Brief regering : Uitkomsten externe toetsing verstrekking persoonsgegevens van COA aan politie
19 637 Vreemdelingenbeleid
32 761
Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 2695
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2021
Met deze brief informeren wij u over de actuele stand van zaken rond gegevensverstrekking
van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) aan het Nationaal Vreemdelingen
Informatieknooppunt (NVIK) van de politie. Op 16 juli jl. is uw kamer geïnformeerd
over de beslissing van het COA om de gemaakte afspraken over het verstrekken van persoonsgegevens
aan het NVIK extern te laten toetsen1. Het desbetreffende rapport van Privacy Management Partners (PMP) treft u bijgevoegd
aan2.
Het COA heeft de verstrekking van de dagelijkse bezettingsgegevens aan het NVIK stopgezet.
Deze informatie werd vooral gebruikt voor de analyse -en informatieproducten van het
NVIK. De gegevensverstrekking aan de politie ten aanzien van overlastgevende asielzoekers,
de TOP-X aanpak en individuele signalen aangaande nationale veiligheid hebben niet
ter discussie gestaan, dit is in de tussenliggende periode voortgezet. Ook kon de
politie blijven beschikken over informatie van vreemdelingen aan wie een meldplicht
is opgelegd. Het COA werkt aan het op zo kort mogelijke termijn weer delen van de
signalen mensenhandel / mensensmokkel. Bij individuele zaken wordt in geval van strafvordering
de informatie al gedeeld met de politie.
Uitkomsten externe toets
In het externe onderzoek heeft PMP gekeken naar de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens
door het COA en de verstrekking van deze gegevens aan het NVIK. PMP concludeert dat
het COA een grondslag heeft voor de verwerking van persoonsgegevens op basis van een
taak van algemeen belang. Wel wordt door PMP voorgesteld om de wettelijke grondslag
voor het verwerken van bijzondere persoonsgegevens te expliciteren in de wet COA (zie
verder toelichting bijlage 1)3.
Voor de gegevensverstrekking van het COA aan het NVIK concludeert PMP dat het NVIK
in de onderbouwing voor de verstrekking van (bijzondere) persoonsgegevens van het
COA aan het NVIK duidelijk heeft omschreven op welke manier gegevens vanuit het COA
kunnen bijdragen aan de goede uitvoering van haar taken.
PMP stelt dat in het onderzoek de evenredigheid van de verwerking bij NVIK van de
dagelijkse bezettingsgegevens van het COA onvoldoende vast is komen te staan. Evenredigheid
houdt volgens het rapport van PMP kort gezegd in dat de impact die de verwerking op
betrokkenen heeft, in verhouding moet staan tot het doel. Het COA zal deze gegevens
dan ook niet langer verstrekken. In het rapport van PMP wordt geadviseerd om in plaats
van de oude werkwijze het NVIK de mogelijkheid te bieden om via een portalfunctie
specifieke gegevens op te laten vragen in de Basisvoorziening Vreemdelingen (BVV),
een ketenvoorziening waarin vreemdelingengegevens worden opgeslagen.
Nieuwe werkwijze informatiedeling tussen het COA en de politie
Het NVIK heeft in lijn met bovengenoemd advies een alternatieve werkwijze uitgewerkt
om de benodigde gegevens, die voorheen door het COA werden aangeleverd, op te vragen.
Door gebruik te maken van informatie uit de BVV kan het NVIK gericht persoonsgegevens
opvragen in het kader van toezicht op de naleving van de vreemdelingenwet. De BVV
maakt dit mogelijk zonder dat er hiervoor een nieuwe portal of informatiesysteem moet
worden gecreëerd. Omdat de dagelijkse bezettingsgegevens van het COA niet op de oude
wijze met de politie worden gedeeld, is het niet nodig om in lijn met de bevindingen
van het rapport een convenant tussen het COA en het NVIK op te stellen. Het NVIK werkt
momenteel de mogelijkheid verder uit om binnen de bestaande privacywetgeving analyse
en informatieproducten te produceren op basis van gegevens uit de BVV. Hier wordt
vooral gekeken naar het gevolg van de nieuwe werkwijze voor van de informatieproducten
die het NVIK maakt voor ketenpartners. Over het bovenstaande zal uw Kamer zo snel
mogelijk worden geïnformeerd.
Conform de bevindingen en het advies van de functionaris gegevensbescherming (FG)
van de politie, worden de betreffende verzameling van persoonsgegevens verwijderd
en de systemen geschoond.
Ten slotte heeft de politie een concept Data Privacy Impact Assessment (DPIA) gemaakt
over het verwerken van individuele verblijfsgegevens van vreemdelingen door NVIK.
Dit concept is op 12 januari gedeeld met de FG van het COA. De FG van het COA is akkoord
gegaan met verstrekken vanuit het COA aan de politie en de FG van de politie is akkoord
gegaan met het verwerken door NVIK van deze beperkte set gegevens.
Data Protection Impact Assessment (DPIA) van het COA
Zoals toegezegd in de beantwoording van 22 september jl.4 van de schriftelijke vragen van de leden Verhoeven en Van Beukering-Huijbregts over
het bericht «Politie en COA overtreden privacywet» doen wij u hierbij tevens de inmiddels
niet meer van toepassing zijnde DPIA van het COA toekomen5.
Het NVIK maakt nu gebruik van de BVV. Hiervoor zal een nieuwe beoordeling van de privacy
impact gemaakt worden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid