Brief regering : Aanwijzing om niet te handhaven i.v.m. maatregelen 14 december 2020 gericht tegen verspreiding Covid-19 regelingen op het terrein van verkeer en vervoer
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 895
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2021
Hierbij sturen wij u de aanwijzing aan de ILT van 1 februari jongstleden, waarin de
ILT wordt verzocht om voor de periode die bij de maatregel is aangegeven, af te zien
van verbalisering in het geval bij controle blijkt dat de betreffende certificaten
of uitslagen zijn verlopen1.
Met de brief aan uw Kamer van 23 december jongstleden over de verlenging van coulancemaatregelen
voor IenW-sectoren, bent u geïnformeerd over het voornemen deze aanwijzing aan de
ILT te doen2. De coulancemaatregelen beogen de effecten van COVID-19 op de vitale processen zo
klein mogelijk te houden.
Binnen de wegensector gaat het niet alleen om het individuele personenvervoer en het
vrachtvervoer, maar ook om het vervoer per bus en taxi. Binnen de spoorsector gaat
het om maatregelen die de machinisten betreffen.
In zijn algemeenheid achten wij het gewenst dat als dat nodig is vanwege de voornoemde
maatregelen de uitvoeringsorganisaties zo veel mogelijk coulance te betrachten bij
de uitvoering en handhaving van de regelgeving waarmee zij zijn belast. Voor ons is
een belangrijke randvoorwaarde dat dit geen risico’s oplevert voor verkeersveiligheid.
Daarnaast moeten het maatregelen zijn die proportioneel zijn in relatie tot het vastgestelde
probleem en tijdelijk van aard zijn.
In de bijlage is een aantal coulancemaatregelen genoemd. Het betreft voor het merendeel
certificaten/uitslagen gebaseerd op Europese of CCR-regelgeving die momenteel geen
ruimte biedt voor een verlenging van de geldigheid van het certificaat. Momenteel
is een vervolg op de vorig jaar ingestelde noodverordening in voorbereiding. Zolang
dit Europese kader niet van toepassing is, is dus coulance in de vorm van het accepteren
van verlopen bewijzen/certificaten geboden, waarbij het mogelijk om een relatief korte
periode gaat gelet op de noodverordening die wordt voorbereid.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat