Brief regering : Stand van zaken Intervence over het overbruggingscontract en afspraken rondom bestaande en nieuwe maatregelen jeugdbescherming en jeugdreclassering
31 839 Jeugdzorg
Nr. 765
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2021
Op 14 december 2020 heb ik met uw Kamer een debat gevoerd over de ontwikkelingen rond
de jeugdbescherming en jeugdreclassering in Zeeland. Tijdens dit debat heb ik u geïnformeerd
over de afspraken die ik op 11 december 2020 heb gemaakt met de Zeeuwse gemeenten.
Deze afspraken zijn: het op korte termijn afsluiten van een overbruggingscontract,
geen onomkeerbare besluiten nemen totdat er een goed transitieplan ligt en het zorgdragen
dat personeel zoveel als mogelijk behouden blijft.
Tijdens dit debat heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de ontwikkelingen rondom
de jeugdbescherming in Zeeland. Met deze brief geef ik daar – mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport – invulling aan. Achtereenvolgens zal ik ingaan
op het overbruggingscontract dat is gesloten tussen de Zeeuwse gemeenten en Intervence,
de onafhankelijke procesbegeleider die is aangesteld en de planning voor het transitieplan,
inclusief de terugvaloptie, de maatregelen die worden genomen voor behoud van personeel
van Intervence, het toezicht door de Inspecties en hoe de besluitvorming op lokaal
niveau eruitziet in navolging van vragen van uw Kamer tijdens het debat van 14 december
2020.
Overbruggingscontract en afspraken rondom bestaande en nieuwe maatregelen jeugdbescherming
en jeugdreclassering
Op 8 januari 2021 hebben de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland en Intervence een
overbruggingscontract gesloten voor een periode van minimaal zes maanden op basis
waarvan Intervence in staat is haar huidige taken en verplichtingen na te komen. Hiermee
wordt de zorgcontinuïteit geborgd. Onderdeel van het overbruggingscontract is dat
zolang het transitieplan niet is beoordeeld door Inspecties en Jeugdautoriteit geen
onomkeerbare besluiten worden genomen. Dit betekent dat Intervence voorlopig verantwoordelijk
blijft voor haar huidige cliënten en medewerkers.
Ook door de Rechtbank nieuw op te leggen maatregelen kunnen nog steeds worden toegewezen
aan Intervence. Elke zaak wordt door de kinderrechter op zijn eigen merites beoordeeld
na het horen van belanghebbenden en met inachtneming van de door de Raad voor de Kinderbescherming
(RvdK) geadviseerde Gecertificeerde Instelling (GI). Indien de RvdK de uitvoering
van een nieuwe maatregel bij Intervence wil neerleggen wordt eerst afgestemd met Intervence
of dat mogelijk is. Indien Intervence de maatregel niet kan aannemen, wordt in onderling
overleg tussen de betrokken GI’s bekeken door welke GI de maatregel wel kan worden
aangenomen. Dit wordt vervolgens door RvdK opgenomen in zijn verzoek c.q. adviestekst
aan de rechtbank. Deze afspraken zijn mede gemaakt in overleg met de Raad voor de
Kinderbescherming en de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Deze afspraken worden wekelijks
gemonitord.
Procesbegeleider en transitieplan
Op 18 december 2020 hebben gemeenten een onafhankelijk procesbegeleider aangesteld.
De procesbegeleider heeft de opdracht om in samenwerking met de Zeeuwse gemeenten
en de betrokken GI’s (Intervence, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en
Jeugdreclassering, Leger des Heils en Briedis) een transitieplan op te stellen en
de uitvoering te coördineren waarbij het maximaal borgen van de zorgcontinuïteit een
belangrijk uitgangspunt is.
De planning van de gemeenten is om medio februari het concept transitieplan gereed
te hebben. Dit is later dan aanvankelijk beoogd. De complexiteit van de gekozen oplossing
vergt nog de nodige aandacht om te kunnen voldoen aan de eisen die door de inspecties
en JA zijn gesteld teneinde de continuïteit en kwaliteit van de zorg voor de kinderen
in Zeeland te borgen.
Het transitieplan wordt na oplevering door gemeenten voor een oordeel – en voorafgaand
aan de definitieve besluitvorming – voorgelegd aan de Inspectie Gezondheidszorg en
Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspecties) en de Jeugdautoriteit (JA).
Parallel aan dit proces wordt aan de cliënt- en ondernemingsraden van de betrokken
GI’s gevraagd advies uit te brengen over het transitieplan. Bij Briedis wordt het
plan voorgelegd aan de coöperatieleden.
