Brief regering : Verslag van werkzaamheden van de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) van juli 2019 – december 2020
30 139 Veteranenzorg
Nr. 241
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2021
Hierbij bied ik u ter informatie aan het verslag van werkzaamheden van de Raad voor
civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO1). Het verslag ziet op de werkzaamheden van de Raad in de periode juli 2019 tot en
met december 2020. Tevens geldt dit verslag als eindrapportage van de RZO. De reden
hiervan is dat met de oprichting van het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) en het
instellen van de Raad van Toezicht er overlap ontstaat met de werkzaamheden van de
RZO. Hierdoor heeft de RZO onvoldoende toegevoegde waarde. Het in stand houden van
de RZO als toezichthouder is daarmee niet meer opportuun.
Tot de oprichting van het NLVi had deze onafhankelijke Raad een adviserende rol bij
de verbetering van de veteranenzorg. De Raad hield toezicht op het landelijk Zorgsysteem
voor veteranen (LZV), bevorderde de samenwerking tussen de betrokken partijen en gaf
advies over het wetenschappelijk onderzoek naar uitzendgerelateerde aandoeningen.
De Raad adviseerde mij gevraagd en ongevraagd over deze onderwerpen.
De Raad concludeert in haar rapportage dat de zorg aan onze veteranen verder is verbeterd,
daar ben ik blij mee. Punt van aandacht is de capaciteit van het gespecialiseerd maatschappelijk
werk. Tevens concludeert de Raad dat het LZV een belangrijke inspanning heeft geleverd
om de veteranenzorg te garanderen tijdens de coronacrisis. Ondanks de grote druk die
is ontstaan door de crisis heeft dit niet geleid tot onacceptabele vertraging in de
veteranenzorgketen. Ik ben daar trots op.
Tot slot wordt door de RZO bijzondere aandacht gevraagd voor samenwerking in de zorg
en op het gebied van onderzoek met andere beroepsgroepen om innovatie te bevorderen
en effectiever te kunnen omgaan met financiële middelen en gespecialiseerde behandelcapaciteit.
Ik heb het werk van de Raad zeer oprijs gesteld en neem het verslag ter harte. Ik
zal dit verslag ook betrekken bij de eerstvolgende veteranennota.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie