Brief regering : Vervolg werkzaamheden Visitatiecommissie Defensie & Veiligheid
34 919 Defensienota
Nr. 76
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2021
Tijdens het algemeen overleg Veiligheid van 8 september 2020 (Kamerstuk 35 570 X, nr. 4) hebben we toegezegd de Kamer nader te informeren over de wijze waarop een vervolg
zal worden gegeven aan de werkzaamheden van de Visitatiecommissie Defensie & Veiligheid
nadat haar opdracht tot een einde is gekomen. Deze commissie heeft sinds dat zij door
de Minister van Defensie is ingesteld in 2018 de taak om jaarlijks op onafhankelijke
wijze de voortgang en de doelbereiking van het plan van aanpak «Een veilige defensieorganisatie»
voor de periode 2018 tot en met 2020 te toetsen1. Na rapporten over 2018 en over 2019 zal in juni 2021 het derde en laatste rapport
van deze commissie verschijnen.
In de afgelopen periode heeft de commissie, door ons een spiegel voor te houden, een
waardevolle bijdrage geleverd aan het vergroten van het veiligheidsbewustzijn binnen
Defensie. De opdracht van de commissie komt halverwege dit jaar ten einde. Op verzoek
van uw Kamer hebben we de commissie op 9 november 2020 zelf om advies gevraagd over
de toekomst2. De commissie heeft op 8 december 2020 een schriftelijk advies uitgebracht dat bij
deze brief is gevoegd3. Dit advies heeft de commissie vervolgens op 12 januari 2021 besproken met de Plaatsvervangend
Commandant der Strijdkrachten, de Inspecteur-Generaal Veiligheid en de Directeur Veiligheid.
In deze brief schetsen we de kaders waarbinnen een vervolg zal worden gegeven aan
de werkzaamheden van de commissie na het verschijnen van het laatste jaarrapport.
Drie elementen staan hierbij centraal: het versterken van de auditcapaciteit, het
vergroten van de transparantie over veiligheid en de rol van de Inspectie Veiligheid
Defensie (IVD). Hieronder gaan we op deze drie elementen in. Een verdere uitwerking
volgt in de beleidsreactie op het laatste jaarrapport van de commissie.
Audits
Veiligheid is in de bedrijfsvoering van Defensie verankerd in het veiligheidsmanagementsysteem
(VMS). Hierin heeft de auditfunctie een belangrijke rol om, met een onafhankelijke
blik, de kwaliteit van en het werken volgens het VMS te waarborgen. Uitgangspunt bij
het in control zijn is het proces van de plan-do-check-act cyclus. Deze cyclus moet gesloten zijn om continu te kunnen leren en verbeteren.
De directie Veiligheid implementeert een systematiek om de opvolging van aanbevelingen
van inspecties en toezichthouders op het gebied van veiligheid te monitoren en vervolgens
te kunnen sturen op de implementatie van aanbevelingen. Ook audits spelen een belangrijke
rol bij het in control zijn en kunnen worden uitgevoerd door zowel interne als externe auditors. De auditfunctie
dient aan de ene kant op enige afstand van de te onderzoeken eenheden te worden gepositioneerd
om daarmee objectiviteit te waarborgen. Aan de andere kant moet de auditfunctie voldoende
dichtbij de werkvloer worden ingericht zodat het leereffect en de praktische toepasbaarheid
van de auditresultaten worden versterkt.
Met het aanbieden aan uw Kamer van het jaarrapport 2020 van de commissie hebben we
gemeld dat van het Plan van Aanpak «Een veilige defensieorganisatie» niet alle 40
maatregelen in 2020 zouden worden gerealiseerd4. Het gaat dan vooral om de specialistische personele capaciteit benodigd voor de
gehele veiligheidsorganisatie, inclusief de auditfunctie. Om snel effect te realiseren
is de prioriteit gelegd bij het versterken van capaciteit op de werkvloer, dat is
waar de risico’s zich werkelijk voordoen. Het is dan ook een terechte constatering
van de commissie dat de auditcapaciteit op dit moment nog niet op het vereiste niveau
is. Vandaar dat zij adviseert «het systeem van auditing verder uit te werken, voorzien
van een externe toets, waarmee veiligheid bij Defensie systematisch wordt gevolgd.»
De defensieonderdelen hebben in hun uitwerking van de Agenda voor Veiligheid te kennen
gegeven ook behoefte te hebben aan extra middelen voor auditcapaciteit. Een eerste
stap in het versterken van de auditcapaciteit wordt dit jaar gezet door de gevraagde
auditcapaciteit te gaan opbouwen. Een volwaardige auditcapaciteit opbouwen vergt echter
investeringen in personeel en kost daarmee tijd en financiële middelen waardoor het
nog enkele jaren duurt totdat deze is gerealiseerd. Ook moet het systeem van auditing
worden doorontwikkeld. Hierover wordt u bij aanbieding van het derde rapport van de
commissie geïnformeerd.
Transparantie
Defensie staat middenin de samenleving. Hierbij hoort de verantwoordelijkheid om transparant
te zijn over de eigen taakuitvoering. Openheid over wat mis is gegaan en beter moet,
is een stimulans om veranderingen te bewerkstelligen. De commissie onderstreept het
belang van transparantie. In de afgelopen kabinetsperiode is Defensie opener gaan
communiceren over wat goed en verkeerd gaat en wat zij daarvan wil leren. Zo zijn
het werkprogramma, de rapporten en de jaarverslagen van de IVD openbaar en worden
deze aan de Kamer aangeboden. Daarnaast publiceert Defensie onder andere alle meldingen
over chroom-6 evenals brieven van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid gerelateerd
aan chroom-6 op haar website. Ook het jaarverslag van de Centrale Organisatie Integriteit
Defensie wordt openbaar gemaakt.
Defensie zal de transparante communicatie over veiligheid voortzetten en verder vergroten.
Zo maakt zij met ingang van dit jaar alle jaarverslagen van haar interne toezichthouders5 openbaar. Ook wordt de veiligheidsparagraaf in het jaarverslag van Defensie uitgebreid,
onder andere met de opvolging van aanbevelingen van inspecties en toezichthouders
op het gebied van veiligheid. De eerste resultaten hiervan ziet u in het jaarverslag
over 2021.
IVD
De IVD is opgericht in 2018 en combineert in haar toezicht, net als veel andere rijksinspecties,
voorvallenonderzoek met thematisch en systeemgericht onderzoek. Van deze drie onderzoeksvormen
komen de twee laatstgenoemde vrijwel overeen met de taak en de rol van de commissie,
zij het op minder afstand van de organisatie dan de commissie. De IVD zal de komende
jaren meer thematisch en systeemgericht onderzoek gaan doen. Dit past bij de ontwikkeling
die de inspectie heeft doorgemaakt sinds haar oprichting. De IVD vormt daarmee de
kern van toezicht op de veiligheid binnen Defensie. Daarnaast staat Defensie onder
het wettelijke toezicht van onder meer de Inspectie Leefomgeving en Transport en de
Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De commissie adviseert om het systeem van «beleid, toezicht en handhaving door te
ontwikkelen door het perspectief van een Autoriteit Defensie en Veiligheid te onderzoeken.»
Een perspectief hierbij is het Britse model van een Defence Safety Authority (DSA). In dit model zijn de regulering en het toezicht op veiligheidsterrein samengevoegd,
zodat er een regelgevende autoriteit ontstaat. Defensie heeft in 2020 een nieuwe topstructuur
ingevoerd. Eén van de uitgangspunten hiervan is een duidelijkere scheiding tussen
beleid, uitvoering en toezicht. In deze topstructuur heeft de IVD een onafhankelijke
positie ten opzichte van de organisatie, dat wil zeggen beleid en uitvoering, en heeft
de Inspecteur-Generaal Veiligheid rechtstreeks toegang tot de Minister. Bij de oprichting
van de IVD is bewust gekozen voor deze positionering en niet voor een geïntegreerde
veiligheidsautoriteit naar Brits model. Dit model past niet goed bij de nieuwe topstructuur,
terwijl de opzet van de IVD juist naadloos aansluit bij het stelsel van rijksinspecties
in eigen land. Dit advies wordt derhalve niet volledig overgenomen. Het neemt niet
weg dat Defensie goed naar het Britse systeem zal blijven kijken. De contacten tussen
de IVD en de DSA zijn van meet af aan uitstekend geweest en zij wisselen over en weer
ervaringen uit, onder andere over de werkwijze bij onderzoeken.
Net als de commissie hechten wij wel veel waarde aan het samenspel van de verantwoordelijken
voor beleid, uitvoering en toezicht op veiligheidsgebied, respectievelijk de Directeur
Veiligheid, de Commandant der Strijdkrachten met de defensieonderdelen en de Inspecteur-Generaal
Veiligheid. De verbinding is gewaarborgd in het Veiligheidscomité dat maandelijks
bijeenkomt onder voorzitterschap van de secretaris-generaal en in onderlinge contacten.
Slot
Bovengenoemde kaders markeren de ontwikkelingsrichting op weg naar een transparant
en volwaardig veiligheidssysteem bij Defensie. We komen daar op terug bij de aanbieding
van het derde en laatste jaarrapport van de commissie.
Voor nu willen we de commissie hartelijk bedanken voor het uitgebrachte advies en
het aanvullende gesprek. Wij realiseren ons dat het werk in coronatijd niet eenvoudig
was. Opnieuw heeft de commissie daarmee een concrete bijdrage geleverd aan de veiligheid
van alle mensen die zich dagelijks inzetten voor Defensie.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie