een beperkte verhoging van de Groningenproductie, namelijk
0,4 tot 1,9 miljard Nm3 in het geval van respectievelijk twee warme of koude omzettingsjaren. Dit kan echter,
ingeval van tijdige oplevering van de nieuwe stikstofinstallatie, gecompenseerd worden
in de jaren erna.
Om gasopslag Grijpskerk te kunnen omzetten moeten een aantal procedurele en technische
stappen gezet worden, zoals een wijziging van het opslagplan, een aantal investeringsbeslissingen
en de realisatie van een verbinding met het laagcalorische transportnetwerk. Hierover
ben ik in gesprek met onder andere NAM en GTS om aanvullende afspraken te maken. Decentrale
overheden en andere betrokken partijen zijn reeds eerder geïnformeerd over de plannen
rond de toekomst van de gasopslag Grijpskerk. Ik ben in goed overleg met betrokken
gemeenten over de uitwerking en realisatie van de plannen en zal dit de komende tijd
continueren. Ik zal uw Kamer op korte termijn nader over informeren over het besluitvormingsproces.
Concluderend
De afbouw van de gaswinning loopt op schema. Dat is belangrijk voor de veiligheid
in Groningen en om verdere maatschappelijke impact te beperken. Ik blijf mij hier
onverminderd voor inzetten en zal uw Kamer over verdere stappen en ontwikkelingen
informeren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ’t Wout
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat