Brief regering : Beschikbaarheidsvergoeding OV
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 747
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2021
Met de brieven van 15 september en 3 november 20201 heb ik u geïnformeerd over de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) voor 2020 en 2021.
Met deze brief informeer ik u graag over de nadere besluitvorming over de BVOV 2021.
Tevens zal ik kort ingaan op de stand van zaken van de uitvoering van de BVOV 2020
en 2021.
BVOV 2021
Het kabinet heeft maatregelen genomen om het openbaar vervoer als vitale sector voor
reizigers beschikbaar te houden. De beschikbaarheidsvergoeding OV waartoe het kabinet
heeft besloten loopt tot 1 juli 2021. Voor de periode van 1 juli tot en met 31 december
2021 heeft het kabinet perspectief geboden op een versoberde verlenging. Besluitvorming
hierover zou moeten plaatsvinden in voorjaar van 2021, mede op basis van de ervaringen
met de regeling 2020, de reizigersontwikkelingen en onder de voorwaarde dat door de
sector – (de decentrale) overheden en vervoerders gezamenlijk – uiterlijk 1 april
2021 een transitieplan wordt opgesteld. Vervoerders en overheden vragen om besluitvorming
vanwege het tijdig kunnen vaststellen van de dienstregelingen vanaf de tweede helft
van dit jaar.
De corona-situatie is op dit moment nog onzeker. Aan het advies van het kabinet om
thuis te werken zit nog geen einddatum. Het (hoger) onderwijs blijft voorlopig deels
op afstand en er zijn aanvullende maatregelen genomen. Het is op dit moment daarom
nog niet mogelijk een goed onderbouwde beslissing te nemen over de vormgeving van
een versoberde regeling voor de tweede helft van dit jaar. Het kabinet heeft daarom
besloten de BVOV te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2021.
Besluitvorming over het vierde kwartaal van 2021 vindt plaats uiterlijk op 1 juli
2021, op grond van o.a. de corona-ontwikkelingen en het transitieplan dat momenteel
door de (decentrale) overheden en vervoerders wordt opgesteld. Dit plan en de doorwerking
daarvan in alle OV-concessies, geeft richting aan de mogelijke benodigde (verdere)
optimalisatie, kostenbesparingen en aanpassingen aan de dienstregeling en/of concessie
vanaf het vierde kwartaal van 2021.
Voor de verlenging naar het derde kwartaal van 2021 is € 370 miljoen geraamd. Dit
bedrag wordt gereserveerd op de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën,
in afwachting van de uitwerking van de regeling in overleg met de decentrale overheden
en vervoerders. Dit bedrag is aanvullend ten opzichte van de € 740 miljoen die is
geraamd voor de eerste helft van 2021 en ook op de Aanvullende Post staat gereserveerd.
Het beschikbare budget voor de BVOV 2021 komt daarmee op € 1.110 miljoen. Ik zal u
hier uiterlijk bij de behandeling van de Voorjaarsnota nader over informeren.
Uitvoering BVOV 2020 en 2021
Vorig jaar heb ik u geïnformeerd2 over de toestemming van de Europese Commissie voor de uitkering van de BVOV voor
de periode t/m 31 augustus 2020. Ook heb ik u geïnformeerd over de aanpassingen aan
de openbaar vervoerconcessies waardoor voor de periode vanaf september 2020 geen staatssteunmelding
is vereist. Tevens heb ik u geïnformeerd over het publiceren van de Regeling specifieke
uitkering beschikbaarheidsvergoeding regionale OV-concessies 2020, waarmee het loket
werd geopend voor decentrale overheden om aanvragen te doen voor hun concessies.
Alle aanvragen voor de BVOV zijn in 2020 door IenW beschikt. Er is voor ongeveer € 1,2
miljard aangevraagd, waarvan in 2020 voor ongeveer € 1 miljard aan voorschotten (80%)
is verstrekt. De uitkeringen aan de stads- en streekvervoerders zijn gedaan door de
decentrale overheden. De BVOV voor NS is door IenW verstrekt.
De regeling BVOV 2021 wordt momenteel nader uitgewerkt in overleg met de decentrale
overheden en vervoerders. Het streven is deze uitwerking en de Regeling specifieke
uitkering beschikbaarheidsvergoeding regionale OV-concessies 2021 uiterlijk dit voorjaar
vast te stellen. Hierover zal ik uw Kamer informeren. Ik zal u op dat moment ook,
conform mijn toezegging bij het Nota-overleg van 4 november 20203, informeren over de gerealiseerde optimalisaties in de dienstregelingen en de kostenbesparingen
bij de vervoerders.
Op dit moment wordt met grote inzet gewerkt aan de transitie van het OV zodat de sector
straks weer op eigen benen kan staan. Gezien de veranderde reispatronen als gevolg
van thuiswerken en meer online studeren moeten vraag en aanbod de komende jaren opnieuw
op elkaar worden afgestemd, waarbij de beschikbaarheid en veiligheid van het OV maximaal
wordt geborgd. Er wordt ook gekeken naar wat nodig is om de OV-bedrijven weer een
gezonde bedrijfsvoering te geven om de kwaliteit van het OV voor de reiziger te borgen
en de continuïteit en kwaliteitsontwikkeling van het OV op lange termijn te garanderen.
Over de voortgang van de transitieplannen zal ik u te zijner tijd nader informeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.