Brief regering : Kabinetsappreciatie Mededeling Europese Commissie: COVID-19: Appreciatie Veilig de Winter Door
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 947
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2021
Op 2 december jl. heeft de Europese Commissie een mededeling gepresenteerd «COVID-19:
«Waakzaam de winter door»» waarin de Commissie de lidstaten handvatten biedt op een
aantal essentiële onderdelen van het tegengaan van verdere verspreiding van COVID-191 . Zo worden er adviezen gegeven rond het bewaren van sociale afstand en het beperken
van de sociale contacten, testen en contacttracering, reizen, zorgcapaciteit en pandemiemoeheid
van burgers omtrent de COVID-19 maatregelen.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de kabinetsappreciatie aangaande de Commissiemededeling.
Omwille van een tijdige informatievoorziening vervangt deze brief de BNC-fiches.
Inhoud voorstel
De Commissiemededeling bevat adviezen voor een duurzame aanpak van de pandemie in
de komende wintermaanden, een periode waarin het besmettingsrisico groter is. Waakzaamheid
en voorzichtigheid zijn de hele winter lang geboden, tot ver in 2021, ook wanneer
veilige en doeltreffende vaccins zullen worden ingezet, stelt de Commissie.
De mededeling bevat een aantal maatregelen die de lidstaten kan overwegen. Deze zien
voornamelijk op het gebied van de gezondheid, met speciale aandacht voor de december-feestdagen.
De Commissiemededeling beveelt aan:
– Afstand houden en beperken van sociale contacten.
• Adviezen omtrent mogelijk te nemen fysieke afstandsmaatregelen, zoals: het beperken
van sociale contacten, gebruik van maskers, werken op afstand, sluiting van openbare
plaatsen en beperkingen van het maximaal aantal toegestane personen (ook in huiselijke
sfeer), instellen en handhaven van een avondklok en het verlengen van schoolvakanties
danwel instellen van afstandsonderwijs.
• Het ECDC benadrukt dat er rekening moet worden gehouden met een vertraging tot 40
dagen tussen de introductie van maatregelen en een waargenomen effect.
– Versterking van testen en traceren.
• Effectief testen speelt een sleutelrol bij het detecteren van infecties, het inperken
van verdere overdracht en daarmee het zo goed mogelijk functioneren van de interne
markt, in het bijzonder ten aanzien van het vrije verkeer van personen in de Unie.
• Lidstaten worden dan ook opgeroepen voldoende en goed toegankelijke testcapaciteiten
in te richten waarbij de uitslag snel bekend is en daarbij de inzet van snelle antigeentesten
te overwegen.
• Lidstaten wordt tevens geadviseerd de inzet van digitale contactopsporings- en waarschuwingsapps
en de interoperabiliteit daarvan te versterken.
– Veilig reizen
• De mededeling roept lidstaten op de bevolking te stimuleren zich, voor zover beschikbaar,
in te laten enten met een griepvaccin als ze van plan zijn te gaan reizen.
• Op 13 oktober heeft de Raad een aanbeveling aangenomen over een gecoördineerde aanpak
van de beperkingen van het vrije verkeer in de EU als reactie op de COVID-19-pandemie2 . De Raadsaanbeveling stelt dat maatregelen die het vrije verkeer beperken evenredig
en niet-discriminerend moeten zijn en moeten worden opgeheven zodra de epidemiologische
situatie dat toelaat. Uw Kamer heeft hierover reeds een appreciatie ontvangen.
• De onderhavige mededeling roept lidstaten op om zorgvuldig na te denken over plaatsen
waar reizigers kunnen worden blootgesteld aan het virus en reizigers hier goed over
te adviseren.
• Er wordt geadviseerd in de geïntegreerde politieke crisisrespons (IPCR) van gedachten
te wisselen over een gemeenschappelijke aanpak van reizen in de wintermaanden, op
basis van wetenschappelijke adviezen van het ECDC.
• Er wordt verwezen naar het tevens op 2 december gepubliceerde advies van het Europees
agentschap voor luchtvaart (EASA) en het ECDC3 waarin quarantaine en/of het testen wordt afgeraden bij vliegtuigpassagiers die reizen
van/naar zones met een vergelijkbare epidemiologische situatie.
• De lidstaten worden opgeroepen een elektronisch en digitaal passenger locator form (PLF) te gaan gebruiken.
– Prioritering gezondheidszorg
Lidstaten wordt opgeroepen:
• Prioriteit te geven aan het zorgen voor voldoende zorgcapaciteit, zowel met betrekking
tot personeel als met betrekking tot apparatuur en materiaal. Bovendien is het belangrijk
zorgpersoneel maximaal te ondersteunen onder andere door beschikbaarheid van beschermingsmiddelen.
• Ruimte te behouden voor niet COVID-19-gerelateerde zorg. De Commissie constateert
dat de terugloop binnen de EU van nieuwe diagnoses zorgwekkend is.
– Pandemiemoeheid
• De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat dat in ongeveer 60% van de landen in de
Europese regio een vorm van «pandemievermoeidheid» bestaat onder de bevolking, waardoor
er minder draagvlak voor maatregelen optreedt en mensen minder voorzichtig zijn. Om
deze reden roept deze mededeling lidstaten op duidelijk naar de burgers te communiceren
over nieuwe maatregelen en de reden voor deze maatregelen.
• Daarnaast is het belangrijk dat de geestelijke gezondheidseffecten van de COVID-19
pandemie, niet onderschat mogen worden en derhalve moeten worden erkend en aangepakt.
– Vaccinatiestrategieën
• Lidstaten worden opgeroepen vaccinatiestrategieën op te stellen en hierover te rapporteren.
• Bovendien wordt lidstaten gevraagd de aanpak onderling en met internationale organisaties
en online platforms te coördineren.
De Commissie benadrukt in de mededeling dat het belang van samenwerken en coördineren
op EU-niveau essentieel is voor de bestrijding van het virus. De Commissie kondigt
aan verdere aanbevelingen te presenteren in het nieuwe jaar om deze samenwerking en
coördinatie verder te intensiveren.
Appreciatie
Het kabinet verwelkomt in algemene zin de constateringen en adviezen van de Commissie
over het beperken van sociale contacten, het belang van testen en het belang van bron-
en contactonderzoek, het belang van een robuust zorgstelsel dat de zorgvraag aan kan,
heldere communicatie en vaccinatiestrategieën.
Het kabinet bekijkt de in de mededeling gegeven maatregelen die overwogen kunnen worden
tijdens de winterperiode en de feestdagen. Daarbij benadrukt het kabinet dat het nemen
van maatregelen ter bestrijding van COVID-19 een nationale competentie is van lidstaten.
Afhankelijk van de nationale context en epidemiologische situatie, zijn maatregelen
meer of minder geschikt.
Ten aanzien van (veilig) reizen merkt het kabinet het volgende op. Het OMT stelt in
zijn 82e advies dat niet-essentiële buitenlandse reizen, waaronder vakanties, een risico vormen
voor de import en verspreiding van COVID-19, uw Kamer is hier per kamerbrief op 27 oktober
jl. is geïnformeerd. Dit hangt volgens het OMT ook samen met het gedrag van de reiziger
op de plaats van bestemming, zoals bezoek aan drukke plekken waar de 1,5 meter niet
goed valt te handhaven. Hoewel de Commissie aangeeft dat reizen op zichzelf een risicofactor
is, stelt zij ook dat verplaatsingen binnen de EU op dit moment geen significant bijkomend
risico vormen voor de verspreiding van het virus. Daarnaast citeert de Commissie ECDC/EASA-richtsnoeren4 die stellen dat, in de huidige epidemiologische situatie, binnen de EU test- en quarantainemaatregelen
voor reizigers (per vliegtuig) uit gebieden met een vergelijkbare epidemiologische
situatie niet noodzakelijk zijn. Het kabinet kan deze richtsnoer niet ondersteunen.
Het merendeel van de EU-lidstaten kent op dit moment een verhoogd epidemiologisch
risico. Reizen naar deze landen wordt daarom afgeraden, tenzij men voor een noodzakelijke
reden moet reizen. Het kabinet oordeelt daarom dat reizigers uit risicogebieden wel
degelijk een risico vormen voor de import en verspreiding van COVID-19. De quarantainemaatregel
die op dit moment in Nederland van kracht is voor deze reizigers mitigeert dit risico.
Het kabinet kan ook de oproep van de Europese Commissie om personen die willen reizen
te stimuleren zich in te laten enten met een griepvaccin niet steunen. Hiervoor ontbreekt
een medische onderbouwing. Wel kan het kabinet de aanbeveling om waar mogelijk de
quarantaineperiode te verkorten met een negatieve testuitslag ondersteunen. Vanaf
15 januari kunnen reizigers uit risicogebieden zich op de vijfde quarantaine dag laten
testen, mits de testcapaciteit hiervoor toereikend is. Bij een negatieve testuitslag
kan de quarantaine worden beëindigd. Ook wordt gewerkt aan een wettelijke verplichting
voor EU-burgers een negatieve testuitslag te overleggen bij aankomst in Nederland
vanuit een COVID-19-risicogebied.
Voorts heeft het kabinet een positieve grondhouding ten aanzien van de oproep van
de Commissie om te werken met een digitaal passenger locator form. Op dit moment werkt het kabinet aan een vrijwillig en digitaal formulier dat reizigers
afkomstig uit een COVID-19 risicogebied moet informeren over de geldende maatregelen,
zoals het quarantaine-advies. Doel is om de naleving hiervan te verbeteren. Het is
het streven van het kabinet om zoveel mogelijk aan te sluiten op een eventuele Europese
variant in de toekomst.
Het kabinet is positief ten opzichte van de aanbeveling om nationale maatregelen zo
veel mogelijk conform Raadsaanbeveling 2020/1475 te nemen5 . Zoals uw Kamer per kamerbrief op 9 oktober jl. is geïnformeerd, steunt het kabinet
de Raadsaanbeveling vanuit het belang om het vrije verkeer – waar de volksgezondheidssituatie
dit toestaat – zo min mogelijk te verhinderen6.
Bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit mededeling
Het kabinet heeft een positieve grondhouding over de bevoegdheid voor de mededeling.
Het betreft een mededeling op het terrein van de bescherming en verbetering van de
menselijke gezondheid. Op dit terrein is de EU bevoegd het optreden van de lidstaten
te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen (artikel 6, onder a, VWEU). Gelet
op artikel 292 VWEU is de Commissie bevoegd om terzake een dergelijke mededeling te
doen. De uitvoering van de door de Commissie voorgestelde mededelingen en acties vallen
onder de nationale bevoegdheden van lidstaten.
Het kabinet heeft een positieve grondhouding over de subsidiariteit van de mededeling.
Op EU-niveau is coördinatie, samenwerking, grensoverschrijdende informatie-uitwisseling,
het doen van een aanbeveling ten aanzien van (sub)nationaal beleid, en ondersteuning
van de lidstaten door de Commissie en EU-agentschappen wenselijk.
De grondhouding van het kabinet over de proportionaliteit is eveneens positief. Er
is sprake van een flexibele en gecoördineerde aanpak waarbij de Europese Commissie
en haar agentschappen de lidstaten adviseren.
Voor wat betreft het bovenstaande voorstel is het kabinet van mening dat de benodigde
EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling
van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor de nationale begroting zullen
worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijk departement.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.