Gemeenten hebben inmiddels ook een intentieverklaring getekend met de William Schrikker
Stichting, Leger des Heils en Briedis zodat deze GI’s de voorbereidingen kunnen starten
om na aanvaarding van het transitieplan met de uitvoering te kunnen beginnen.
Terugvaloptie
Daarnaast is door de Zeeuwse gemeenten en de procesbegeleider een terugvaloptie verkend
in het geval de Inspecties en JA geen positief oordeel geven over het transitieplan.
De terugval optie wordt in het transitieplan meegenomen. Hiermee wordt uitvoering
gegeven aan de motie van de leden Peters en Wörsdörfer waarin is verzocht gemeenten
ervoor te laten zorgen dat een alternatief scenario beschikbaar is indien de Inspecties
en JA geen positief oordeel geven over het transitieplan1.
Behoud van personeel
Tijdens het bestuurlijk overleg met de Zeeuwse gemeenten van 11 december 2020 is afgesproken
dat de gemeenten en de betrokken GI’s maatregelen nemen om het verloop van het personeel
van Intervence te minimaliseren. Op basis hiervan is bijvoorbeeld tussen de Zeeuwse
gemeenten en betrokken GI’s afgesproken dat tussen de GI’s geen actieve werving plaatsvindt
van personeel. Voorts is door gemeenten en deelnemende GI’s een monitoring opgezet
om zicht te houden op een aantal belangrijke zaken gedurende het proces, waaronder
personeelsverloop, de inzet van flexwerkers en ziekteverzuim. Ook de continuïteit
van zorg en de kwaliteit is continu aandachtspunt in de monitoring. De monitoringsinformatie
wordt frequent besproken tussen het Rijk en de lokale partijen. Hiermee geef ik tevens
invulling aan de toezegging om erop toe te zien dat de betrokken GI’s en Zeeuwse gemeenten
de maatregelen en afspraken naleven om het verloop van personeel van Intervence te
minimaliseren.
Toezicht Inspecties
De Inspecties houden toezicht op de kwaliteit en continuïteit van de jeugdbescherming
in Zeeland. De Inspecties voeren daartoe gesprekken met o.a. de bestuurders van vier
betrokken GI’s. Daarnaast voeren de Inspecties een praktijktoets uit bij Intervence
(mede ook in het kader van de doorbraakaanpak). De inspecties bespreken hun bevindingen
met de gemeenten en zullen daarnaast hun bevindingen gebruiken om te beoordelen of
het opgeleverde transitieplan volledig en haalbaar is (voldoende aandacht heeft voor
alle risico’s). Ik heb de Inspecties gevraagd om mij te informeren wanneer zij actuele
risico’s zien voor de kwaliteit en zorgcontinuïteit.
Besluitvorming op lokaal niveau
Tot slot informeer ik u over de stand van zaken van de besluitvorming over de inkoop
van de jeugdbescherming en jeugdreclassering in Zeeland. Zoals ik in het debat heb
aangegeven heeft de bestuurscommissie voor de inkoop van jeugdzorg in Zeeland het
besluit genomen om het contract met Intervence te beëindigen en de uitvoering van
jeugdbescherming en jeugdreclassering in Zeeland bij drie andere GI’s onder te brengen.
De bestuurscommissie bestaat uit de verantwoordelijke wethouders van de 13 gemeenten
en is binnen de gemeenschappelijke regeling van deze gemeenten bevoegd om inkoopbesluiten
over de jeugdbescherming en jeugdreclassering te nemen. Op 15 december 2020 hebben
de afzonderlijke colleges unaniem het besluit genomen om aanvullende financiering
beschikbaar te stellen die noodzakelijk is om het besluit daadwerkelijk uit te kunnen
voeren en de continuïteit van de zorg aan de kinderen te borgen. Omdat de omvang van
de aanvullende financiering nog niet was opgenomen in de gemeentelijke begrotingen,
moet in alle Zeeuwse gemeenteraden nog besluitvorming plaatsvinden over de exacte
hoogte van de gemeentelijke bijdrage. Deze besluitvorming wordt in februari afgerond.
Tot slot
Ik hoop dat ik u met deze brief voldoende heb geïnformeerd over de laatste stand van
zaken omtrent Intervence. Zoals toegezegd zal ik uw Kamer ook de komende tijd blijven
informeren over de ontwikkelingen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming