Brief regering : Uitkomst aanbesteding Giraal Betalingsverkeer Rijk
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Nr. 363
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2021
Zoals aangekondigd in mijn brief d.d. 28 maart 2019 (Kamerstuk 26 485, nr. 305) heb ik naar aanleiding van de transactieovereenkomst van de ING Bank N.V. met het
                  OM het betalingsverkeer van het Rijk opnieuw laten aan besteden. In mijn brief van
                  13 maart 2020 (Kamerstuk 26 485, nr. 325) ben ik vervolgens ingegaan op de invulling van de aanbestedingen betalingsverkeer
                  in het algemeen. Graag bericht ik u in deze brief over de opzet, het verloop en de
                  uitkomst van bovenstaande aanbesteding.
               
Opzet aanbesteding betalingsverkeer
Het betalingsverkeer van het Rijk dat ik heb laten aanbesteden betreft in de basis
                  het girale SEPA-betalingsverkeer van alle Rijksonderdelen met uitzondering van het
                  betalingsverkeer van de Belastingdienst. Om deze opdracht voor een zo groot mogelijke
                  groep banken toegankelijk te maken is er bij deze aanbesteding gekozen voor een iets
                  beperktere opzet van de opdracht ten opzichte van de vorige aanbesteding. Het contante
                  betalingsverkeer, de iDEAL en pinbijschrijvingen en het mondiale betalingsverkeer
                  van het Ministerie van Defensie zijn opgenomen in de overige percelen die worden aanbesteed,
                  te weten de aanbestedingen van de betaaldienstverleners, contant betalingsverkeer
                  en waardevervoer en internationaal betalingsverkeer.
               
In mijn brief van 13 maart 2020 heb ik uiteengezet op welke wijze invulling gegeven
                  is aan de facultatieve uitsluitingsgrond ernstige beroepsfout. Het begrip «ernstige
                  fout» is in de aanbestedingsdocumenten gedefinieerd. Hierbij zijn strafrechtelijke
                  veroordelingen van of transacties met de onderneming of huidige bestuurders in de
                  afgelopen 3 jaar relevant. In deze brief heb ik u ook geïnformeerd dat in de overeenkomst
                  die gesloten wordt met de inschrijver aan wie gegund wordt, aanvullende beëindigingsgronden
                  worden opgenomen ten aanzien van veroordelingen en/of zware boetes die tijdens de
                  looptijd van de overeenkomst ontstaan.
               
De Aanbestedingswet 2012 schrijft voor dat een inschrijver, die aangeeft een ernstige
                     fout begaan te hebben, in de gelegenheid wordt gesteld aan te tonen dat hij voldoende
                     zelfreinigende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid te herstellen.
                  
Aan de hand van de informatie die een inschrijver bij de inschrijving verstrekt beoordeelt
                     de aanbestedende dienst of genomen maatregelen voldoende zijn (conform artikel 2.87a
                     Aanbestedingswet 2012). Als deze maatregelen voldoende zijn bevonden wordt de inschrijver
                     verder beoordeeld op de gunningscriteria.
                  
Het onderwerp MVO speelde een aanzienlijke rol bij deze aanbesteding. Inschrijvers
                  dienden verklaringen te ondertekenen omtrent het verbod op clustermunitie en het respecteren
                  van mensenrechten. De MVO-wensen hadden verder betrekking op beheerst beloningsbeleid,
                  duurzaamheid en social return.
               
De inschrijvers moeten behoren tot de top 25% meest duurzame financiële instellingen
                  en wat betreft social return meewerken aan realisatie van en rapporteren over maatregelen
                  op het gebied van social return. Er waren met MVO veel meer kwaliteitspunten te behalen
                  dan voorheen. Waar bij de vorige aanbesteding betalingsverkeer Rijk 10% van de kwaliteitspunten
                  betrekking hadden op MVO-wensen, bedroeg het aandeel MVO bij deze aanbesteding ruim
                  24% van de te behalen kwaliteitspunten.
               
Verloop van de aanbesteding
De beoordeling van de inschrijvingen heeft plaatsgevonden op basis van het gunningscriterium
                  beste prijs-kwaliteitsverhouding. In totaal vielen er maximaal 793 punten te behalen
                  op de thema’s «producten en bijzondere producten» (max 114 punten), «beveiliging en
                  informatie-uitwisseling» (max 68 punten), «technische aspecten» (max 168 punten),
                  «service en implementatie» (max 168 punten), «kosten en facturatie (max 23 punten),
                  innovatie en toekomstbestendigheid (max 60 punten) en «maatschappelijk verantwoord
                  ondernemen» (max 192 punten). Voorts is gekeken naar de door de inschrijvers geoffreerde
                  prijs voor de gehele dienstverlening. De door de inschrijvers geoffreerde prijzen
                  zijn gedeeld door het aantal behaalde kwaliteitspunten, waarbij de opdracht wordt
                  gegund aan de inschrijver met de laagste prijs per punt.
               
Uitkomst van de aanbesteding
Twee instellingen hebben uiteindelijk op de aanbesteding ingeschreven. Beide inschrijvers
                  hebben voldaan aan de vooraf gestelde eisen zoals de genoemde voorwaarden ten aanzien
                  van de beroepsfout. De ING Bank N.V. heeft aangegeven ernstige fouten gemaakt te hebben,
                  waarbij de door de instelling genomen zelfreinigende maatregelen als voldoende zijn
                  beoordeeld. De beide instellingen zijn vervolgens op geanonimiseerde wijze beoordeeld
                  ten aanzien van de eisen en wensen ten aanzien van duurzaamheid, MVO en functionele
                  aspecten.
               
Bij het beoordelen van de inschrijvingen is ING Bank N.V. uiteindelijk naar voren
                  gekomen als de inschrijver met de beste-prijskwaliteitsverhouding.
               
Recente ontwikkelingen
Op 9 december 2020 heeft het gerechtshof Den Haag geoordeeld dat een vervolging van
                  ING Bank N.V. door het OM ex artikel 12 Wetboek van Strafvordering geen redelijk doel
                  meer dient1. Een verzoek tot het starten van strafvervolging tegen de bank is dan ook afgewezen
                  door het hof. Op dezelfde dag heeft het gerechtshof Den Haag tevens geoordeeld dat
                  het OM wel tot strafvervolging moet overgaan jegens de voormalige bestuursvoorzitter
                  van ING Bank2 N.V. De beroepsfout zoals opgenomen in de aanbestedingsdocumenten heeft weliswaar
                  ook betrekking op fouten door bestuurders, doch uitsluitende door actuele bestuurders van de inschrijver en dan alleen als het gaat om een veroordeling. Het gelasten van vervolging tegen een voormalige bestuurder leidt dan ook niet tot
                  een andere beoordeling van de beroepsfout.
               
De beide uitspraken van het gerechtshof kunnen daarmee niet tot een mogelijke andere
                  uitkomst van de gunning leiden. De overeenkomst is dan ook aan ING Bank gegund. De
                  overeenkomst wordt initieel aangegaan voor een periode van vier jaar waarna verlenging
                  mogelijk is tot maximaal acht jaar. Binnenkort zullen ING Bank en het Rijk starten
                  met een implementatietraject waarbij de dienstverlening van de huidige huisbank wordt
                  gecontinueerd.
               
Tot slot is de wachtkamerovereenkomst een nieuw element ten opzichte van de vorige
                  aanbesteding. De «runner up» van de aanbestedingsprocedure wordt in de gelegenheid
                  gesteld een wachtkamerovereenkomst met het Rijk te sluiten. De wachtkamerovereenkomst
                  behelst dat indien de primaire overeenkomst onverhoopt binnen 2 jaar beëindigd zou
                  worden, het Rijk zonder aanbestedingsprocedure een overeenkomst kan sluiten met de
                  instelling die wachtkamerovereenkomst getekend heeft. Het Rijk zal een dergelijke
                  wachtkamerovereenkomst met de Coöperatieve Rabobank U.A. aangaan.
               
Conclusie
Bovengenoemde elementen, te weten een opdracht die qua dienstverlening voor een zo
                  breed mogelijke groep banken toegankelijk is, het gebruik maken van de facultatieve
                  uitsluitingsgrond ernstige fout bij deze aanbesteding, de prominente rol voor MVO,
                  de beoordeling op basis van het gunningscriterium beste prijs-kwaliteitsverhouding
                  aangevuld met de aanvullende opzeggingsgronden in de overeenkomst en de wachtkamerovereenkomst
                  hebben er mijns inziens voor gezorgd dat we op een evenwichtige wijze tot de selectie
                  van de bank voor het giraal betalingsverkeer van het Rijk zijn gekomen.
               
De Minister van Financiën,
                  W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 W.B. Hoekstra, minister van Financiën
