Brief regering : Reactie op amendementen van de leden lodders en Van Weyenberg over een moratorium (Kamerstuk 35704-4)
35 704 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen)
Nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2021
Bijgaand treft u ten behoeve van het algemeen overleg Hersteloperatie kinderopvangtoeslagen
mijn oordeel over het ingediende amendement van de leden Lodders en Van Weyenberg.1 Tevens treft u de antwoorden op vragen van de leden Jasper van Dijk en Leijten over
het in één keer ontvangen van 54 aanmaningen van het CJIB (Aanhangsel Handelingen
II 2020/21, nr. 1637), abusievelijk heb ik u gisteren foutief gemeld dat deze door de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid zouden worden beantwoord. (Aanhangsel Handelingen II 2020/21,
nrs. 1616,1622 en 1623)
Amendement Lodders en Van Weyenberg
Ik heb met belangstelling kennisgenomen van het gewijzigd amendement dat de leden
Lodders en Van Weyenberg hebben ingediend. Met dit amendement wordt een zogenoemd
tijdelijk moratorium (afkoelingsperiode) opgenomen in de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen waardoor voldoende rust en ruimte wordt gecreëerd om te komen tot een zo
goed mogelijke afwikkeling van de schulden van de ouders die behoren tot de hersteloperatie
toeslagen. Om dit moratorium te effectueren is het nodig dat betrokken partijen weten
om welke ouders het gaat. In dit amendement is een grondslag voor die gegevensdeling
opgenomen. De uitvoering hiervan moet verder worden uitgewerkt. Ik streef ernaar dit
spoedig te doen met betrokken partijen, zoals de Vereniging Nederlandse Gemeenten
(VNG), de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en private
schuldeisers. Voorstelbaar is dat in de praktijk een externe partij onder verantwoordelijkheid
van Belastingdienst/Toeslagen een rol krijgt in de informatievoorziening richting
schuldeisers of dat wordt aangesloten bij het Digitaal Beslagregister. De gegevensverstrekkingen
moeten ervoor zorgen dat de afkoelingsperiode effectiever functioneert voor de ouders,
de schuldeisers en de (schuld)hulpverleners in de praktijk. De bescherming van de
privacy en de proportionaliteit van de gegevensverstrekking blijft hierbij uiteraard
een continue punt van aandacht.
Belangrijke stappen voor de gedupeerde ouders zijn het stopzetten en vervolgens, als
dat aan de orde is, het kwijtschelden dan wel stopzetten van de invordering van publieke
schulden voor gedupeerde ouders (eerdergenoemde uitzonderingen omtrent schulden die
voortvloeien uit ernstige fraude of strafrechtelijke feiten daargelaten). De budgettaire
gevolgen van het kwijtschelden van deze nog openstaande publieke schulden zullen bij
het eerstvolgende begrotingsmoment inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast spreek ik
met diverse organisaties die private schuldeisers vertegenwoordigen om ook met hen
afspraken te maken over de verdere afhandeling van de schulden van deze ouders.
Er wordt, in nauwe samenwerking met betrokken partijen zoals onder meer de VNG en
de Branchevereniging voor schuldhulpverlening, sociaal bankieren en bewindvoering
(NVVK), hard gewerkt aan een integrale oplossing voor deze ouders. Het amendement
biedt ons ruimte deze aanpak zorgvuldig vorm te geven. De afkoelingsperiode brengt
een tijdelijke beperking van de verhaalsrechten van alle schuldeisers met zich, maar
dit betekent niet dat het kabinet de belangen van schuldeisers niet meeweegt. De bedoeling
van de afkoelingsperiode is dan ook dat wordt gekomen tot een acceptabele oplossing
voor alle betrokken partijen. Het feit dat de afkoelingsperiode van toepassing is
op een vordering van een schuldeiser betekent niet dat een schuldeiser verplicht is
om een aan hem voorgestelde afwikkeling te aanvaarden. De afkoelingsperiode van dit
amendement zorgt wel voor rust en ruimte om met elkaar in overleg te gaan. De goede
afwikkeling en oplossing van de schuldenproblematiek zelf is dus een volgende stap.
Ik ben mij daarbij bewust van de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Wilders,
die oproept om indien nodig de schulden van private schuldeisers over te nemen.2
Daarnaast bevat dit amendement een toevoeging aan de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen waardoor gegevens over vervallen achterstanden bij het Bureau Kredietregistratie
gedupeerde ouders niet langer in de weg zitten bij een nieuwe start. Dit is in lijn
met de motie van het lid Jetten die het kabinet oproept zich hier maximaal voor in
te spannen.3
De in het amendement voorgestelde afkoelingsperiode zorgt voor rust en ruimte, zodat
wij in goed overleg met de schuldeisers en andere betrokken partijen stappen genomen
kunnen worden die nodig zijn om voor de ouders te kunnen komen tot een stabiele financiële
situatie. Van daaruit kan toegewerkt worden naar het doel om deze ouders in staat
te stellen een nieuwe start te maken. Hiervoor span ik mij iedere dag maximaal in
en ik laat het oordeel van dit amendement graag aan uw Kamer.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën