Brief regering : Actualisatie over het afschaffen/omschakeling tussen zomertijd en wintertijd
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3035
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2021
In een brief van 20 januari 2021 heeft de vaste commissie van Binnenlandse Zaken mij
verzocht om een actualisering van de stand van zaken in het debat over de zomertijd/wintertijd.
Zoals ik in mijn laatste Kamerbrief van 15 oktober 2019 (Kamerstuk 22 112, nr. 2828) over dit onderwerp meldde, volg ik de ontwikkelingen rondom dit voorstel. Sinds
ik het Overzicht EU-wetgevingsdossiers BZK 3e kwartaal 2020 aan u heb gestuurd (Kamerstuk 22 112, nr. 2999), is het Commissievoorstel onder het Duitse voorzitterschap niet meer besproken.
Het Portugese voorzitterschap heeft aangegeven geen voornemens te hebben om het voorstel
te bespreken. Op verzoek van het Europees parlement heeft de Raad laten weten nu geen
zicht te hebben op de duur en uitkomst van de discussie en dat diverse lidstaten er
bij de Europese Commissie op aandringen om alsnog een gedetailleerde effectbeoordeling
uit te voeren1. Ik zal uw Kamer informeren indien er significante ontwikkelingen zijn.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties