Brief regering : Terugblik Nederlands voorzitterschap van de Benelux Unie
35 570 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021
Nr. 66
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2021
In 2020 was Nederland voorzitter van de Benelux Unie. Graag informeer ik u in deze
brief over de belangrijkste resultaten van het Nederlandse voorzitterschap en over
de uitkomsten van de Benelux Top van 7 oktober 2020.
Nederland heeft tijdens het roulerende voorzitterschap van de Benelux Unie ingezet
op het behalen van concrete resultaten die het dagelijks leven van burgers en bedrijven
direct verbeteren. De focus lag daarbij op duurzame economische ontwikkeling, waarborgen
van grensoverschrijdende veiligheid, en de samenwerking met andere landen en regio’s.
Immers, meer dan 75 jaar na oprichting is de Benelux nog altijd relevant, zo bleek
ook uit de externe Nederlandse evaluatie die in mei 2020 verscheen. Op 16 september
2020 stuurde ik u hierover de kabinetsreactie toe.1
Bij de aftrap van het Nederlandse Benelux-voorzitterschap begin 2020 blikte ik vooruit
op de inzet van de Benelux de komende jaren, mede in het licht van de proeftuinfunctie
die de Benelux binnen de Europese Unie vervult. Bij die gelegenheid heb ik opgemerkt
dat de afgelopen jaren met name in de grensgebieden zichtbaar is geworden dat de samenwerking
tussen België, Nederland en Luxemburg op allerlei terreinen intensiever wordt. Grensoverschrijdende
initiatieven, zoals de totstandkoming van het grensoverschrijdende havenbedrijf North
Sea Port rond Gent, Vlissingen en Terneuzen, leiden tot verdere ontwikkeling van het
grensgebied en kunnen daarbij gebruik maken van de juridische «gereedschapskist» van
de Benelux (beschikkingen, overeenkomsten, aanbevelingen en richtlijnen).2
Dit laatste komt ook duidelijk naar voren in een tweetal rapporten, die in december
vorig jaar zijn opgeleverd door een bestuurlijke werkgroep onder voorzitterschap van
de heer Donner (oud-vicepresident van de Raad van State) en mevrouw Berx (gouverneur
van de provincie Antwerpen). Hieruit blijkt dat voor de aanpak van grensbelemmeringen
en de inzet voor het realiseren van o.a. grensoverschrijdende infrastructuurprojecten
in Benelux-verband veel expertise voorhanden is en instrumenten beschikbaar zijn waarmee
oplossingen voor specifieke grensbelemmeringen kunnen worden bereikt. De staatsecretaris
van BZK heeft op 14 december 2020 de uitkomsten van deze werkgroep aan de Tweede Kamer
toegezonden.3 Namens het kabinet zal de Staatssecretaris van BZK in het eerste kwartaal van 2021
een appreciatie aan uw Kamer sturen waarin ook zal worden ingegaan op de versterking
van de grensoverschrijdende samenwerking.
De Benelux dient waar mogelijk en relevant een aanjager te blijven van de Europese
integratie door de grensoverschrijdende samenwerking tussen de drie landen nog doeltreffender
gestalte te geven. Deze kracht van de Benelux om op vele terreinen concreet bij te
dragen aan het oplossen van problemen van burgers en bedrijven werd door de uitbraak
van het coronavirus flink op de proef gesteld.
Het Nederlandse Benelux-voorzitterschap kwam vanaf het voorjaar grotendeels in het
teken van de coronacrisis te staan. De crisismaatregelen van de afzonderlijke landen
creëerden grensoverschrijdende effecten en onder meer het vrije verkeer van personen
en goederen kwam onder druk te staan. Vanaf het begin van de coronacrisis heeft hierover
via verschillende kanalen intensief overleg tussen de drie Benelux-landen plaatsgevonden.
Zo waren er contacten tussen verschillende Ministers en de minister-presidenten, zowel
in bilateraal als trilateraal verband. De grensoverschrijdende samenwerking in de
corona-aanpak werd geïntensiveerd, zoals ook is aangegeven in de brief van 14 december
2020 van Staatssecretaris Knops.4 In maart 2020 werd de ambtelijke Cross-border Corona Taskforce opgericht met Nederland,
België en de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen, sinds juli aangevuld
met Rijnland-Palts. Uw Kamer werd op verschillende momenten reeds geïnformeerd over
deze Corona Taskforce. Luxemburg is geen lid van deze Taskforce, maar kent een vergelijkbare
samenwerkingsvorm met de verschillende partners in de Grande Région.5
Naast de Corona Taskforce heeft Nederland als Benelux-voorzitter in augustus 2020
een wekelijks overleg geïnitieerd tussen de drie Benelux-landen over de coronacrisis
en -aanpak. Eén keer per maand nemen ook NRW en de Grande Région daaraan deel. Met de directe uitwisseling tussen de drie landen en het Secretariaat-Generaal
van de Benelux Unie vormde dit overleg de schakel tussen de overleggen van de genoemde
Corona Taskforce en het overleg van de partners in de Grande Région. Bovendien werden enkele nieuwe Benelux-werkgroepen opgericht die zich specifiek
op de coronacrisis richten: tussen de crisiscentra van de drie landen en op het gebied
van volksgezondheid. Deze werkgroepen tonen de flexibiliteit van de Benelux Unie om
de prioriteiten waar nodig gedurende het jaar aan te passen en de samenwerking te
optimaliseren.
Ondanks de coronacrisis is gedurende het voorzitterschapsjaar de duurzame economische
ontwikkeling en de waarborging van grensoverschrijdende veiligheid verder verstevigd.
Hieronder wordt een aantal van de geboekte resultaten in 2020 beschreven.
Duurzame economische ontwikkeling
Tijdens het voorzitterschap is een gezamenlijke Benelux-verklaring opgesteld en aan
de Europese Commissie aangeboden waarin de noodzaak wordt benadrukt van een oplossing
voor de uitwisseling van voertuiggegevens, die nodig is voor de handhaving van milieuzones. Deze verklaring is medeondertekend
door verschillende Nederlandse en Belgische gemeenten.
Om internationaal elektrisch rijden en opladen te stimuleren wordt een gemeenschappelijke
«Benelux ID Registration Office, IDRO» opgericht. Het IDRO gaat zorgen voor de uitgifte en het beheer van unieke ID-codes
voor oplaadpuntexploitanten en serviceproviders in de Benelux. Deze ID-codes zijn
nodig om het starten en betalen van een laadsessie in het buitenland met de laadpas
van de eigen provider mogelijk te maken. Door gebruik van unieke ID-codes weten exploitanten
en providers met welke laadpas bij welk oplaadpunt is geladen en komt de rekening
voor het opladen bij de juiste klant terecht. Opladen in het buitenland is dan net
zo eenvoudig als opladen in eigen land.
Het Benelux Comité van Ministers heeft in 2020 besloten de pilot met de elektronische vrachtbrief (de Benelux e-CMR pilot) te verlengen tot 2025. De eerste pilot leverde goede resultaten
op. Zo is het gebruik van het aantal elektronische vrachtbrieven sinds de aanvang
van de pilot gestegen. Tijdens de coronacrisis steeg het aantal digitaal uitgegeven
vrachtbrieven van 117.285 exemplaren in 2019 naar 405.410 in 2020. De pilot is verlengd
om te garanderen dat vervoerders in de Benelux van de voordelen van de digitale vrachtbrief
gebruik kunnen blijven maken, maar ook vanwege de implementatie van de Europese Electronic Freight Transport Information-Verordening (e-FTI). Op grond van de Verordening worden overheden verplicht grote
delen van de e-CMR digitaal te accepteren vanaf augustus 2025. De beslissing van het
Benelux Comité van Ministers maakt het mogelijk om het gebruik van digitale vrachtbrieven
verder te promoten. Ook zal vooruitlopend op de uitvoering van de EU Verordening en
binnen het kader van de Benelux pilot een Access Point worden ontwikkeld. Dit Access Point maakt het delen van de data tussen overheden, vervoerders en autoriteiten gemakkelijker.
Op 14 juli 2020 heeft Staatssecretaris Van Veldhoven, samen met de Ministers van Transport
van België, Luxemburg, de Belgische gewesten en Noordrijn-Westfalen, in aanwezigheid
van Eurocommissaris Frans Timmermans en het College van Secretarissen-Generaal van
de Benelux Unie, een politieke verklaring uitgegeven waarmee de steun voor en het vertrouwen in het gebruik van de fiets in de Benelux Unie wordt uitgesproken. De Ministers hebben de Europese Commissie
en de overige EU-lidstaten uitgenodigd het fietsgebruik ook in EU-verband te bevorderen.6 Het fietsgebruik wordt door alle betrokkenen gezien als een verbindend en positief
thema binnen de Benelux Unie, zeker in de huidige gezondheidscrisis.
Tijdens het Nederlands voorzitterschap van het Pentalateraal Energieforum (waarvan
de Benelux het secretariaat voert) hebben de Benelux landen, Duitsland, Frankrijk,
Oostenrijk en Zwitserland in juni een belangrijke politieke verklaring op het thema waterstof aangenomen7, die volgens de Europese Commissie een belangrijke rol heeft gespeeld bij de waterstof-strategie
van de EU. Het kabinet hoopt dat waterstof onder het Belgisch Benelux-voorzitterschap
een meer structurele plaats krijgt in het Pentalateraal Energieforum.
Verder heeft het Nederlands voorzitterschap in het kader van het gezamenlijke Penta-hoofdstuk
in de integrale nationale energie- en klimaatplannen (INEK) in november een workshop
over carbon pricing georganiseerd, de Luxemburgse collega’s ondersteund bij het organiseren van de Electromobility-conferentie en getracht om de Penta-onderzoeksagenda verder te brengen. Het Secretariaat-Generaal
van de Benelux Unie heeft de gezamenlijke onderzoeksagenda tijdens de Pentalaterale
ministeriële bijeenkomst van 1 februari 2021 gepresenteerd.
De Telecomwerkgroep van de Benelux Unie heeft onder Nederlands voorzitterschap meerdere
resultaten behaald. Zo hebben de drie landen afgesproken om op het gebied van 5G ervaringen uit te wisselen over onder andere de uitrol van 5G, desinformatie, cyberveiligheid
en elektromagnetische velden. Verder heeft het Nederlandse voorzitterschap in november
2020 een ronde tafel georganiseerd met telecomoperatoren om te spreken over het thema
grensoverschrijdende connectiviteit en cross-border seamless handover. De Benelux-landen hebben afgesproken om nauw samen te werken en een gezamenlijke
positie op te stellen aangaande de toekomstige besluitvorming over systeemsynchronisatie
in de EU.
De Telecomwerkgroep heeft daarnaast vastgesteld dat er veel interesse bestaat binnen
de drie landen om samen te werken op het gebied van Kunstmatige Intelligentie (Artificial Intelligence, AI). In 2020 zijn daarom in samenwerking met de drie AI-coalities
van de Benelux landen (NLAIC, AI4Belgium en Luxembourg Digital) voorbereidingen gestart
voor een webinar «AI kansen voor Benelux-koplopers». Het webinar – dat plaats zal
vinden in februari 2021 – gaat in op kansen en uitdagingen op het gebied van AI4Gov, Human centric AI, Data Governance en Future of Work. Aanvullend worden de mogelijkheden voor toekomstige grensoverschrijdende AI samenwerking
op Benelux-niveau onderzocht.
In het kader van het versterken van de Benelux Interne Markt heeft het Nederlandse
voorzitterschap de SOLVIT-centra van de Benelux-landen bijeengebracht. De SOLVIT-centra maken deel uit van een informeel
Europees netwerk dat kan helpen als rechten van burgers of bedrijven zijn geschonden
door overheidsinstanties in een ander EU-land. Het doel van de bijeenkomst was om
ervaringen uit te wisselen en raakvlakken en mogelijkheden tot nadere samenwerking
te verkennen.
In september heeft Nederland, samen met de andere Benelux-partners bij de Europese
Commissie, een pleidooi gehouden voor het belang van circulaire maatregelen in de bouw voor het realiseren van de doelen van de Europese Green Deal (onder meer voor bouwproducten,
bouw- en ontwerpmethoden en voor woning- en utiliteitsbouw en infrastructuur). De
Commissie heeft zich ontvankelijk getoond voor dit pleidooi en de relevantie met de
Europese «Bouwproductenverordening CPR» en de Renovation wave benadrukt.
Grensoverschrijdende veiligheid en samenleving
Nederland heeft als voorzitter van de Benelux ook nieuwe stappen kunnen zetten op
het gebied van grensoverschrijdende veiligheid. Zo is een reeds hierboven genoemd
(corona-)overleg tussen de respectievelijke crisiscentra van de drie landen tot stand
gekomen. Daarnaast is er ten aanzien van rampenbestrijding binnen de Benelux een koppeling tussen de verschillende meldkamers van de landen
gerealiseerd. Hierdoor kunnen grensoverschrijdende operaties in de toekomst beter
gecoördineerd worden. In toenemende mate is ook de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen
bij ontwikkelingen op het gebied van rampenbestrijding betrokken.
Op het gebied van (operationele) politiesamenwerking is gewerkt aan de bestrijding van
de grensoverschrijdende georganiseerde (drugs-) criminaliteit en ondermijning, met bijzondere aandacht voor een integrale aanpak. Hierbij is gekeken naar het schetsen
van de kaders voor intensievere samenwerking in 2021, op het gebied van onder andere
cybercrime, ANPR (automatic number plate recognition), PNR (passenger name records) en verdere informatiedeling tussen de landen. Een andere prioriteit betrof de ratificatie
van het Benelux Politieverdrag. In zowel België als Nederland is de goedkeuringswet
met betrekking tot het Verdrag aangeboden aan het parlement, de verwachting is dat
dat in Luxemburg snel volgt.
Voor wat betreft de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van sancties is in samenwerking
met de Benelux-partners en Noordrijn-Westfalen besloten expertgroepen samen te stellen,
die werken aan concrete casuïstiek en belemmeringen in de uitvoering van sancties
aanpakken. Het doel is om de uitkomsten van dit project EU-breed kenbaar te maken
om zo het belang van de Europese samenwerking te benadrukken.
Het gemeenschappelijke beleid op het gebied van asiel, migratie en de bestrijding van mensenhandel heeft een vlucht genomen door de verdere verduidelijking van de werkwijze tussen
de migratiediensten in de Benelux. Dit door de uitwisseling van relevante informatie
over vreemdelingen die een gevaar voor de nationale veiligheid kunnen vormen. Daarnaast
is op het gebied van de bestrijding van mensenhandel uitvoering gegeven aan het inrichten
van de samenwerking tussen de diensten die binnen de Benelux belast zijn met de opvang
van slachtoffers van mensenhandel en de opvang van migranten. Ook is er een start
gemaakt met de analyse van de beleidsmatige aanpak van klanten die betaalde seks hebben
met slachtoffers van mensenhandel, inclusief een maatregelenpakket om dergelijke praktijken
te ontmoedigen.
In de Benelux-werkgroep vuurwerk is onder Nederlands voorzitterschap overeenstemming bereikt over het invoeren van
een pyropas en over de aanbeveling opleidingseisen. De beschikking pyropas is een goede eerste stap om te voorkomen dat niet-professionals
aan zwaar vuurwerk kunnen komen. De pyropas gaat als uniform Benelux-document dienen
voor professionals bij de aan- en verkoop en het gebruik van vuurwerk. De pyropas
heeft ook de interesse gewekt van de Europese Commissie die de ontwikkelingen nauw
volgen om het mogelijk over een aantal jaar ook in Europa in te voeren. Met de aanbeveling
opleidingseisen gaan België en Luxemburg naar Nederlands voorbeeld opleidingseisen
stellen aan professionals. Hierdoor zijn de opleidingseisen voor vuurwerkprofessionals
in de Benelux geharmoniseerd. Dit zijn voorbeelden waar de proeftuinfunctie van de
Benelux binnen de Europese Unie concreet zichtbaar wordt.
Op het gebied van gezondheidszorg is tijdens het voorzitterschap een beschikking over
de grensoverschrijdende uitwisseling van elektronische persoonsgegevens ondertekend. Met de ondertekening van deze beschikking is het mogelijk om medische
gegevens bij (geplande en ongeplande zorg) tijdig aan de buitenlandse zorgverlener
ter beschikking te stellen. De beschikking geeft een juridische grondslag voor gegevensuitwisseling
en is in lijn met het EU-kader voor de elektronische patiëntgegevens uitwisseling.
Institutionele samenwerking
Naast deze inhoudelijke samenwerking heeft Nederland tijdens het voorzitterschap ook
ingezet op de verbetering van de institutionele organisatie van de Benelux Unie. Hiertoe
is begin 2020 een startbrief gestuurd aan het nieuw aangetreden College van Secretarissen-Generaal van de Benelux
Unie. In die brief geven de lidstaten belangrijke aandachtspunten mee aan het College
op het gebied van beleidsontwikkeling, bedrijfsvoering en management. Het kabinet
is verheugd te zien dat het College opvolging geeft aan deze brief door in 2021 de
interne organisatie van de instellingen van de Benelux Unie met behulp van externe
expertise tegen het licht te houden. Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat de Benelux
Unie qua organisatiestructuur goed aansluit bij de normen van deze tijd.
Benelux-Top
Als onderdeel van het Benelux-voorzitterschap vond in 2020 ook een Benelux-Top plaats
tussen de premiers van de Benelux-landen en het College van Secretarissen-Generaal
van de Benelux Unie. Vanwege de coronarealiteit besloot Nederland als voorzitter om
deze Top voor het eerst niet fysiek te laten plaatsvinden, maar in digitale vorm.
Een deel van de Top was gewijd aan de Benelux-maatregelen in de verschillende landen
en de manieren waarop de Benelux-landen konden samenwerken om negatieve grensoverschrijdende
effecten van nationale maatregelen zoveel als mogelijk te beperken. Vervolgens werd
er vooruitgekeken naar de Benelux-samenwerking in de komende jaren. Bovendien werd
een gemeenschappelijke politieke verklaring aangenomen, waarin de reikwijdte van de
Benelux-samenwerking naar voren wordt gebracht.8 De Benelux-samenwerking krijgt immers niet alleen vorm binnen de Benelux Unie, maar
ook op Europees vlak en bij het innemen van posities ten aanzien van geopolitieke
vraagstukken.
Op 7 december 2020 kwam het Comité van Ministers onder mijn voorzitterschap bijeen
en werden de toekomstige prioriteiten van de Benelux-samenwerking vastgelegd in het
Gemeenschappelijk Werkprogramma 2021–2024.9 Bij de totstandkoming van dit werkprogramma heeft Nederland een actieve rol gehad.
Naast de vele ambtelijke contacten heb ik hier zelf in november ook over van gedachten
gewisseld met het College van Secretarissen-Generaal van de Benelux Unie en met het
Bureau van het Benelux-Parlement.
Het kabinet kijkt terug op een geslaagde Benelux-Top en een – ondanks de bijzondere
omstandigheden goed verlopen voorzitterschap. Door samen te blijven werken op tal
van onderwerpen ben ik ervan overtuigd dat de Benelux ook in de toekomst een sterk
merk blijft.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken